Dialog iQ
26
Let op de volgende aanvullende informatie over het uitvoeren van de
behandeling!
Om ervoor te zorgen dat er geen primingvloeistof teruggezogen wordt naar
de veneuze bloedlijn als de bag-to-bag priming zonder circulatie wordt
gebruikt, pas dan geen standby-duur van meer dan 1 uur toe.
Er moet rekening worden gehouden met de reactietijd van de machine in
geval van toepassing van een vloeistofbolus.
• Als de vloeistofbolus geactiveerd is, activeer dan Min. UF vervolgens met
een vertraging van minstens 1 seconde. Voorkom dat u op beide functies
tegelijk drukt.
• Als Min. UF als eerste is geactiveerd, zijn er geen specifieke stappen
nodig.
Om te zorgen voor de juiste dialysevloeistofsamenstelling bij gebruik van de
machine in de mmol-modus, moet de technische dienst de machine
configureren voor de gebruikte concentraten.
• Tijdens de eerste installatie moeten alle op de machine te gebruiken
concentraten worden geconfigureerd.
• Bel de technische dienst, wanneer er nieuwe concentraten worden
geïntroduceerd, om de machine te updaten met de nieuwe concentraten
voor de behandeling.
Om de juiste samenstelling van de dialysevloeistof te garanderen, moet het
juiste concentraat worden gekozen.
• Zorg ervoor dat het voorgeschreven zuurconcentraat in de machine is
geconfigureerd.
• Let er bij het instellen van de "Natriumconcentratie" op dat het
aangesloten concentraat correct is geselecteerd.
In de HDF-modus kan het dialysemembraan onder de volgende
omstandigheden blokkeren: In geval van geactiveerde minimale UF-snelheid
(zie IFU, sectie 6.3.3), wordt de toegepaste "Verhouding bloedstroom/totale
UF" weergegeven, maar de waarschuwing "Verhouding bloedstroom/totale
UF" (2059) voor incompatibele instellingen wordt niet geactiveerd.
De bloedpomp wordt gestopt in geval van de volgende alarmen:
• Tijdelijk communicatieprobleem (1852)
• Interne geheugenstoring (SUP) (1970)
• Hardwarefout RAM/ROM (SUP) (1971)
Ga in geval van deze alarmen als volgt te werk:
1. Schakel de machine uit en weer in.
De machine zal de behandelingsparameters en de vorige toestand
herstellen.
2. Controleer alle voorgeschreven behandelparameters opnieuw indien de
behandeling wordt voortgezet.
3. Als de behandeling niet kan worden voortgezet, breng het bloed dan
handmatig terug met de slinger.
Supplement 38910440 / Rev. 1.00.10 / 05.2019
Supplement SW 1.03.x2