3.2.1 In-/uitschakelen
Druk de Aan/Uit-schakelaar
wordt ingeschakeld.
Om de compressor uit te schakelen, drukt u de Aan/Uit-schakelaar
in de "0"-stand.
8
3.2.2 Perslucht-voorinstellingen
Volgende drukken zijn vooringesteld:
- Inschakeldruk: ca. 8 bar
- Uitschakeldruk: ca. 10 bar
3.2.3 Perslucht instellen
De manometer
geeft de huidige druk in het drukreservoir 3 aan.
11
Met de drukregelaar
kunt u de gewenste druk instellen (0 -10 bar). Let
10
op het typeplaatje van het aan te sluiten luchtgereedschap!
U kunt de werkelijk geleverde druk aflezen op de rechter manometer 9 .
Deze wordt geleverd bij de twee snelkoppelingen 2 .
3.2.4 Veiligheidsklep
De veiligheidsklep 7 laat nu hoorbaar lucht ontsnappen. Draai vervol-
gens de aftapmoer weer rechtsom.
AANWIJZING
Herhaal dit proces elke 30 bedrijfsuren of ten minste drie keer per jaar.
3.2.5 Condenswater aftappen
Condensatie verzamelt zich op de bodem van de ketel 3 .
Open de aftapschroef 5 aan de onderzijde van de ketel volledig.
Kantel de compressor opzij zodat de aftapschroef 5 zich op het laagste
punt van de ketel 3 bevindt en wacht tot het condenswater volledig is
weggelopen.
Sluit daarna de aftapschroef 5 weer.
50
NL/BE
in de "I" positie. De compressor
8
WARNING!
De veiligheidsklep 7 is ingesteld
op de maximaal toelaatbare druk
van het drukreservoir 3 . Het is
niet toegestaan de veiligheidsklep
7 te verstellen of de verbindings-
vergrendeling tussen de aftapmoer
en zijn dop te verwijderen.
Draai de aftapmoer tegen de klok
in om de uitlaat van de veiligheids-
klep 7 te openen.
LET OP
Het condenswater mag alleen worden afgetapt als de ketel 3 NIET onder
druk staat.
AANWIJZING
Laat het condenswater na elk gebruik, maar ten minste eenmaal per week,
weglopen.
3.2.6 Overdruk laten ontsnappen (druk aanpassen)
Schakel de compressor uit.
Gebruik de overdruk met een luchtgereedschap in de ruststand.
4. Bediening van de persluchtslang
Neem de maximale werkdruk van de slang
alleen binnen de gespecificeerde parameters (zie technische gegevens).
Druk de persluchtslang
in een van de twee snelkoppelingen 2 . De
17
persluchtslang
zit vast.
17
Sluit het persluchtgereedschap aan via de snelkoppeling van de pers-
luchtslang
.
17
Verwijder na het werk het gereedschap van de persluchtslang
snelkoppeling stevig naar achteren te trekken. Houd de persluchtslang
stevig vast, zodat de rondzwaaiende slang niemand kan verwonden.
5
in acht. Gebruik de slang
17
door de
17
17
17