Vul- En Recirculatieprocedure - dideco D 901 LILLIPUT 1 Instrucciones De Uso

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 23
het gebruikte veneuze reservoir. Open de "ON-OFF"-kraan
(positie "ON").
7) DE MONSTERNEMINGSKRAAN (fig. A)
De kraan van de LILLIPUT kan van zijn plaats worden gehaald en
op de houder worden gemonteerd (D 712). Dankzij de slang die
bij de kraan wordt geleverd is plaatsing binnen een range van
circa 1 meter mogelijk. Controleer of de keuzeschakelaar van de
kraan (ref. 10) in de "OFF" stand staat.
8) AANSLUITING TEMPERATUURVOELERS
De aansluiting voor de arteriële temperatuurvoeler (rood - ref.
11) zit in de buurt van de arteriële uitlaat, terwijl de veneuze voe-
lerhouder (blauw - ref. 12) naast de veneuze inlaat zit. De SORIN
GROUP ITALIA temperatuurvoelers hebben artikelnummer 9026.
9) RECIRCULATIE- EN ONTLUCHTINGSLIJNEN
Controleer of de witte klem (ref. 13) op de recirculatielijn tussen
de arteriële uitlaat van de oxygenatiemodule en het veneuze
reservoir open staat. Sluit de blauwe klem op de ontluchtingslijn
van de oxygenator.
10)AANSLUITING VAN DE GASLIJN
Haal het groene kapje van de gasinlaataansluiting die met "GAS
INLET" (ref. 14) is aangegeven af en sluit er een gaslijn van 1/4"
op aan. Het gas moet toegevoerd worden door een speciale
lucht-/zuurstofmenger zoals de Sechrist artikelnr. 9046 (verkrijg-
baar bij SORIN GROUP ITALIA) of een systeem dat soortgelijke
technische eigenschappen heeft. In het midden van de "GAS
ESCAPE" (ref. 15) aansluiting treft u de aansluiting aan voor een
capnograaf.
VOORZICHTIG
- Het "GAS ESCAPE" systeem is vervaardigd om elk mogelijk
verstoppingsrisico van de gasuitlaat te vermijden; indien de
gasuitlaat namelijk verstopt zou raken zou er onmiddellijk
lucht in het bloedcompartiment terechtkomen.
- SORIN GROUP ITALIA adviseert het gebruik van een
luchtbelopvangsy-steem of een filter op de arteriële lijn om
het risico een embolie bij de patiënt te veroorzaken te
verminderen.
- In geval van continue toediening van de anticoagulans aan
de patiënt dient de female luer lock zonder filter te worden
gebruikt, die op de bovenkant van het reservoir zit.
11)VLUCHTIGE ANESTHETICA
De oxygenator is geschikt voor gebruik met de vluchtige ane-
sthetica isofluraan en sevofluraan, door middel van een geschik-
te verdamper van narcosegassen.
Als deze vluchtige anesthetica worden gebruikt, moet een metho-
de om het gas uit de oxygenator te spoelen in beschouwing wor-
den genomen.
Het protocol, de concentratie en de bewaking van de anesthetica
die aan de patiënt worden toegediend, zijn uitsluitend voor
verantwoordelijkheid van de arts die verantwoordelijk is voor de
behandeling.
ATTENTIE
De enige vluchtige anesthetica die geschikt zijn voor dit gebruik
zijn isofluoraan en sevofluoraan
ATTENTIE
De methodes toegepast voor het spoelen van vluchtige anesthe-
tica mogen op geen enkele wijze het drukniveau bij de oxygena-
torvezels verhogen of verlagen.
F. VUL- EN RECIRCULATIEPROCEDURE
38
ATTENTIE
Gebruik geen vuloplossing op alcohol-basis: hierdoor kan de
goede werking van de oxygenatiemodule aangetast worden.
1) HOUD DE GASFLOW UITGESCHAKELD
2) HOUD DE AFTAPLIJN VAN DE OXYGENATOR GESLOTEN
Controleer of de blauwe klem op de ontluchtingslijn van de oxy-
genator dicht is. Houdt de witte klem op de recirculatielijn open.
