Aansluiting Van Alle Componenten; Antennes; Luidsprekers; Audio-Aansluitingen - Monacor DSR-2000 Manual De Instrucciones

Dolby surround receiver with dolby pro-logic decode
NL
frontluidsprekers op een gelijke afstand links en
rechts van het TV-toestel geplaatst worden. De
B
DSR-2000 biedt ook de mogelijkheid om een tweede
luidsprekerpaar aan te sturen bijvoorbeeld in een an-
dere kamer.
3.2 Centrumluidsprekers
De centrumluidsprekers worden op dezelfde lijn ge-
plaatst als de frontluidsprekers, exact in het midden.
Bevindt zich het TV-toestel ook op die plaats, dan
moet een magnetisch afgeschermde centrumluid-
spreker gebruikt worden. Zoniet kan de kleurweer-
gave op het scherm beïnvloed worden.
3.3 Surround
De surround-luidsprekers moeten links en rechts van
de luisterplaats op een hoogte van minstens 1,5 m
geplaatst worden, en moeten naar de luisteraars ge-
richt worden (fig. 4). Bij geschikte kamercondities is
het beter de surround-luidsprekers aan het plafond
te bevestigen en ze via de wanden te laten reflecte-
ren in de kamer (fig. 5).

4 Aansluiting van alle componenten

Aangezien de aansluiting varieert met de gebruikte
componenten in een Hifi-systeem, toont fig. 3 enkel
een voorbeeld van een opstelling. Voor een beter
zicht worden enkel de audioverbindingen getoond.
De aansluiting van antennes, luidsprekers, video, sy-
steemcontrole, en voedingsspanning zijn weggela-
ten.

4.1 Antennes

Verbind de FM-antenne met de jack FM 75 Ω (25) en
de AM-antenne met de schroefaansluiting AM (26).
Uiteraard zorgen enkel buitenantennes, of CAI-sy-
stemen (dan wel Kabel) voor een optimale ont-
vangst.

4.2 Luidsprekers

Let bij het aansluiten van de luidsprekers (minstens
8 Ω) op de juiste polariteit. De gemarkeerde kabel
van iedere luidspreker moet altijd met de overeen-
E
El DSR-2000 también ofrece la posibilidad de fun-
cionar con una pareja de altavoces en otra habita-
ción.
3.2 Altavoz central
El altavoz central se coloca en línea con los altavo-
ces frontales, exactamente en el medio de los dos.
Como la TV también se instala en esa situación,
tiene que usarse un altavoz central magnéticamente
aislado, en caso contrario, podría ser que influyera
en la visión del color de la pantalla.
3.3 Surround
Los altavoces surround se colocan a la izquierda y
derecha del oyente, a una altura de como mínimo
1,5 m y directamente orientados hacia el espectador
(fig. 4). Con unas condiciones de habitación favora-
bles, es mejor instalar los altavoces de surround con
un soporte y producir un reflejo del sonido en la
pared de la habitación (fig. 5).
4 Conexión de todos los componentes
Las conexiones del equipo pueden variar depen-
diendo de los componentes existentes en el sistema
HiFi, la fig. 3 solo indica un ejemplo de conexión.
Para una mejor explicación solo se señalan las co-
nexiones de audio. Las conexiones de antenas, alta-
voces, video, sistema de control y alimentación no
están indicadas.

4.1 Antenas

Conectar la antena de FM en la conexión FM 75 Ω
(25) y la antena de AM en el terminal AM (26). Sola-
mente las antenas exteriores ofrecen una recepción
óptima.

4.2 Altavoces

Cuando se conectan los altavoces (como mínimo
8 Ohmios) tener en cuenta la correcta polaridad de
estos, la conexión de cable marcado, corresponde
siempre con la conexión del terminal positivo. Una
24
komstige rode aansluiting verbonden worden. Een
verkeerde aansluiting veroorzaakt een onnatuurlijke
geluidsweergave.
FRONT LUIDSPREKERS (33)
Aansluitingen voor de frontluidsprekers,
de bovenste 4 aansluitingen voor luidsprekerpaar A,
de onderste 4 aansluitingen voor luidsprekerpaar B.
CENTERLUIDSPREKERS (34)
Aansluitingen voor de centerluidsprekers.
SURROUND-LUIDSPREKERS (35)
Aansluitingen voor surround-luidsprekers. Steeds
moeten beide surround-luidsprekers aangesloten
worden. Met slecht één surround-luidspreker aan-
gesloten is er geen geluid.

