Zodra is gecontroleerd of de oesofageale retentierand correct is
geplaatst, kunt u het halsbandje ontkoppelen van de tracheale
retentierand op de plek waar het halsbandje dunner is, waar
het tegen de tracheale rand komt, door het voorzichtig door te
knippen met een schaar (afbeelding 6).
Het halsbandje mag niet worden losgemaakt van de
verblijfstemprothese indien:
• het gebruik van een laryngectomiebuisje ertoe kan leiden dat
de prothese losraakt;
• een patiënt al eerder een stemprothese heeft gehad met een
grotere diameter dan de verblijfstemprothese die momenteel
wordt ingebracht;
• de diameter van de TE-punctie aanzienlijk verder is opgerekt
dan de diameter van de stemprothese; of,
• de gezondheid van het stomaweefsel of de fysieke gezondheid
van de patiënt in gevaar is.
Opmerking: Het is belangrijk het halsbandje in de bovenstaande
gevallen niet los te maken van de stemprothese. Bevestig het
halsbandje met tape aan de huid rondom de stoma en observeer
gedurende lange tijd of de stemprothese goed blijft zitten.
De prothese verwijderen
De verblijfstemprothese is geen permanent hulpmiddel en moet
periodiek worden vervangen. De verblijfstemprothese mag in
de TE-punctie blijven totdat deze niet meer goed werkt, dat
wil zeggen, totdat deze lekt of het spreken te moeilijk wordt.
Veel clinici raden aan uiterlijk om de zes maanden na de eerste
plaatsing een routineonderzoek uit te voeren.
De verblijfstemprothese mag uitsluitend worden verwijderd
door de buitenste tracheale rand van het hulpmiddel stevig
beet te pakken met een hemostaat. Trek voorzichtig maar
stevig totdat de stemprothese volledig los is.
Breng een dilatatie-/maatbepalingssysteem van de juiste
diameter in en fixeer het vijf minuten lang met tape voordat u
een nieuwe verblijfstemprothese inbrengt.
110 | 37640-01J