3) HET HARD VENEUZE RESERVOIR VAN DE OXYGENATIE-
MODULE ISOLEREN
Sluit de uitlaat van het reservoir "blood outlet" en de veneuze
retourlijn af. Sluit de arteriële lijn af op enkele centimeters van
de arteriële uitlaat van de oxygenator.
4) CONTROLE VAN DE WARMTEWISSELAAR
Controleer nogmaals of de warmtewisselaar intact is en ga na
dat er geen water lekt.
5) HET CARDIOTOMIERESERVOIR VULLEN
Borg alle zuiglijnen die op het cardiotomiereservoir zijn aange-
sloten. Vul het cardiotomiereservoir met voldoende vloeistof en
verzeker u ervan dat de bedoelde hematocriet wordt verkregen,
waarbij u rekening moet houden met het volgende:
- het statische vulvolume van de oxygenator bedraagt 60 ml;
- de slang van 3/16" bevat 19 ml/m;
- de slang van 1/4" bevat 32 ml/m.
Om het veneuze reservoir te vullen of als de inhoud van het car-
diotomiereservoir niet voldoende is (250 ml), dan moet u de
aansluiting naar het reservoir toe openen door de verbindingsk-
lep (ref. 3) die aan de bovenkant van het cardiotomiereservoir
is aangebracht.
6) HET SYSTEEM VULLEN
ATTENTIE
- De druk in het bloedcompartiment van de oxygenatiemodu-
le mag de 100 kPa (1 bar / 14 psi) niet overschrijden.
Verwijder de klem van de uitlaat van het cardiotomiereservoir.
Schakel de arteriële pomp in om de oxygenatiemodule te vullen.
In deze toestand circuleert het bloed tussen de oxygenator en
het veneuze reservoir; de maximum flow mag de 200 ml/min.
niet overschrijden.
7) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LIJNEN OPENEN
Verwijder de klemmen van de veneuze en arteriële lijnen en
verhoog de flow tot 800 ml/min.
8) DE RECIRCULATIELIJN VAN DE OXYGENATOR AFSLUITEN
Sluit de witte klem op de recirculatielijn.
9) DE LUCHT UIT HET SYSTEEM LATEN ONTSNAPPEN
Tijdens deze fase moet op heel het systeem geklopt worden om
ervoor te zorgen dat de microluchtbellen van de wanden van de
slangen loslaten. Na enkele minuten waarin de flow op een hoog
niveau moet worden gehouden zal alle aanwezige lucht afge-
voerd zijn.
10) HET MONSTERNEMINGSSYSTEEM VULLEN
De lucht wordt uit het A/V monsternemingssysteem verwijderd
door de gele stand A/V SHUNT te selecteren. Als de arteriële
druk niet voldoende is om de microluchtbellen uit de lijnen te
verwijderen, moet de arteriële lijn van het circuit gedeeltelijk
worden afgesloten.
11) DE RECIRCULATIELIJNEN OPENEN
Nadat de lucht uit het circuit is verwijderd kan de snelheid van
de arteriële pomp worden teruggebracht tot een flow van
200 ml/min door de recirculatielijn open te zetten en de flow te
laten recirculeren.
12) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LIJN AFSLUITEN
VOORZICHTIG
- Gebruik tijdens de vulfase geen pulserende flow.
- Controleer of de dosering van de anticoagulans in het
systeem juist is alvorens met de bypass te beginnen.
- SORIN GROUP ITALIA adviseert gebruik te maken van de
snelheidsregelaar van de pomp om de arteriële flow
langzaam te verminderen of te stoppen.
- Gebruik de aan-/uitschakelaar van de pomp niet totdat de
snelheid van de pomp nul bedraagt.
G.MET DE BYPASS BEGINNEN
1) DE VENEUZE EN DE ARTERIËLE LIJNEN OPENEN
Haal eerst de klem van de arteriële lijn af en daarna van de veneu-
ze lijn . Start de bypass met een bloedflow die geschikt is met het
oog op de omvang van de patiënt. Houd het bloedpeil in het
veneuze reservoir constant in de gaten.
2) CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE WARMTEWISSELAAR
Controleer de temperatuur van het veneuze en het arteriële bloed.
3) KEUZE VAN DE GESCHIKTE GASFLOW
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido