Inleidende opmerking: Alle in deze handleiding beschreven aan-
wijzingen hebben betrekking op een meelopende valbeveiliger
met een flexibele (EN353-2) of starre (E353-1) ankerlijn, samen-
gesteld uit een vaste installatie (verticale levenslijn) en een
mobiel, individuele lijnklem.
1 Voorafgaande instructies
1) De STOPCABLE levenslijn heeft als doel ernstige risico's op het
vallen van personen te beheersen. Bijgevolg is het noodzakelijk,
voor de veiligheid van de installatie en het gebruik van het materiaal
en de doeltreffendheid ervan, kennis te nemen van deze handlei-
ding en de erin beschreven aanwijzingen vóór en tijdens de instal-
latie en het gebruik van de levenslijn strikt na te leven.
2) Deze handleiding moet aan de verantwoordelijke van het beheer
van de levenslijn worden overhandigd en bewaard worden ter bes-
chikking van alle gebruikers en installateurs. Op aanvraag kunnen
bijkomende exemplaren door Tractel SAS bezorgd worden.
3) Het gebruik van de STOPCABLE leeflijn vereist het gebruik en
de koppeling van een volledig veiligheidsharnas. Het geheel moet
bestaan uit een systeem dat hoogtevallen voorkomt of stopt in oms-
tandigheden die conform de van kracht zijnde reglementeringen en
veiligheidsnormen zijn.
4) De instructieplaat die op alle toegangen tot de leeflijn aange-
bracht moet worden, moet gedurende de volledige levensduur van
de leeflijn volledig leesbaar zijn. Op aanvraag kunnen bijkomende
exemplaren door Tractel SAS bezorgd worden.
5) Elke gebruiker die de STOPCABLE leeflijn gebruikt, moet in
goede fysische en psychologische staat verkeren tijdens het
gebruik van de uitrusting. Neem bij twijfels contact op met uw arts
of met de bedrijfsarts; verboden voor zwangere vrouwen.
Elke persoon moet op voorhand een in veilige omstandigheden
aangepaste theoretische en praktische opleiding met het gebruik
van de PBM's gevolgd hebben, conform de veiligheidseisen. Deze
opleiding moet een volledige voorlichting bevatten over de hoofds-
tukken van deze handleiding betreffende het gebruik.
6) De installatie, het onderhoud en het beheer van de STOPCABLE
levenslijn moeten behoren tot de verantwoordelijkheid van perso-
nen die de veiligheidsreglementeringen beheersen en de op dit
soort materiaal en de bijbehorende uitrustingen toepasbare normen
kennen. Elke verantwoordelijke moet deze handleiding gelezen en
volledig begrepen hebben. De eerste ingebruikname moet onder-
werp uitmaken van een controle door een bevoegd persoon, met
name de conformiteit van de installatie met het dossier van de voo-
rafgaande studie en met deze handleiding.
7) De verantwoordelijke van het gebruik van de levenslijn moet de
constante conformiteit van deze levenslijn controleren en verzor-
gen, net als deze van de PBM's die ermee geassocieerd zijn, de
veiligheidseisen en de van toepassing zijnde normen op dit gebied.
Hij moet de compatibiliteit van de geassocieerde PBM's onderling
en met de levenslijn controleren.
BELANGRIJK: Als de STOPCABLE leeflijn op het hoge uiteinde
geen energieabsorberende schokdemper bevat, dan is het de
verantwoordelijkheid van de persoon die de met de leeflijn uit te
voeren werkzaamheden leidt, ervoor te zorgen dat de lijnklem van
de gebruiker met een energieabsorber (valdemper) is uitgerust die
niet verwijderbaar is gemaakt door een kabeltje.
8) De leeflijn en de ermee geassocieerde uitrustingen mogen
nooit gebruikt worden als ze niet in schijnbare goede staat ver-
keren. Bij het opstellen van dit systeem, mogen de veiligheids-
functies geen beschadigingen vertonen. In geval van visuele
vaststelling van een defecte staat, is het verplicht het vastgestel-
de defect te verhelpen voordat men het gebruik ervan voortzet.
Een bevoegd persoon moet schriftelijk het hergebruik ervan
goedkeuren. Een periodieke controle van de STOPCABLE lee-
flijn en de ermee geassocieerde PBM's moet minstens éénmaal
om de 12 maanden georganiseerd worden, zoals aangegeven in
hoofdstuk 6, onder toezicht van een bevoegd persoon die hier-
voor opgeleid werd. Deze opleiding kan door Tractel SAS ver-
zorgd worden. Deze controle moet conform de Richtlijn
89/656/EEG en de voorschriften van deze handleiding uitge-
voerd worden.
9) Vóór elk gebruik dient de gebruiker de levenslijn visueel te
onderzoeken om te verifiëren of het in goede bedrijfsstaat ver-
keert, en te controleren of de geassocieerde PBM's compatibel
zijn en dat ze correct geplaatst en aangesloten zijn.
10) De levenslijn moet uitsluitend gebruikt worden voor de bes-
cherming van personen tegen een val van een hoogte, conform
de voorschriften van deze handleiding. Geen enkel ander
gebruik is toegestaan. In het bijzonder, de uitrusting mag
nooit gebruikt worden als ophangsysteem. De levenslijn mag
nooit door meer dan één persoon tegelijk gebruikt worden en
nooit onderworpen worden aan een grotere last dan deze aan-
gegeven in deze handleiding.
11) Het is verboden om zelf onderdelen van de Stopcable leeflijn
te herstellen of te wijzigen of niet bijgeleverde onderdelen of niet
door Tractel SAS aanbevolen onderdelen te monteren. De
demontage van de Stopcable levenslijn houdt ernstige risico's in
op lichamelijke of materiële schade (kabel is opgespannen). De
demontage moet verplicht uitgevoerd worden door een technicus
die de risico's van het demonteren van een gespannen kabel
beheerst.
12) Tractel SAS wijst alle verantwoordelijkheid af voor het plaat-
sen van een STOPCABLE levenslijn, uitgevoerd zonder haar
controle.
13) Als om het even welk onderdeel van de STOPCABLE levens-
lijn de val van een gebruiker ondergaan heeft, dan moet de vol-
ledige levenslijn, en meer in het bijzonder de ankers/ steunen, de
bevestigingen en de ankerpunten in de valzone, de persoonlijke
beschermingsmiddelen betrokken in de val verplicht worden
gecontroleerd voordat men het opnieuw gebruikt. Deze controle
moet conform de in deze handleiding beschreven voorschriften
uitgevoerd worden, door een bevoegd persoon. Alleen deze
bevoegde persoon keurt schriftelijk het hergebruik van de uitrus-
ting goed. De niet voor hergebruik geschikte onderdelen of ele-
menten moeten afgedankt worden en vervangen worden,
conform de instructiehandleidingen die bij de onderdelen of ele-
menten door de fabrikant werden bijgeleverd.
Onderdelen moeten bijzonder vervangen worden als:
• Het blokkeermechanisme van de valbeveiliging tijdens de
beweging op de kabel harde punten vertoont: Vervang de lijn-
klem.
• De valbeveiliging blokkeert niet op de kabel: Vervang de lijn-
klem.
• Een eenvoudige actie op de valbeveiliging maakt het mogelijk
de lijnklem van de kabel te verwijderen(vervormd toestel /
slecht aangepaste connector...): Vervang de valbeveiliging /
gebruik een connector die conform is (M10).
• Het toestel glijdt niet of slecht op de kabel (beschadigde kabel
Group
NL
15