NL
aan: ±8 % (basisinstelling na het inschakelen) of
±16 %. De overeenkomstige LED knippert. Het
B
knipperen geeft aan dat de regelaar PITCH
CONTROL niet is geactiveerd.
2) Druk op de toets ON/OFF (15). Hiermee is de
regelaar PITCH CONTROL geactiveerd, en de
overeenkomstige LED (13) licht continu op.
3) Wijzig de snelheid met de schuifregelaar PITCH
CONTROL (14). Op het display in het veld PITCH
(h) wordt de procentuele snelheidswijziging
weergegeven.
Indien u met de toets BPM/TAP (21) de manu-
ele beatteller hebt geactiveerd ["BEAT" (e) op het
display], dan verschijnt op het display in het
weergaveveld PITCH (h) het aantal beats per
minuut (zie hoofdstuk 5.2.2 "Beatteller") dat sich
bij het instellen van de schuifregelaar overeen-
komstig wijzigt.
4) Met de toets ON/OFF (15) kan steeds tussen de
met de schuifregelaar ingestelde snelheid en de
standaardsnelheid heen en weer worden ge-
schakeld.
5.8.1 Het ritme van twee muziekfragmenten
synchroniseren ("Pitch Bend")
Met de toetsen PITCH BEND (20) kunt u het ritme
van een track op het afspeelmechanisme 1 afstem-
men op dat van een track op het afspeelmecha-
nisme 2 of omgekeerd (synchroniseren).
1) Stem eerst met de regelaar PITCH CONTROL
(14) de snelheid van het geselecteerde muziek-
fragment af op de snelheid van het tweede
muziekfragment.
2) Gebruik de toetsen PITCH BEND om de beats
van beide muziekfragmenten gelijk te laten
lopen: zolang u de toets - resp. + ingedrukt
houdt, loopt de track ca. 16 % langzamer resp.
sneller ten opzichte van de standaardsnelheid.
3) Door met de draaiknop (16) te draaien, kan de
afspeelsnelheid in functie van de ritmeaanpas-
sing eveneens worden gewijzigd.
5.8.1 Adaptación del ritmo entre dos canciones
E
("Pitch Bend")
Con las teclas PITCH BEND (20), puede adaptar
(sincronizar) el ritmo de una canción reproducida en
el lector 1 al ritmo de una canción reproducida en
lector 2 o lo contrario.
1) Primero unir la velocidad de la música que se
está reproduciendo actualmente con la segunda
pieza de música con el potenciómetro PITCH
CONTROL (14).
2) Con las teclas PITCH BEND, haga exactamente
coincidir los dos ritmos: mientras que la tecla + o
- esté mantenida pulsada, la canción se repro-
duce 16 % más rápido o menos que a la veloci-
dad estándar.
3) Girando la rueda (16), puede también modificar
la velocidad según el ritmo.
5.9 Vuelve a un punto definido anteriormente
(punto Cue)
Para poder ir rápidamente a un punto definido, es
posible memorizar dos puntos de inicio diferentes
(puntos Cue) con los botones CUE (17) y CUE 1 (8).
Notas para el punto de inicio definido con el
botón CUE:
a Con la reproducción de un solo título, sólo se
puede volver en este mismo título. Cuando se
llega al título siguiente, el punto marcado se
cambia por el punto de inicio del siguiente título
(ver capítulo 5.3.1).
b Con la reproducción de un solo título y con la
reproducción total de títulos, cuando seleccio-
namos otro título con los botones TRACK (7), el
punto marcado siempre se cambia por el princi-
pio del título seleccionado.
Para establecer un punto Cue y volver a él mientras
reproduce:
1) Mientras se reproduce un título, ajustar la unidad
en modo pausa con el botón
que se consigue es el que conseguirá la unidad
más tarde. Los botones
30
5.9 Naar een bepaalde plaats in een track
terugkeren (Cue-punt)
Om snel naar een bepaalde plaats te kunnen gaan,
kunt u met de toets CUE (17) en CUE 1 (8) twee
onafhankelijke beginpunten (Cue-punten) opslaan.
Aanwijzingen voor het met de toets CUE ge-
plaatste beginpunt:
a Bij Afspelen van een individuele track kan enkel
binnen een track worden teruggekeerd. Bij het
bereiken van de volgende track wordt de gemar-
keerde plaats vervangen door het beginpunt van
de volgende track (zie hoofdstuk 5.3.1).
b Zowel bij Afspelen van een individuele track als
bij Afspelen van de volledige cd wordt bij het se-
lecteren van een andere track met de toetsen
TRACK (7) de gemarkeerde plaats steeds door
het begin van de geselecteerde track vervangen.
Om een Cue-punt in te stellen en tijdens het af-
spelen hier naar terug te keren:
1) Schakel tijdens het afspelen van een track met
de toets
bereikt is, naar welke later moet worden terugge-
sprongen. De toetsen
2) Indien nodig, kan de plaats op de cd met behulp
van de draaiknop (16) nauwkeuriger worden
geselecteerd. De huidige plaats is continu te
horen.
3) Druk even op de toets CUE resp. CUE 1. Hier-
door wordt de plaats intern gemarkeerd. De res-
pectieve toets knippert snel en licht dan continu
op. De toets
afspelen te starten.
