5. Bediening van de perslucht-bandenspanningsmeter
5.1 Voor de inbedrijfstelling
Het product mag alleen worden gebruikt met gereinigde, condensaat- en olie-
vrije perslucht. De maximale werkdruk van 8 bar mag niet worden overschreden.
Sluit het product aan op de compressor door de snelkoppeling van de persluchts-
lang
aan te sluiten op de steeknippel
17
beurt automatisch. U regelt de luchtdruk met de geïntegreerde drukregelaar
5.2 Inbedrijfstelling
De bandenspanningsmeter met perslucht maakt het oppompen gemakkelijk.
De manometer
wordt gebruikt om de druk te controleren. Met het geïnte-
18
greerde aftapventiel
is het mogelijk een te hoge druk te verlagen.
19
5.2.1 Zonder adapter
Druk de snelsluiting van de hendel
plaatsen.
Plaats de snelsluiting van de hendel
vervolgens weer los.
Bedien de trekker
.
21
Lees de opgebouwde luchtdruk af op de manometer
Laat de trekker
weer los.
21
Duw de snelsluiting van de hendel
ventiel.
5.2.2 Met klepadapter, balnaald, universele adapter
Druk de snelsluiting van de hendel
plaatsen.
Steek de ventieladapter
in de snelsluiting van de hendel
24
hem vervolgens weer los.
Druk nu de ventieladapter
24
Bedien de trekker
.
21
Lees de opgebouwde luchtdruk af op de manometer
Laat de trekker
weer los.
21
Druk de snelsluiting van de hendel
ventiel.
op het product. De vergrendeling ge-
20
naar beneden om deze erop te
22
op het ventiel en laat hem
22
.
18
naar beneden en trek hem van het
22
22
naar beneden om deze erop te
22
22
op het ventiel.
.
18
naar beneden en trek hem van het
22
24
22
.
10
5.2.3 Met verlengstuk
Het verlengstuk
is bestemd voor het reinigen/blazen van holtes of moeilijk
27
bereikbare plaatsen, en ook voor het reinigen van vuile werktuigen. Met de
traploze trekker
kan de perslucht worden gedoseerd.
21
Schroef het verlengstuk
perslucht. Voor deze toepassing heeft u de slang met hendelsnelsluiting
niet nodig.
27
6. Reiniging, onderhoud, vervoer en opslag door de
gebruiker
Reinig en onderhoud uw compressor zorgvuldig en regelmatig. Dit is de enige
en laat
manier om een foutloze werking en een lange levensduur te garanderen.
Ongeacht het aantal werkzaamheden resp. bedieningen, onderhoudt en rei-
nigt u het apparaat na elk gebruik.
6.1 Veiligheidsmaatregelen
Neem bij onderhouds- en reinigingswerken de volgende aanwijzingen in acht:
Schakel de compressor uit door de aan-/uit-schakelaar 8 in de "0" stand
te zetten.
Koppel de compressor los van het stroomnet door de stekker uit het stopcon-
tact te trekken. De compressor is dus gescheiden van de energievoorziening.
Laat de druk van de compressor af om materiële schade te voorkomen.
U kunt bijvoorbeeld een uitblaaspistool met perslucht op de compressor
aansluiten en zo het drukreservoir 3 legen.
25
26
22
rechtstreeks op de bandenspanningsmeter met
27
22
23
NL/BE
51