Fahl DURATWIX Instrucciones De Uso página 81

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 54
Let er daarbij op dat de Fahl
-tracheacanules spanningsvrij in de tracheostoma liggen en
®
dat de positie ervan door bevestiging van de canuledraagband niet wordt veranderd.
2. Connectors/adapters
Connectors/adapters dienen voor het aansluiten van compatibele canule-accessoires.
De gebruiksmogelijkheid bij individuele gevallen hangt daarbij ook af van het ziektebeeld,
bijv. de status na laryngectomie of tracheotomie.
Connectors/adapters zijn meestal vast met de binnencanule verbonden. Dit betreft de
universele opzet (15 mm-connector), waarmee een zog. kunstmatige neus (filter voor
warmte- en vochtwisseling) kan worden aangebracht.
Deze connector is ook in een speciale uitvoering als 15 mm-draaiconnector
verkrijgbaar. De draaibare variant van de 15 mm-connector is bijv. geschikt voor een
beademingsslangsysteem, waarbij de optredende draaikrachten worden opgenomen en de
canules worden ontlast en zodanig in hun positie worden gestabiliseerd dat slijmvliesirritaties
in de trachea kunnen worden vermeden.
NL
Met behulp van de 22 mm lange combi-adapter kunnen ook compatibele filter- en
ventielsystemen met een houder van 22 mm worden aangesloten, bijv. HUMIDOPHONE
®
spreekventiel met filterfunctie (ref. 46480), HUMIDOTWIN
kunstmatige neus (ref. 46460),
®
COMBIPHON
spreekventiel (REF 27131), LARYVOX
HME filtercassettes (ref. 49800).
®
®
3. Canulebuis
De canulebuis grenst direct aan het canuleschild en leidt de luchtstroom in de luchtpijp.
De draaisluiting dient voor de veilige bevestiging van binnencanules en daarvoor geschikte
accessoires: met slechts een lichte draaibeweging rechtsom (in aangebrachte toestand de
kant van de patiënt) en dus zonder veel trekkracht op de canule te hoeven uitoefenen,
worden de binnencanules/accessoires bevestigd.
3.1. Cuff
Bij de productvarianten met cuff sluit de onderdrukmanchet met een bijzonder dunne
wand en een groot volume goed op de trachea aan en garandeert bij een juiste vulling
een betrouwbare afsluiting. De cuff kan als een ballon worden opgepompt. Met de kleine
controleballon aan de vulslang kunt u zien of de canule zich in de geblokkeerde (gevulde) of
niet-geblokkeerde toestand bevindt.
De cuff zelf wordt via een slang met eenwegsventiel en controleballon gevuld.
3.1.1 Controle van de afsluiting van de canule en de cuff (indien aanwezig)
De afsluiting van canule en cuff moet direkt voor en na het gebruik en daarna met
regelmatige tussenpozen worden gecontroleerd. Vul hiervoor de onderdrukmanchet
met 15 tot 22 mm Hg (1 mm Hg komt overeen met 1,35951 cm H2O) en controleer of er
een spontane drukverlaging wordt ingesteld (voor het vullen en de controle aanbevolen:
MUCOPROTECT
cuffdrukmeter REF 19500). Er mag gedurende de controleperiode geen
®
belangrijke drukverlaging in de cuff optreden. Deze controle van de afsluiting moet ook vóór
elk hergebruik (bijv. na reiniging van de canule) worden uitgevoerd (zie afb. 7c).
Aanwijzingen voor een bestaande onvolledige afsluiting van de cuff (ballon) zijn onder
andere de volgende:
- Aan de buitenkant herkenbare beschadigingen van de ballon (gaten, scheuren e.d.)
- Hoorbaar sisgeluid door het ontsnappen van lucht uit de ballon
- Water in de toevoerslangen naar de canule (na reiniging!)
- Water in de manchet (na reiniging!)
- Water in de controleballon (na reiniging!)
- Geen hoestprikkel als er druk uitgeoefend wordt op de controleballon
LET OP!
Bij het controleren van de ballon mogen bij het inbrengen, verwijderen of reinigen
van de canule in geen geval scherpe of spitse voorwerpen bijv. pincetten of klemmen
worden gebruikt omdat deze de ballon (onherstelbaar) kunnen beschadigen. Als u
een van de bovenstaande aanwijzigingen voor een onvolledige afdichting vaststelt,
mag de canule in geen geval meer gebruikt worden omdat de goede werking dan niet
meer gegarandeerd is!
3.2 Obturator
81
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido