Eerste Rit; Veiligheid; De Basisprincipes - Arīv MELD Manual Del Usuario

❑
Velgen schoon en onbeschadigd? Zorg ervoor dat de velgen bij de bandhiel schoon en onbeschadigd zijn.
❑
Remmen: Controleer of de remmen naar behoren werken (zie hoofdstuk 4.C). Knijp in de remhendels. Is volledige
remkracht met de hendels mogelijk zonder dat deze het stuur raken? Zo niet, moeten de remmen worden afgesteld.
Gebruik de fiets pas wanneer de remmen goed zijn afgesteld door een professionele fietsmonteur.
❑
Wielborging: Zorg ervoor dat het voor- en achterwiel goed zijn bevestigd. Zie hoofdstuk 4.A
❑
Zadelpen: Als uw zadelpen is voorzien van een hefboomklem voor eenvoudige hoogteverstelling, controleer dan of deze
juist is afgesteld en zich in de vergrendelde stand bevindt. Zie hoofdstuk 4.B.
❑
Stuur en zadel uitlijnen: Zorg ervoor dat het zadel en de stuurbuis parallel lopen met de hartlijn van de fiets en dat ze
stevig zijn vastgeklemd, zodat ze niet kunnen worden verdraaid. Zie hoofdstuk 3.B en 3.C.
❑
Stuurhandgrepen: Zorg ervoor dat de handgrepen stevig aan het stuur vastzitten en in goede staat verkeren en geen
breuken, scheuren of versleten plekken vertonen. Als dit niet het geval is, laat ze dan vervangen door uw ARĪV e-
bikeservicepunt of lokale rijwielhandel.
WAARSCHUWING: Losse of beschadigde handgrepen aan het stuur kunnen ertoe leiden dat u de controle over de
fiets verliest en ten val komt.
D. Eerste rit
Wanneer u uw helm opdoet en uw eerste rit maakt om vertrouwd te raken met uw fiets, kies dan voor een bekende omgeving
zonder auto's, andere fietsers, obstakels of andere gevaren. Ga een stuk rijden om vertrouwd te raken met de
bedieningselementen, functies en prestaties van uw nieuwe fiets.
Leer de remwerking van de fiets kennen (zie hoofdstuk 4.C). Test de remmen bij lage snelheid, waarbij u uw gewicht naar
achteren verplaatst en voorzichtig de remmen inknijpt, beginnend met de achterrem. Het plotseling of overmatig inknijpen van de
voorrem kan ertoe leiden dat u over het stuur vliegt. Door de remmen te hard in te knijpen kan een wiel blokkeren, waardoor u de
controle over de fiets verliest en ten val kunt komen. Slippen is een voorbeeld van wat er kan gebeuren als een wiel blokkeert.
Oefen het gebruik van de versnellingen (indien aanwezig, zie hoofdstuk 4.D) en het gebruik van de motorondersteuning. Let op:
gebruik de schakelhendel nooit terwijl u achteruit trapt. Trap bovendien niet direct achteruit na het gebruik van de schakelhendel.
Hierdoor kan de ketting vastlopen en kan er ernstige schade aan de fiets ontstaan.
Controleer het rijgedrag en de reactie van de fiets en controleer het comfort.
Als u vragen of twijfels hebt over uw fiets, zie dan 'Ondersteuning bij het uitvoeren van onderhoud aan uw ARĪV e-bike'
hierboven.

2. Veiligheid

A. De basisprincipes
WAARSCHUWING: Het gebied waarin u uw fiets gaat gebruiken, kan specifieke veiligheidsvoorzieningen vereisen.
Het is uw verantwoordelijkheid om vertrouwd te raken met de wet- en regelgeving van de omgeving waarin u uw
fiets gebruikt en om deze na te leven, inclusief het gebruik van de wettelijk vereiste voorzieningen voor de fiets en
uzelf.
Neem alle plaatselijke verkeersregels en voorschriften voor fietsen in acht. Houd u aan de voorschriften over
fietsverlichting, vergunningen, het rijden op trottoirs, wetgeving over het gebruik van fietspaden en -parcoursen,
helmplicht, kinderzitjes en speciale verkeersregels voor fietsen. U bent zelf verantwoordelijk voor het kennen en
naleven van de wet- en regelgeving.
1. Draag altijd een fietshelm die voldoet aan de meest recente certificeringsnormen en die geschikt is voor uw manier van fietsen.
Volg altijd de instructies van de fabrikant van de helm voor het afstellen, gebruik en onderhoud. De meest ernstige fietsletsels zijn
hoofdletsels die door het dragen van een geschikte helm hadden kunnen worden voorkomen.
7
NL