Voorbereidingen voor het
gebruiken van de effecten
1 Schuif de [ON, STANDBY] schakelaar op het
achterpaneel van dit toestel naar de [ON] stand.
2 Controleer of de [INPUT] en [X-PAD] toetsen
oplichten.
! Als de [INPUT] en [X-PAD] toetsen niet oplichten, moet u ze indruk-
ken zodat ze wel oplichten.
3 Draai aan de [INPUT LEVEL] instelling.
4 Draai aan de [OUTPUT LEVEL] instelling.
5 Gebruik de effecten.
Zie de paragrafen hieronder voor instructies over hoe u de diverse effec-
ten moet gebruiken.
Gebruik van de SCENE FX-functie
Wanneer de instelling in het midden wordt verdraaid, wordt er een
effect toegepast waarbij er een nieuw geluid aan het muziekstuk wordt
toegevoegd, of een geluid uit het muziekstuk wordt verwijderd. Op deze
manier kunt u het muziekstuk een nieuwe sound geven.
1 Druk op een van de [SCENE FX] toetsen.
2 Draai aan de [SCENE FX] instelling.
Wanneer de instelling met de klok mee wordt gedraaid, verandert het
geselecteerde SCENE FX-effect veel.
Wanneer de instelling helemaal tegen de klok in gedraaid wordt, wordt
het SCENE FX-effect niet toegepast; alleen het originele geluid wordt
geproduceerd.
8
Nl
Gebruik van de ISOLATE FX-functie
Wanneer de [LOW], [MID] of [HI] instelling wordt verdraaid, zal de
sterkte van het lage, midden, of hoge frequentie-effect worden vergroot
of verkleind. Het is ook mogelijk om het geluid van specifieke instrumen-
ten te isoleren in de lage, midden, of hoge frequentiebereiken en het
aantal geluiden verhogen of verlagen.
1 Druk op een van de [ISOLATE FX] toetsen.
2 Draai aan de [LOW], [MID] of [HI] instelling.
Wanneer de instelling met de klok mee of tegen de klok in wordt
gedraaid, verandert het geselecteerde ISOLATE FX-effect.
Wanneer de instelling in het midden wordt gezet, wordt het ISOLATE
FX-effect niet toegepast; alleen het originele geluid wordt geproduceerd.
Gebruik van de X-PAD FX-functie
Met deze functie kunnen effecten worden toegepast op de interne
geluidsbronnen van dit toestel en toegevoegd aan het spelende muziek-
stuk. In plaats van de interne geluidsbronnen is het ook mogelijk om
gesamplede geluidsbronnen van SD-geheugenkaart te laden en te
gebruiken en om het spelende geluid te samplen en te gebruiken.
1 Druk op een van de [X-PAD FX] toetsen.
2 Raak het [X-PAD] aan.
Het geselecteerde X-PAD FX-effect verandert aan de hand van de plek op
het [X-PAD] die wordt aangeraakt.
Gebruik van de RELEASE FX-functie
Wanneer u de [RELEASE FX] hendel naar u toe beweegt, verdwijnt het
originele geluid en wordt alleen het effectgeluid geproduceerd. Doe de
hendel terug in zijn oorspronkelijke stand om vloeiend over te gaan van
het effectgeluid naar het originele geluid.
1 Schakel de [RELEASE FX] keuzeschakelaar om.
2 Beweeg de [RELEASE FX] hendel naar uzelf toe.
Het geselecteerde RELEASE FX-effect verandert aan de hand van de
stand van de hendel.
Wanneer de hendel terug wordt gezet naar zijn oorspronkelijke stand,
wordt het effect uitgeschakeld. Eventuele SCENE FX, ISOLATE FX
of X-PAD FX-effecten die eerder waren ingeschakeld, worden ook
uitgeschakeld.