58
nederlands
5. Elektrische aansluiting
De motor moet met een meerpolige werkschakelaar spanningsloos
gemaakt kunnen worden.
Bij hoge watertemperaturen (vanaf 80° C) overeenkomstige hitte-
bestendige aansluitkabel toepassen. De aansluitkabel mag leiding,
pomp- en motorhuis niet aanraken.
Let op de druipwaterdichte kabelinvoer voorzien van trekontlasting
bij kabelingang van klemmenkast.
Voorzekering:
Draaddoorsnede:
Aanloopstroom:
De elektrische aansluiting moet volgens het typeplaatje
plaatsvinden. Voor eventuele uitwisseling adviseren wij de
elektrische aansluiting van een zogenaamde «lus» te voorzien.
Let op dat elektrische gegevens op typeplaatje van pomp
overeenkomen met voedingsspanning.
Opmerking:
Bijzondere aandacht voor aarde aansluiting. De aarddraad moet
langer zijn dan nul- en fasedraden (gevaar voor afbreken).
Voeding
1 ×230 V +6%/–10%, 50 Hz, PE
Nominaalstroom Regeling
Vermogen
Ingebouwde condensator
Pas op
5.1 Aansluitklemmen
Netaansluiting 1×230 V
aarde
L
fase
N nulleiding
Opmerking:
Bij alle werkzaamheden aan de pomp moet de spanning
uitgeschakeld zijn.
De elektrische aansluiting moet door een gekwalifi-
ceerd elektriciën uitgevoerd worden. De aansluiting
moet conform de NEN 1010 en de plaatselijke voor-
schriften geschieden.
max. 10 A traag
max. 1,5 mm
2
= nominaalstroom.
VEA 40, VEB 40
VEB 55
DEB 40
DEB 55
0,2 ... 0,9 A
0,4 ... 1,3 A
min.
0,2 A
0,4 A
Regeling
32 ... 200 W
90 ... 310 W
min.
30 W
90 W
8µF, 400 V
8µF, 400 V
Bij foutieve spanning wordt motor beschadigd.
Voor elke ingreep in klemmenkast voeding
van pomp uitschakelen
Bij foutief aansluiten of foutieve spanning wordt
de motor beschadigt!
23
VEB 100
DEB 100
0,45 ... 2 A
0,6 A
80 ... 450 W
110 W
10µF, 400 V
français
5.2 Schéma de raccordement
Cavalier
enfiché
Cavalier
non enfiché
J1 non enfiché: régime minimal 2
J1 enfiché:
J2 non enfiché: Etat de livraison
J2 enfiché:
Avant de modifier la position du cavalier,
toujours couper le courant!
Ensuite, le rétablir.
5.3 Marche au ralenti (nuit)
La pompe peut être réglée sur une vitesse minimale (min).
(Voir schéma de raccordement: bornes 10 et 13 ext.)
10,13: Régime minimal
MARCHE
10, 11: Pompe ARRÊT
51, 54: Signal d'erreur
51, 64: Signal
de fonctionnement
(min 2)
régime minimal 1
(min 1) Etat de livraison
Limitation
de la vitesse de rotation