NL
2) Gebruik de toetsen PITCH BEND om de beats
van beide muziekfragmenten gelijk te laten
B
lopen: Zolang u een van de toetsen ingedrukt
houdt, neemt de ingestelde snelheid met 16 %
toe resp. neemt ze af.
3) Door met de draaiknop (14) te draaien, kan de af-
speelsnelheid in functie van de ritmeaanpassing
eveneens worden gewijzigd.
5.14 De sampler bedienen
De sampler met 3 geheugenbanken dient voor het
opslaan en weergeven van maximaal drie verschil-
lende trackfragmenten. Een opgeslagen fragment
kunt u b.v. als klankeffect mengen met een willekeu-
rige trackweergave.
De bediening van de sampler gebeurt via vier sam-
plertoetsen (7): de toets MEMO en de geheugenbank-
toetsen 1, 2 en 3. In elke afzonderlijke geheugenbank
kunt u maximaal 13 seconden speeltijd opslaan.
Om een trackfragment in een van de drie geheu-
genbanken op te slaan, gaat u als volgt te werk:
1) Het beginpunt instellen: Druk eerst op de toets
MEMO. Wanneer tijdens het afspelen het gewen-
ste startpunt van het fragment is bereikt, drukt u
op een van de drie geheugenbanktoetsen 1, 2 of
3. Deze knippert snel.
2) Het eindpunt instellen: Aan het einde van het
gewenste fragment drukt u opnieuw op de betref-
fende geheugenbanktoets. De toets licht nu con-
tinu op.
3) Het trackfragment afspelen: Druk op de geheu-
genbanktoets waaronder het fragment is opges-
lagen. Tijdens het afspelen van het trackfragment
knippert de toets langzaam. Na de weergave licht
de toets opnieuw continu op. Het afspelen van
het trackfragment kan ook vroegtijdig worden
beëindigd door opnieuw op de betreffende
geheugenbanktoets te drukken.
De in de sampler opgeslagen trackfragmen-
ten kunnen tijdens het afspelen van de cd wor-
den ingemengd of tijdens de pauzemodus afzon-
derlijk worden afgespeeld.
nes se mantiene presionado, la velocidad ajustada
E
por el momento aumenta o disminuye de 16 %.
3) Girando la rueda (14), también puede modificar
la velocidad para adaptar el ritmo.
5.14 Utilización del sampler
El sampler con 3 bancos de memoria sirve para
memorizar y reproducir hasta 3 secciones distintas
de canciones. Una sección memorizada puede por
ejemplo, ser mezclada como un efecto de sonido
con cualquier canción reproducida.
El sampler funciona vía los cuatro botones del
sampler (7): el botón MEMO y los botones de los
bancos de memoria 1, 2, 3. En cada banco de
memoria, un máximo de 13 segundos de reproduc-
ción puede ser memorizado.
Para memorizar una sección de una canción en uno
de los tres bancos de memoria, proceder de la
siguiente manera:
1) Seleccionar el punto de arranque: presionar el
botón MEMO. Si durante la reproducción el
punto de arranque deseado de la sección se con-
sigue, presionar uno de los tres botones de los
bancos de memoria 1, 2 o 3. Parpadeará rápida-
mente.
2) Ajustando el punto final: al final de la sección
deseada, presionar el botón del banco de memo-
ria correspondiente de nuevo. Ahora se iluminará
permanentemente.
3) Reproduciendo una sección de una canción: uti-
lizar el botón para el banco de memoria donde la
sección está memorizada. Mientras la sección de
la canción es reproducida, el botón parpadea
lentamente. Después de la reproducción, se ilu-
mina permanentemente de nuevo. La reproduc-
ción de una sección puede también detenerse en
cualquier momento presionando el botón del
banco de memoria correspondiente de nuevo.
Las secciones de canción memorizadas en el
sampler pueden ser añadidas mientras el CD se
reproduce o pueden ser reproducidos individual-
mente en el modo pausa.
34
4) Om een opgeslagen trackfragment door een
nieuw te overschrijven, herhaalt u de stappen 1)
en 2) voor de betreffende geheugenbank.
Na het inschakelen van de cd-speler zijn altijd de
basisinstellingen voor de geheugenbanken van de
sampler geactiveerd. U kunt de instellingen voor
elke geheugenbank afzonderlijk wijzigen (zie tabel
van figuur 6). Om de basisinstellingen van geheu-
genbank 1 te wijzigen:
a) Draai aan de draaiknop SELECT (3) tot in de tekst-
regel (r) SAMPLE MODE1 wordt weergegeven.
b) Druk op de draaiknop SELECT. In de tekstregel
verschijnt SP1/MIX_VOL. Draai de knop evt. ver-
der tot de te wijzigen parameter in de tekstregel
verschijnt.
c) Wijzig de parameter met de draaiknop SET (2).
De instelling wordt weergegeven in het veld
EFFECT (p).
d) Druk op de draaiknop SET. De parameter ver-
dwijnt van het display.
Om de instellingen van geheugenbank 2 resp. 3 te wij-
zigen, draait u de knop SELECT tot SAMPLE MODE2
resp. SAMPLE MODE3 wordt weergegeven. Herhaal
dezelfde procedure zoals voor geheugenbank 1.
De trackfragmenten blijven opgeslagen tot de cd-
speler wordt uitgeschakeld. U kunt ook een andere
cd laden zonder de sampler te wissen.
