7.3
Opslag en transport
■ Schakel de kettingzaag vóór elk transport uit, ook bij korte
afstanden. Activeer de kettingrem en plaats de kettingbe-
schermer.
■ Gebruik de kettingbeschermer steeds tijdens transport en
opslag.
■ Beveilig de machine tegen omvallen tijdens transport (ook
in voertuigen) om brandstofverlies, schade of letsel te voor-
komen.
■ Draag het apparaat alleen aan de voorste handgreep.
Het geleideblad wijst daarbij naar achteren, weg van uw
lichaam.
■ Houd de hete geluiddemper uit de buurt van uw lichaam. Er
bestaat gevaar voor brandwonden!
■ Reinig en onderhoud de kettingzaag voordat u hem in de
opslag weglegt.
■ In de opslag moet het apparaat op een veilige en droge
plaats kunnen liggen. Beveilig het ook tegen onrechtmatige
toegang.
7.4
Veiligheid van de omgeving
■ Nationale en/of plaatselijke voorschriften kunnen een tijds-
limiet stellen aan het gebruik van luidruchtige, door een
motor aangedreven apparatuur. Vraag uw lokale overheid
hiernaar.
■ Het apparaat mag niet in binnenruimten of andere slecht ge-
ventileerde ruimten worden gebruikt. Er bestaat gevaar voor
verstikking door de giftige uitlaatgassen/smeeroliedampen.
■ Voer werkzaamheden alleen uit bij daglicht.
■ Werk ook niet bij ongunstige weersomstandigheden, zoals
bijv. regen of wind. Dat geeft een verhoogd risico op on-
gelukken.
■ Houd uw werkomgeving schoon en opgeruimd.
■ Houd kinderen, andere personen en dieren voor en tijdens
het werk op afstand. Als u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
■ Controleer vóór het begin van de werkzaamheden of zich
geen personen, dieren of voorwerpen in de gevarenzone
bevinden.
■ Werk niet in de buurt van draadafrasteringen of in gebie-
den met losse oude draad.
■ Houd een brandblusser gereed wanneer u werkt in een licht
ontvlambare omgeving, zoals droog gras, enz. Er bestaat
brandgevaar!
7.5
Brandstof bijvullen
■ Benzine is zeer licht ontvlambaar. Houd bij het tanken af-
stand van open vuur en rook niet tegelijk. Er bestaat brand-
gevaar!
■ Let erop dat u geen benzine morst. Benzine of kettingolie
mag niet in de grond terecht komen. Zorg voor een geschik-
te onderlegger.
■ Tank uitsluitend op een voldoende geventileerde plaats.
Benzinedampen kunnen gemakkelijk ontvlammen of explo-
deren.
■ Schakel de motor uit voordat u gaat tanken en laat het ap-
paraat afkoelen. Als er benzine is gemorst, dient u de betref-
fende plekken direct te reinigen. Laat ook geen brandstof op
uw kleding komen. Wissel deze anders direct.
■ Voorkom ook huid- en oogcontact met benzine of smeerstof-
fen (olie).
■ Adem benzinedampen/smeeroliedampen niet in.
■ Let op voor ondichte plekken. Start de motor niet als er ben-
zine uitloopt. Er bestaat gevaar door verbranding.
■ Open het tankdeksel voorzichtig, zodat eventuele overdruk
langzaam kan ontsnappen en er geen benzine uitspat.
7.6
Voor de ingebruikname
m WAARSCHUWING
Voer inspecties altijd voor het in bedrijf stellen uit en alleen als
de motor uitgeschakeld is.
Controleer altijd of het apparaat veilig kan worden gebruikt
voordat u ermee gaat werken of wanneer het op de grond
is gevallen.
Controleer of alle bewegende delen goed werken. Veel on-
gevallen ontstaan door slecht onderhouden gereedschap.
Laat beschadigde onderdelen repareren door een bevoegde
specialist.
Gebruik de kettingzaag en de accessoires alleen overeen-
komstig deze aanwijzingen. Houd daarbij rekening met de
omstandigheden waarin gewerkt wordt en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van gemotoriseerd gereedschap
voor andere toepassingen dan het voorgeschreven gebruik kan
leiden tot gevaarlijke situaties.
■ Controleer regelmatig of de kettingrem naar behoren functi-
oneert (voorste handbescherming, zie afb. 2).
■ Controleer of het geleideblad goed gemonteerd is.
■ Controleer of de zaagketting goed gespannen is. Neem de
aanwijzingen inzake het smeren, de kettingspanning en het
vervangen van accessoires in acht. Een ondeskundig ge-
spannen of gesmeerde ketting kan breken of meer kans op
terugslag opleveren.
■ Houd snijgereedschap scherp en schoon. Slijp regelmatig
bij en vervang versleten onderdelen op tijd. Zorgvuldig on-
derhouden snijgereedschap met scherpe snijranden klemt
minder snel vast en is makkelijker te gebruiken.
81
NL/BE