6.3 PARAMETERINSTELLING
De volgende tabel toont de instelmogelijkheden en werkingen van de afzonderlijke parameters. De keuze van een parameter
gebeurt via de menukeuze (volgens 6.1.1 Toetsen).
BELANGRIJK
De veranderingsmodus van de parameters kan uit veiligheidsredenen enkel in STOP-werking (toets
den.
1e LIJN OP DE DISPLAY
uitschakelpunt
(=basislast uit)
inschakelpunt
(=basislast aan)
hoogwater uyt
(=pieklast uit)
hoogwater in
(=pieklast aan)
hoogwater (HW)
(=Overstroming OS)
omschakeltijd
(=looptijd)
vertragingstijd
(=vertraging)
nalooptijd
(=naloop)
cascade werktijd
(=verz. 2de pomp)
pompen samen
(=pompen gelijktijdig is)
max. stroom P1
max. stroom P2
2e LIJN OP DE DISPLAY
(INSTELWAARDE)
Basislast uit ≤ Pieklast uit
en
Basislast aan < pieklast aan
Pieklast aan < OS
en
OS ≤eindwaarde niveausensor
Is uitgeschakeld
tot 300 s
0 tot 180 s
0-180 s
0-60 sec.
is uitgeschakeld
is geactiveerd
0,0 tot 14,0 A
Uitschakelniveau basislast.
Wijziging enkel in stopwerking mogelijk!
Inschakelniveau basislast.
Wijziging enkel in stopwerking mogelijk!
Uitschakelniveau pieklast, de 2de pomp wordt afgeschakeld.
Wijziging enkel in stopwerking mogelijk!
Inschakelniveau pieklast, de 2de pomp wordt bijgeschakeld.
Wijziging enkel in stopwerking mogelijk!
Overstromings-alarm-niveau.
Wijziging enkel in stopwerking mogelijk!
OPMERKING
De waardebepaling van dit niveau gebeurt bijkomend con-
tinu aan de aansluiting voor de vlotterschakelaar OS, onaf-
hankelijk daarvan, welk niveau-automaat uitgekozen werd.
Daarmee kunnen bij behoefte 2 verschillende OS-niveaus
met 2 verschillende automaten gerealiseerd worden.
Bij overschrijden van de ingestelde tijd in basislastwerking
vindt een pompwissel plaats.
Afgeschakeld zorgt ervoor, dat de wissel telkens enkel na het
bereiken van het niveau basislast gebeurt.
Deze functie kan gebruikt worden, om de transportprestatie
van de pomp te controleren.
Hiertoe is een tijd boven de normale wegpomptijd in te stel-
len. Een korte uitschakeling gebeurt als de gevraagde pomp
niet binnen de ingestelde tijd onder het inschakelpunt heeft
weggepompt. Na 3 maal onderbreken achter elkaar volgt de
stoormelding "Looptijd alarm".
De pomp-inschakelvertraging werkt enkel bij de herstart van
de sturing na een uitval van het net. In de „normale" schakel-
werking boven de niveaus N1 en N2 heeft deze instelling geen
betekenis. Deze functie kan gebruikt worden, om het gelijktij-
dig inschakelen van meerdere pompstations na een netuitval
te vermijden.
De pompen lopen bij bereiken van het uitschakelniveau na
voor de ingestelde tijd.
Worden beide pompen in automatische werking gelijktijdig
gevraagd, wordt de 2de pomp pas na de ingestelde tijd inge-
schakeld om bv. een overbelasting van het net te vermijden.
Is deze functie gedeactiveerd, werkt altijd slechts éen pomp
om bv. de overbelasting van het vuilwaternet te vermijden.
De controle van de stroom van de pompmotor leidt bij berei-
ken van de ingestelde waarde tot afschakelen van de pomp
met een storingsmelding. De stromen kunnen apart ingesteld
worden voor iedere pomp.
De storing moet manueel met de toets
woord worden.
OPMERKING
• Een motorstroom onder 0,5 A leidt tot foutmelding
pomp zonder belasting!
• Wordt de nominale stroom op 0 A ingesteld gebeurt
geen controle van de stroomopname van de motor !
57
STOP
) ingeschakeld wor-
BETEKENIS
WAHL/QUIT
NL
beant-