Bediening
Tijdens de kalibratierit
Het apparaat rijdt voor de bepaling van de sig-
naalsterkte binnen de begrenzingskabel eerst
twee keer over de begrenzingskabel heen en ver-
volgens naar het basisstation en blijft daar stil-
staan.
■
Op het display wordt de melding Kalibra-
tie voltooid gegeven.
■
De accu wordt opgeladen.
OPMERKING
Het apparaat moet bij het binnenrijden in
het basisstation blijven staan. Als het
apparaat bij het binnenrijden in het ba-
sisstation de contacten niet raakt, rijdt
het verder langs de begrenzingskabel.
Als het apparaat niet door het basisstati-
on rijdt is de kalibratieprocedure mislukt.
In dat geval moet het basisstation beter
uitgelijnd en de kalibatieprocedure her-
haald worden.
Na de kalibratie
De vooraf ingestelde actuele maaitijd wordt aan-
gegeven.
Voor alle andere instellingen zie Hoofdstuk 7 "In-
stellingen", pagina 77.
6 BEDIENING
6.1
Apparaat met de hand starten
1. Met
apparaat inschakelen.
Voor randen maaien buiten de planning: zie
Hoofdstuk 7.5 "Randen maaien bij handmati-
ge start", pagina 79.
2. Met
apparaat met de hand starten.
6.2
Maaiwerking staken
■
op het apparaat indrukken.
Het apparaat rijdt automatisch naar het ba-
sisstation. Het wist het maaiprogramma van
de actuele dag en start de volgende dag
weer op het ingestelde tijdstip.
■
op het apparaat indrukken.
De maaiwerking wordt gedurende een half
uur onderbroken.
■
op het apparaat indrukken.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
495053_a
OPMERKING
In gevaarlijke situaties kan het apparaat
met de STOP-toets (08/2) worden ge-
stopt.
6.3
Nevenoppervlak maaien (01/NF)
1. Apparaat optillen en met de hand op het ne-
venoppervlak plaatsen.
2. Met
apparaat inschakelen.
3. Met
hoofdmenu oproepen.
* Instellingen
4.
of
* Nevenoppervlak maaien
5.
of
6. Met
of
maaitijd selecteren.
7. Met
apparaat met de hand starten.
Afhankelijk van de instelling: Het apparaat maait
gedurende de ingestelde tijd en schakelt vervol-
gens uit of maait verder tot de accu leeg is.
Na het maaien van het nevenoppervlak het appa-
raat weer met de hand in het basisstation plaat-
sen.
7 INSTELLINGEN
7.1
Instelling oproepen - Algemeen
1. Met
hoofdmenu oproepen.
Opmerking: Het sterretje * voor het menu-
punt geeft aan dat het zojuist is geselecteerd.
* Instellingen
2.
of
3. Met
of
het gewenste menupunt selec-
teren en met
4. Instellingen uitvoeren.
Opmerking: De menupunten worden in de
paragrafen hierna beschreven.
5. Met
teruggaan naar het hoofdmenu.
OPMERKING
Verdere menupunten: zie Hoofdstuk 5.2
"Basisinstellingen uitvoeren", pagina 76.
7.2
Geluidssignaal knopbediening
activeren/deactiveren
* Geluidssignaal knopbe-
1.
of
diening
overnemen.
77