2.
Bij de Shiley tracheacanules met cuff en disposable binnencanule (DCT, DFEN) dienen de
cuff en het insufflatiesysteem op lekkage getest te worden voordat de canule wordt ingebracht.
Deze test kan op de volgende wijze uitgevoerd worden: Vul de cuff met de hoeveelheid lucht als
aangegeven in tabel 1 en 2. Kijk vervolgens gedurende enige minuten of de cuff niet leegloopt,
of dompel de canule onder in een steriele fysiologische zoutoplossing en controleer op lekkage.
Leeg de cuff weer alvorens de canule in te brengen.
Inbrengen
LET OP:
Om het inbrengen te vergemakkelijken en om te voorkomen dat de cuff
geperforeerd wordt door scherpe randen van het kraakbeen dient de cuff
teruggevouwen te worden. Dit wordt gedaan door de cuff eerst te vullen.
Beweeg de cuff vervolgens voorzichtig van de distale tip van de buitencanule
vandaan in de richting van de beweegbare halsplaat terwijl deze weer
wordt leeggezogen. Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een forceps of
hemostaat, die de cuff tijdens het terugvouwen kunnen beschadigen.
3.
Verwijder de disposable binnencanule en steek de obturator in de buiten canule. De
obturator moet geheel op zijn plaats zitten voordat de canule bij de patiënt wordt ingebracht.
Om het inbrengen te vergemakkelijken kan op de buitencanule, de cuff en het uitstekende
gedeelte van de obturator een beetje, in water oplosbaar, glijmiddel worden aangebracht.
4.
Na voltooiing van de tracheostomie wordt de canule ingebracht in de trachea van de
patiënt. Verwijder de obturator onmiddellijk nadat de canule op zijn plaats is gebracht.
LET OP:
Bij gebruik van een in water oplosbaar glijmiddel moet u erop letten dat het
glijmiddel niet in het lumen van de buis terecht komt en daardoor verstopping
veroorzaakt waardoor de ademhaling belemmerd zou kunnen worden.
Maak de obturator schoon en bewaar hem binnen handbereik bij de patiënt
voor gebruik bij een eventueel noodzakelijk opnieuw inbrengen van de canule.
WAARSCHUWINGEN:
DE SHILEY DISPOSABLE BINNENCANULE IN DEZE VERPAKKING MAG ALLEEN
VERVANGEN WORDEN DOOR EEN SHILEY DISPOSABLE BINNENCANULE (DIC)
MET HETZELFDE MAATNUMMER.
ER DIENT TE ALLEN TIJDE EEN DISPOSABLE BINNENCANULE (DIC) VOORHANDEN
TE ZIJN BIJ DE PATIËNT. WANNEER ER ADEMHALINGSPROBLEMEN ZIJN,
MOET DE DISPOSABLE BINNENCANULE (DIC) INGEBRACHT WORDEN VOOR
MECHANISCHE BEADEMING VAN DE PATIËNT.
TIJDENS EN NA BEVESTIGING VAN BEADEMINGS- OF ANESTHESIESLANGEN
EN/OF CONNECTORS OP DE DISPOSABLE BINNENCANULE, MOET UITOEFENEN
VAN EEN STERKE DRAAIENDE OF LINEAIRE BEWEGING OF HEEN EN WEER
BEWEGEN VAN DE SLANGEN EN/OF CONNECTORS VERMEDEN WORDEN OM
DISCONNECTIE VAN DE DISPOSABLE BINNENCANULE OF BESCHADIGING VAN
DE TRACHEACANULE TE VOORKOMEN.
54