Parameter
Functie
instelling
SP1 / MIX_VOL
Geluidsvolume
Snelheids-
SP1 / PITCH
wijziging
SP1 / LOOP_SW
Continuweergave
SP1 / REVERSE
Achteruit afspelen
cd in pauze
SP1 / INSERT
schakelen
Fig. 6 De afregelmogelijkheden voor geheugenbank 1
4) Para sobrescribir una sección de una canción
memorizada con una nueva sección, repetir los
pasos 1) y 2) para el correspondiente banco de
memoria.
Después de conectar el lector de CD, los ajustes
básicos para los bancos de memoria del sampler
están siempre activos. Se pueden modificar separa-
damente para cada banco de memoria individual
(ver tabla fig. 6). Para cambiar los ajustes básicos
del banco de memoria 1:
a) Gire el botón SELECT (3) hasta que aparezca en
la línea de texto (r) SAMPLE MODE1.
b) Pulse el botón SELECT. En la línea de texto apa-
rece SP1/MIX_VOL. Si es necesario, continué a
girar el botón hasta que el parámetro a modificar
aparezca en la línea de texto.
c) Modifique el parámetro con el botón SET (2); el
reglaje aparece en el campo EFFECT (p).
d) Presionar el botón SET, el parámetro ya no es
visible en pantalla.
Reglaje de
Parámetro
Función
SP1 / MIX_VOL
Volumen
Modificación
SP1 / PITCH
velocidad
Repetición
SP1 / LOOP_SW
continúa
SP1 / REVERSE
Lectura al revés
Poner el CD en
SP1 / INSERT
Pausa
Esquema 6 Ajustar posibilidades para el banco de memo-
ria 1
6
Klankeffecten activeren
Door de ingebouwde effectgenerator kunnen vol-
gende klankeffecten worden gegenereerd:
1. SCRATCH draaitafel manueel draaien bij het be-
2. BRAKE
3. REVERSE achteruit afspelen
4. PHASER modulatie-effect met doorlopende fa-
5. FLANGER ander modulatie-effect, intensiever
6. ECHO
7. FILTER
8. PAN
9. CHOP
1) Schakel met de toets EFFECT (19) de functie
van de cijfertoetsen (6) naar selecteren van
effecten. Op het display verschijnt de pijl
EFFECT (q).
2) Schakel met de cijfertoetsen (6) het gewenste
effect in. De LED boven de betreffende toets licht
op. Door opnieuw op de toets te drukken, scha-
kelt u het effect opnieuw uit.
Basis-
Instel-
De effecten nr. 1 – 3 kunnen met de effecten nr.
mogelijkheid
4 – 9 worden gecombineerd (ook alle drie tege-
50 %
0 – 100 %
lijk). De effecten nr. 4 – 9 schakelen onderling om.
3) Na het inschakelen van de cd-speler is voor de
0 %
±100 %
effecten steeds de basisinstelling geactiveerd
(zie tabel figuur 7). Om te wijzigen:
OFF
ON/OFF
a) Draai aan de draaiknop SELECT (3) tot in de
tekstregel (r) het te wijzigen effect verschijnt,
b.v. BRAKE MODE.
OFF
ON/OFF
b) Druk op de draaiknop SELECT. In de tekstre-
gel wordt de eerste parameter weergegeven.
OFF
ON/OFF
Draai de knop evt. verder tot de te wijzigen
parameter in de tekstregel verschijnt.
Para cambiar los ajustes del banco de memoria 2 o
3, girar el botón SELECT hasta el SAMPLE MODE2
o SAMPLE MODE3 indicado, luego hacer lo mismo
para el banco de memoria 1.
Las secciones de canción se guardan memorizadas
hasta que el lector de CD se apaga. Así, es también
posible insertar otro CD sin borrar el sampler.
6
Activación de los efectos sonoros
El generador de efectos integrado permite la activa-
ción de los siguientes efectos de sonido:
1. SCRATCH rotación manual de una platina de
2. BRAKE
3. REVERSE lectura al revés
4. PHASER efecto de modulación con desplaza-
5. FLANGER otro efecto de modulación, más inten-
6. ECHO
7. FILTER
8. PAN
Posibilidad
9. CHOP
base
reglaje
1) Con la tecla EFFECT (19), conmute la función de
50 %
0 – 100 %
las teclas numéricas (6) con la selección de efec-
tos, la flecha EFFECT (q) aparece en pantalla.
0 %
±100 %
2) Con las teclas numéricas (6), se conecte el
efecto deseada. El LED encima de la tecla ade-
cuada se ilumina. Con una nueva presión de la
OFF
ON/OFF
tecla, el efecto se desconecta de nuevo.
Los efectos 1 – 3 pueden combinarse con los
OFF
ON/OFF
efectos 4 – 9 (igualmente los tres juntos); los
efectos 4 – 9 conmutan recíprocamente.
OFF
ON/OFF
3) Una vez conectado el lector CD, el reglaje de
base para los efectos está siempre activado (vea
tabla 7). Para modificarlo:
dienen van de draaiknop (14)
aan-/uitlopen van een draaitafel bij
het drukken op de toets
(13)
severschuiving
dan PHASER, doet denken aan het
starten van een straalvliegtuig
Echo-effect
Lage- of hogetonenfilter
Het afspelen wisselt continu tussen
het linker en rechter kanaal
taktgestuurd dempen (interruptor)
disco activando la rueda (14)
inicio/stop de una platina activando la
tecla
(13)
miento de fase continua
sivo que PHASER, recuerda el eleva-
miento de un avión de reacción
efecto eco
filtro graves/agudos
la lectura alterna entre el canal iz-
quierdo y el canal derecho
corte del sonido según el ritmo (portilla)