De gazontrekker reinigen
2. Om de grasopvangbak te sluiten, gebruikt u
de tuimelschakelaar opnieuw.
De grasopvangbak met de bedieningshendel
leegmaken
1. Trek de bedieningshendel uit de grasopvang-
bak (17/a).
2. Druk de hendel in de rijrichting om de gras-
opvangbak te openen (17/b).
3. Beweeg de grasopvangbak met de hendel
naar achter tot de bak vastklikt.
7.5.5.5
Mulchen
Voor een optimaal mulchresultaat moet het gras
regelmatig worden gemaaid (ong. 1 tot 2 keer per
week). Maai daarbij 1/3 van de hoogte van het
gras af (bijv. 6 cm hoogte, 2 cm maaien). Daar-
door wordt het gemaaide gras secuur in het nog
resterende gazon verwerkt.
7.5.5.6
Maaitijd
Houd er rekening mee dat gras op verschillende
tijdstippen anders groeit. Wij adviseren om bij het
begin van de lente een kortere maaitijd te kiezen.
Vergroot het maai-interval wanneer het gras in de
loop van het jaar minder snel gaat groeien.
Kon het gras een poosje niet gemaaid worden,
kies dan eerst een hogere maaihoogte-instelling
en maai het twee dagen later nog eens met een
lagere maaihoogte-instelling.
7.5.5.7
Hoog gras maaien
Maai het gras, wanneer dit langer is dan gewoon-
lijk of te vochtig, met een hogere maaihoogte-in-
stelling. Maai het gras aansluitend nog eens met
de lagere, normale instelling.
7.5.5.8
Snijmessen onderhouden
Zorg tijdens het hele maaiseizoen voor een
scherp snijmes om te voorkomen dat de grashal-
men afscheuren en versnipperen. Afgescheurde
grashalmen krijgen bruine randen. Daardoor
groeit het gras minder snel en is het vatbaarder
voor ziektes.
■
Controleer de scherpte van de snijmessen na
elk gebruik en let op tekens van slijtage of
schade! Ga indien nodig naar de service-
werkplaats.
■
Gebruik bij vervanging enkel originele reser-
vemessen.
8 DE GAZONTREKKER REINIGEN
Voor een optimale werking en een lange levens-
duur moet de gazontrekker regelmatig worden
gereinigd.
493516_a
Reinig de gazontrekker na elk gebruik en verwij-
der aanklevend vuil.
Gebruik geen hogedrukreiniger om te reinigen.
De waterstraal van een hogedrukreiniger of van
een tuinslang kan de elektronica of de lagers be-
schadigen.
Zorg ervoor dat vooral motor, transmissie en op-
rolmechanismen, alsook de volledige elektronica
niet in aanraking komen met water.
WAARSCHUWING! Gevaar bij het reini-
gen! Voor alle reinigingswerkzaamheden geldt:
■
zet de motor af en trek de contactsleutel uit.
■
Trek de stekker(s) van de bougiedoppen uit.
■
Nadat deze gereinigd zijn, moeten verwijder-
de beveiligingsvoorzieningen opnieuw wor-
den gemonteerd.
■
RISICO OP BRANDWONDEN: reinig de ga-
zontrekker pas wanneer die is afgekoeld. Mo-
tor, transmissie en uitlaatdemper zijn zeer
heet!
■
RISICO OP SNIJWONDEN: let bij werk-
zaamheden aan snijwerktuigen op de scher-
pe messen. Bij maaiwerktuigen met meerde-
re messen kan de beweging van het ene snij-
werktuig de beweging van het andere veroor-
zaken!
8.1
De grasopvangbak reinigen
Verwijder hiervoor de grasopvangbak en spuit de
bak van binnen en buiten af met een waterslang.
Vuil dat vastkleeft moet voorzichtig, bijvoorbeeld
met een borstel, worden afgeschraapt. Zorg er
vooral bij grasopvangbakken met stoffen bekle-
ding voor dat de stof niet wordt beschadigd.
OPMERKING Leeg de grasopvangbak zo-
als beschreven voordat u begint met schoonma-
ken. Een volle grasopvangbak is te zwaar om
veilig te kunnen verwijderen.
Een grasopvangbak verwijderen
1. Zet de motor uit.
2. Til de grasopvangbak lichtjes op.
3. Verwijder de grasopvangbak naar boven.
Een elektrisch bediende grasopvangbak
verwijderen
1. Zet de motor uit.
2. Controleer of de elektrisch bediende grasop-
vangbak gesloten is.
3. Til de grasopvangbak op (ongeveer 30°).
4. Verwijder de grasopvangbak naar boven.
61