7
Service en Onderhoud
Nr. Symptoom van storing
22
Water stroomt uit de
1.
Als dat voortduurt - ter plaatse aangeschaft
veiligheidsgroep -
drukreduceerventiel werkt niet.
deel van de
2.
Als dat voortduurt - is het temperatuur- en
Inlaatregelgroep
overdrukventiel misschien beschadigd.
(alleen EHPT20X-
VM2HB) (sanitair
3.
Als dat zo nu en dan is - vulling van
circuit).
expansievat kan zijn verminderd/blaas
vergaan.
4.
SWW-tank kan te lijden hebben gehad van
terugstroming.
5.
Toestel is te heet geworden - thermische
controles hebben niet gewerkt.
23
Rumoerige
Lucht in watercirculatiepomp.
watercirculatiepomp
24
Lawaai tijdens het
1.
Los leidingwerk in de ventilatiekast.
aftappen van warm
water, gewoonlijk
2.
Verwarmingstoestellen schakelen in/uit.
'smorgens het ergst.
25
Het mechanisch
1.
Verwarmingstoestellen schakelen in/uit.
lawaai hoorbaar uit
cilinder.
2.
3-weg ventiel verandert van positie tussen SWW-
stand en verwarmingsstand.
26
Watercirculatiepomp
Mechanisme ter voorkoming van het vastlopen van
loopt onverwacht
de watercirculatiepomp (normaal) ter voorkoming van
korte tijd.
vorming van kalkaanslag.
27
Melkachtig/Troebel
Zuurstofrijk water
water
(Sanitair circuit)
28 Verwarmingsstand
De tijd van "WACHT" ingesteld in "Eco-instellingen
voor pomp" is te kort. (Ga naar "Servicemenu"
heeft lange tijd stand-
→ "Extra instellingen" → "Eco-instellingen voor
by gestaan (begin niet
pomp").
soepel te werken).
29 De cilinder die werkte
De cilinder is ontworpen voor werking in een stand
met een hogere prioriteit (d.w.z. SWW-modus in
in de verwarm-
dit geval) bij herstel van de stroomvoorziening.
ingsstand voor de
stroomstoring, werkt
in de SWW-modus
na herstel van de
stroomvoorziening.
Jaarlijks onderhoud
Het is van essentieel belang dat de cilinder tenminste eenmaal per jaar wordt nagezien door een gekwalificeerd persoon en eventuele benodigde reserveonderdelen moeten
worden aangeschaft van Mitsubishi Electric. Sluit NOOit veiligheidstoestellen kort en laat het toestel nooit werken zonder dat deze toestellen volledig bedrijfsklaar zijn.
<Aftappen van de cilinder en het primaire verwarmingscircuit (lokaal)>
WAARSCHUWiNG: AFGEtAPt WAtER KAN ZEER HEEt ZiJN
1. Isoleer het toestel van de toevoer van elektriciteit, voordat u de cilinder gaat aftappen, zodat wordt voorkomen dat de dompelweerstand en boosterverwarmingen
doorbranden.
2. Isoleer de koudwatertoevoer naar de SWW-tank.
3. Bevestig een slang op de aftapkraan van de SWW-tank (nr. 17 in Afbeelding 3.1 - 3.5). De slang moet ook bestand zijn tegen hitte omdat het afgetapte water heel heet
kan zijn. De slang moet lopen naar een plaats die lager ligt dan de bodem van de SWW-tank zodat het aftappen goed verloopt.
Open een warme waterkraan en start het aftappen zonder vacuüm.
4. Sluit, wanneer de SWW-tank is leeggelopen, de aftrapkraan en de warmwaterkraan.
5. Bevestig de slang aan de aftapkraan van de boosterverwarming en de aftapkraan van het watercircuit (nr. 13 en nr. 16 in Afbeelding 3.1 en 3.5). De slang moet ook
bestand zijn tegen hitte omdat het afgetapte water heel heet kan zijn. De slang moet lopen naar een plaats die lager ligt dan de aftapkraan van de boosterverwarming
zodat het aftappen goed verloopt. Open de pompafsluiters en de filterafsluiters.
6. Er blijft nog water achter nadat de cilinder is afgetapt.
Laat het filter leeglopen door de kap van het filter te verwijderen.
<Punten voor het jaarlijks onderhoud>
Neem het Logboek voor het Jaarlijks Onderhoud als richtlijn voor het uitvoeren van de noodzakelijke controles op de cilinder en de buitenunit.
55
Mogelijke oorzaak
Uitleg - Oplossing
1.
Controleer de functie van het drukreduceerventiel en vervang het, als dat nodig is.
2.
Draai de handgreep van het temperatuur- en overdrukventiel zodat u kunt
controleren of er vreemde voorwerpen binnenin zitten. Vervang het temperatuur-
en overdrukventiel door een nieuw, als het probleem dan nog niet is verholpen.
3.
Controleer de gaszijdedruk in het expansievat.
Vul bij tot de juiste voorlaaddruk, als dat nodig is.
Als de blaas is vergaan, vervang het expansievat dan door een nieuwe met de
juiste voorlaaddruk.
4.
Controleer de druk in de SWW-tank. Als de druk in de SWW-tank gelijk is aan die
in de inkomende hoofdleiding, kan de koudwatertoevoer die samenkomt met de
inkomende leidingwatertoevoer terugstromen naar de SWW-tank. Onderzoek de
bron van de terug stromingen en herstelde fout in het leidingwerk/koppelingen en
configuratie. Pas de druk aan in de koude toevoer.
5.
Schakel de stroomvoorziening naar de warmtepomp en de dompelweerstanden
uit.
Laat water stromen.
Wacht tot het lozen stopt. Isoleer watertoevoer en vervangen, indien kapot.
Laat handmatig en met de automatische ontluchters de lucht uit het systeem
ontsnappen.
Vul water bij, als dat nodig is, tot 1 bar in het primaire circuit.
1.
Installeer extra klemmen voor het vastzetten van leidingen.
2.
Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
Uit water uit een systeem onder druk ontsnappen zuurstofbelletjes wanneer het water
stroomt. De belletjes verdwijnen.
Verleng de tijd van "WACHT" in "Eco-instellingen voor pomp".
• Normaal bedrijf.
• Wanneer de max. SWW-bedrijfstijd is verstreken of de max. SWW-temperatuur
is bereikt, schakelt de SWW-modus over naar een andere stand (bijv.
Verwarmingsstand).