Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 101
afbeelding 11
2. Hoe remmen werken
De remwerking van een fiets maakt gebruik van de wrijving tussen de remoppervlakken. Om ervoor te zorgen dat u over de
maximale wrijving beschikt, moet u de remschijven en de remklauwen schoon en vrijhouden van vuil, smeermiddelen, was of
reinigingsmiddelen.
Remmen zijn ontworpen om uw snelheid te regelen, niet alleen om de fiets tot stilstand te brengen. Maximale remkracht voor elk
wiel wordt bereikt vlak voordat het wiel 'blokkeert' (stopt met draaien) en begint te slippen. Zodra de band begint te slippen, verliest
u het grootste deel van uw remkracht en alle richtingscontrole. Door te oefenen kunt u leren hoe u rustig kunt afremmen en stoppen
zonder een wiel te blokkeren. Deze techniek wordt progressieve remmodulatie genoemd. In plaats van de remhendel plotseling in
een positie te trekken waarbij u denkt dat u de juiste remkracht genereert, knijpt u voorzichtig in de hendel en voert u de remkracht
geleidelijk op. Als u voelt dat de wielen beginnen te blokkeren, vermindert u de druk net genoeg om de wielen te laten draaien
zonder dat ze blokkeren. Het is belangrijk dat u een gevoel ontwikkelt voor de hoeveelheid druk die op de remhendel nodig is voor
elk wiel bij verschillende snelheden en op verschillende ondergronden. Om dit beter te begrijpen, loopt u naast uw fiets en oefent u
verschillende hoeveelheden druk uit op elke remhendel totdat het wiel blokkeert.
Wanneer u één of beide remhendels intrekt, begint de fiets af te remmen, maar uw lichaam wil met de dezelfde snelheid verder.
Hierdoor wordt het gewicht naar het voorwiel verplaatst (of bij krachtig remmen naar de voorwielnaaf, waardoor u over het stuur
kunt vliegen).
Een wiel waarop meer gewicht rust, kan meer remdruk verwerken voordat het blokkeert; een wiel waarop minder gewicht rust,
blokkeert bij minder remdruk.
Dus als u remt en uw gewicht naar voren wordt verplaatst, moet u uw lichaam naar de achterkant van de fiets verplaatsen zodat
er weer meer gewicht op het achterwiel rust; tegelijkertijd moet u de remdruk op de achterrem verlagen en de remdruk op de
voorrem verhogen. Dit geldt met name bij afdalingen, omdat bij afdalingen het gewicht naar voren wordt verplaatst.
Voor een effectieve snelheidsbeheersing en veilig stoppen zijn het beheersen van wielblokkering en gewichtsverplaatsing
essentieel. Oefen uw rem- en lichaamstechniek op een plek zonder verkeer of andere gevaren en afleiding.
Bij het fietsen op een losse ondergrond of in natte weersomstandigheden verandert de situatie volledig. Zo wordt uw remweg op
een losse ondergrond of in natte weersomstandigheden langer. De hechting van de band is minder, waardoor de banden in
bochten en bij het remmen minder grip hebben. De banden blokkeren bij minder remkracht. Vocht of vuil op de remblokken
vermindert hun grip. Om op losse of natte ondergrond te controle te behouden, moet u langzamer fietsen.
D. Schakelen
De ARĪV e-bike kan één versnelling hebben of zijn uitgerust met inwendige naafversnellingen.
A. Schakelen met inwendige naafversnellingen
Schakelen met een inwendige versnellingsnaaf gaat eenvoudig door de schakelhendel in de stand van de gewenste versnelling
te plaatsen. Nadat u de schakelhendel in de gewenste stand hebt gezet, vermindert u kortstondig de druk op de pedalen zodat de
naaf het schakelproces kan voltooien.
B. Welke versnelling moet ik gebruiken?
De versnelling met het laagste nummer (1) is voor de steilste hellingen. De versnelling met het hoogste nummer is voor de
hoogste snelheid.
Het schakelen vanuit een lichte, 'langzamere' versnelling (zoals 1) naar een zwaardere, 'snellere' versnelling (zoals 2 of 3) heet
opschakelen. Het schakelen vanuit een zwaardere, 'snellere' versnelling naar een lichte, 'langzamere' versnelling wordt
terugschakelen genoemd. Het is niet nodig om in volgorde van versnelling te schakelen. Zoek in plaats daarvan uw
'startversnelling' voor de betreffende omstandigheden — een versnelling die zwaar genoeg is voor snel optrekken, maar licht
genoeg om u te laten starten vanuit stilstand zonder slingeren — en experimenteer met op- en terugschakelen om een gevoel te
krijgen voor de verschillende versnellingen. Oefen het schakelen eerst in omgevingen zonder obstakels, gevaren of ander verkeer,
tot u voldoende vertrouwen hebt opgebouwd. Leer te anticiperen op uw schakelmomenten en schakel naar een lagere versnelling
voordat de helling te steil wordt. Als u problemen ondervindt bij het schakelen, kan dit worden veroorzaakt door de mechanische
afstelling. Zie 'Ondersteuning bij het uitvoeren van onderhoud aan uw ARĪV e-bike' hierboven.
16
C. Wat als de fiets niet schakelt?
Als een klik van de schakelhendel herhaaldelijk niet resulteert in het soepel schakelen naar de volgende versnelling, kan het zijn
NL
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

MergeEb16-eu-bkEb16-eu-rdEb16f-eu-bkEb16f-eu-rd

Tabla de contenido