4) Herstart het afspelen opnieuw met de toets
5) Om terug te keren naar de gemarkeerde plaats,
drukt u op de betreffende Cue-toets. Het afspeel-
mechanisme staat dan op de gemarkeerde
plaats in pauzestand. Start het afspelen met de
toets
Cue-toets en houd deze ingedrukt. Na loslaten
van de Cue-toets staat het afspeelmechanisme
weer op de gemarkeerde plaats in pauze.
2) Si es necesario, el punto puede seleccionarse de
manera más precisa con la rueda (16). El punto
actual se reproduce continuamente.
3) Presionar brevemente el botón CUE o CUE 1.
Así, se marca el punto internamente. El botón
respectivo parpadea rápidamente y luego se en-
ciende permanentemente. El botón
parpadeando como petición para iniciar la repro-
ducción.
4) Iniciar la reproducción con el botón
5) Para ir al punto marcado, presionar el respectivo
botón Cue. El mecanismo lector se ajusta en
modo pausa en el punto marcado. Iniciar la
reproducción con el botón
pectivo botón Cue presionado. Después de sol-
tar el botón Cue, el mecanismo lector se ajusta
en modo pausa de nuevo en el punto marcado.
Cuando se abre la bandeja del CD [botón
24)] o cuando se desconecta el lector de CD [botón
POWER (26)], los puntos Cue ajustados son borra-
dos.
5.9.1 Botón BOP
Mientras se reproducir, también es posible de ir con
el botón BOP (6) al punto de inicio ajustado con el
botón CUE (17). Contrariamente a la vuelta con el
botón CUE la unidad no se ajusta en modo pausa
en este caso pero inmediatamente continua repro-
duciendo desde el punto marcado. Presionando el
botón BOP repetidamente, un efecto de tartamudeo
puede reproducirse. Esto es lo más efectivo, el
punto de inicio más apropiado (p. ej. el principio de
una palabra o el inicio de un instrumento musical).
5.10 Reproducción de un bucle continuo
Con los botones A, B/LOOP – EXIT y RELOOP (19),
una determinada sección en el CD puede memo-
rizarse como bucle continuo sin ruptura y repetirse
tantas veces como se desee.
(18) si el punto
1) Escoger la reproducción con el botón
el punto de inicio del bucle deseado se consigue
y CUE parpadean.
(punto a en fig. 6), presionar brevemente el bo-
(18) in pauze, wanneer de plaats
en CUE lichten op.
blijft knipperen als teken om het
, of druk opnieuw op de betreffende
continua
.
o mantener el res-
(18). Si
Bij het uitschuiven van de cd-lade [toets
bij het uitschakelen van de cd-speler [toets POWER
(26)] worden de ingestelde Cue-punten gewist.
5.9.1 Toets BOP
Tijdens de weergave kunt u ook met de toets BOP
(6) naar het beginpunt terugspringen dat met de
toets CUE (17) is ingesteld. In tegenstelling tot terug
te keren met de toets CUE schakelt het apparaat in
dit geval niet in pauze, maar speelt het onmiddellijk
verder vanaf de gemarkeerde plaats. Door meer-
dere keren op de toets BOP te drukken, kunt u een
stottereffect genereren. Dit is des te sterker, naarge-
lang het startpunt wordt gekozen (b.v. het begin van
een woord of inzettend instrument).
5.10 Naadloze loop afspelen
Met de toetsen A, B/LOOP – EXIT en RELOOP (19)
kunt u een bepaald fragment op de cd als naadloze
loop opslaan en zo vaak als u wenst herhalen.
1) Start het afspelen met de toets
neer het beginpunt van de gewenste loop is
gevonden (punt a in figuur 6), drukt u op toets A.
De toets knippert even en licht vervolgens con-
tinu op. De toets RELOOP licht continu op.
2) Wanneer tijdens het afspelen van de cd het ge-
wenste eindpunt van de loop is bereikt (punt b),
drukt u op toets B/LOOP – EXIT. Het muziekfrag-
ment tussen de punten a en b wordt continu her-
haald. Alle drie toetsen knipperen en op het dis-
play verschijnt de melding "LOOP" (l).
1.
.
A
a
PLAY
PLAY
LOOP
De naadloze loop afspelen
tón A. El botón parpadea brevemente y luego se
ilumina permanentemente. El botón RELOOP se
ilumina permanentemente.
2) Si se consigue el final deseado del bucle (punto
b) mientras la reproducción continua, presionar el
botón B/LOOP – EXIT. La sección entre los pun-
tos a y b se repite continuamente. Los tres boto-
nes parpadean y la pantalla muestra "LOOP" (l).
1.
A
a
PLAY
PLAY
LOOP
Reproducción de un bucle continuo
(4 o
3) Para salir del bucle y continuar el título, presionar
el botón B/LOOP – EXIT de nuevo. La visualiza-
ción de "LOOP" desaparece. También es posible
salir del bucle seleccionando otro título o yendo a
un punto Cue ajustado (capítulo 5.9).
Aún así, el bucle se mantiene memorizado.
Para indicar esto, los tres LEDs se iluminan per-
manentemente.
4) Con el botón RELOOP el bucle puede iniciarse
en cualquier momento desde el modo pausa, el
modo reproducción y el modo stop.
PLAY
LOOP
Salir y reiniciar un bucle continuo
5) Para memorizar otro bucle continuo, el punto de
inicio y el punto final pueden fácilmente redefi-
nirse con los botones A y B/LOOP – EXIT.
(4 of 24] of
(18). Wan-
2.
b
2.
b
c