4.3 Audio-aansluitingen

4.3.1 Platenspeler
Een platenspeler met een magneto-dynamisch ele-
ment kan men verbinden met de PHONO-jacks (27).
4.3.2 CD-speler
Een CD-speler kan verbonden worden met de CD-
jacks (28).
4.3.3 Cassettedeck
Aan de jacks TAPE 1 en TAPE 2 (29) kunt u twee
cassettedecks aansluiten. De REC-aansluitingen
voor opname en PLAY voor het afspelen mogen,
zowel aan de receiver als aan het cassettedeck, niet
met elkaar verwisseld worden.
Verbind cassettedecks, die beschikken over de
mogelijkheid een cassette af te luisteren tijdens het
opnemen, met de TAPE 2-jacks. U kunt dan gebruik
maken van deze functie.
4.3.4 Equalizer
Een equalizer kan, in plaats van een tweede casset-
tedeck, voor de vermogenversterkers tussenge-
voegd worden. Verbind de equalizer met de aansluit-
ingen (29):
TAPE 2 PLAY voor de uitgang van de equalizer
TAPE 2 REC voor de ingang van de equalizer.
De equalizer wordt met de TAPE 2-toets (7) in de sig-
naalweg opgenomen.
conexión incorrecta de la polaridad, produciría una
reproducción del sonido antinatural.
ALTAVOCES FRONTALES (33)
Conexiones de los altavoces frontales
los 4 terminales superiores para la pareja de altavo-
ces A,
los 4 terminales inferiores para la pareja de altavo-
ces B.
ALTAVOZ CENTRAL (34)
Conexiones del altavoz central.
ALTAVOCES SURROUND (35)
Conexiones de los altavoces surround. Siempre tie-
nen que conectarse ambos. Conectando solo un al-
tavoz, no habrá ningún efecto.
4.3 Conexiones de audio
4.3.1 Giradiscos
Puede conectarse un giradiscos en la conexión
PHONO (27).
4.3.2 Reproductor CD
Puede conectarse un reproductor de CD en la cone-
xión CD (28).
4.3.3 Platina cassette
Pueden conectarse dos platinas de cassette en las
conexiones TAPE 1 y TAPE 2 (29). Las conexiones
REC para grabación y PLAY para reproducción no
tienen que mezclarse en el receptor ni en las pla-
tinas.
Conectar la platina de cassette que disponga de
la función de control de grabación "monitoring" en
las conexiones TAPE 2, para poder disponer de esta
función.
4.3.4 Equalizador
Puede insertarse un equalizador en la segunda pla-
tina hacia los amplificadores de potencia. Conectar
el equalizador en las conexiones (29):
TAPE 2 PLAY para la salida del equalizador
TAPE 2 REC para la entrada del equalizador.
El equalizador se controla con el botón TAPE 2 (7).
4.3.5 Extra toestel met lijnuitgang
Een extra toestel met lijnuitgang kan via de AUX-in-
gang (30) aangesloten worden.
4.3.6 Videorecorder en TV-toestel
De audio-ingangen en -uitgangen van een videore-
corder worden verbonden met VIDEO 1-aansluit-
ingen (31). De REC-aansluitingen voor de opname
en de PLAY-aansluitingen voor de weergave mogen,
zowel aan de receiver als aan de videorecorder, niet
met elkaar verwisseld worden. De audio-uitgang van
het TV-toestel wordt aan de VIDEO 2-aansluiting
(32) aangesloten.

4.4 Video-aansluitingen

Parallel met de audiosignalen VIDEO 1 en VIDEO 2
biedt de DSR-2000 de mogelijkheid naar de respec-
tieve videosignalen over te schakelen. Dit is bijvoor-
beeld interessant wanneer het TV-toestel niet over
voldoende video-ingangen beschikt.
1) In dat geval moet de audio-uitgang van het TV-
toestel verbonden worden met de AUX-input (30)
en de video-ingang met de MONITOR OUT-jack
(38).
2) De video-ingangen en -uitgangen van de videore-
corder worden verbonden met de VIDEO 1 PLAY
(36) voor de weergave en VIDEO 1 REC voor op-
name.
3) Een tweede videorecorder (enkel voor weer-
gave), of bijvoorbeeld een beeldplaatspeler, kan
nu aangesloten worden via de VIDEO 2-ingang:
VIDEO 2-jack (32) voor het audiosignaal,
VIDEO 2 PLAY-jack (37) voor het videosignaal.

4.5 Systeemcontrole

Bij de aansluiting van de overeenkomstige toestellen
(bv. de MONACOR CD-speler CD-2000, MONACOR
dubbel cassettedeck TDD-2000), maakt de systeem-
controle een uitgebreide besturing van alle compo-
nenten mogelijk. Zo schakelt de receiver bijvoorbeeld
automatisch over naar de respectieve signaalbron bij
het inschakelen van de CD-speler of het cassette-
deck. Een automatische instelling van het opnameni-
veau van het cassettedeck bij CD-opnames is
4.3.5 Equipo adicional con salida línea
Puede conectarse un equipo adicional con salida
linea en la conexión AUX (30).
4.3.6 Video y TV
Las entradas y salidas de audio del video se conec-
tan en las conexiones VIDEO 1 (31). Las conexiones
REC para grabación y PLAY para reproducción,
nunca pueden mezclarse en el receptor ni en el
video estas conexiones.
Las salidas audio de la TV se conectan con las co-
nexiones VIDEO 2 (32).
4.4 Conexiones de video
Paralelamente a las señales audio de VIDEO 1 y
VIDEO 2 el DSR-2000 ofrece la posibilidad de con-
mutación de las señales de video. Por ejemplo,
cuando la TV no tiene suficientes entradas de video.
1) En este caso la salida de audio de la TV tiene que
conectarse en la entrada AUX (30) y la entrada
video de la TV con la conexión MONITOR OUT
(38).
2) Las entradas y salidas video del equipo de video
se conectan con las conexiones VIDEO 1 PLAY
para reproducción y VIDEO 1 REC para graba-
ción (36).
3) Ahora puede conectarse otro equipo de video con
las conexiones VIDEO 2 (solo para reproduc-
ción):
Conexión VIDEO 2 (32) para las señales audio,
Conexión VIDEO 2 PLAY (37) para las señales
video.

4.5 Sistema de control

Con la conexión de los correspondientes equipos
(Reproductor CD MONACOR CD-2000, platina cas-
sette MONACOR TDD-2000), el sistema de control
realiza una gran variedad de funciones de todos los
componentes. Por ejemplo, el receptor selecciona
automáticamente la entrada correspondiente, si el
reproductor de CD o la platina se conectan. También
se ajusta automáticamente el nivel de grabación du-
rante la copia de un CD en la platina de cassette:
Con el CD a punto para reproducir, la platina ajusta
loading

Este manual también es adecuado para:

21.0080