SFA ZPS 2.3 Manual De Instalación página 55

Ocultar thumbs Ver también para ZPS 2.3:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 60
4.5 GEBRUIK VAN INTERNE SENSOR
Als interne sensor wordt een drukautomaat 0 tot 10 kPa (0 tot 1 mWs, 0 tot 100 mbar) gebruikt. Andere meetbereiken kunnen
op wens gerealiseerd worden. Voor aansluiting van de dompelbuis bevindt zich aan de onderste zijwand een slangaansluit-
schroef 6/8 mm.
De gebruikte sensor is als drukverschil uitgevoerd, zodat luchtdrukwijzigingen geëlimineerd worden. Voor exacte nivellering
van het nulpunt dient het menupunt "interne omvormer-nivellering".
MELDING
 Om eventuele luchtverliezen binnen de pneumatische niveaubepaling te nivelleren, moet de drukbuis na
beëindiging van het pompen volledig uit het water zijn. Daartoe is de instelling van een overeenkomstig lan-
ge nalooptijd vereist.
 De pneumaticaslang is steeds stijgend te leggen vanaf de drukbuis tot de sturing. Is dit niet mogelijk, moet
de kleincompressorset voor de luchtinpareling gebruikt worden.
4.6 SIGNAALCONTACTEN
De 4 potentiaalvrije signaalcontacten bevinden zich op het bovenste paneel (links).
De 4 signaalcontacten zijn vrij programmeerbaar: de contacten 1 en 2 staan open in geval van stroomuitval en de contacten 3
en 4 zijn gesloten in geval van stroomuitval.
Als de voeding naar de controller in orde is, worden de signaalcontacten gesloten in geval van een fout of een melding.
5. INBEDRIJFSTELLING VAN DE STURING
Na volledige aansluiting van de pompkabel en de nettoevoer en de niveausensor kunnen na het aanleggen van de netspanning
de parameters van de sturing ingesteld worden. Deze instellingen kunnen enkel door vakpersoneel uitgevoerd worden.
Nu kan de machine door inschakelen van de toets
de schakelpunten gecheckt worden en kunnen er eventueel correcties aangebracht worden.
Test van de sturing zonder pompen
Om de sturing te kunnen testen zonder pomp zijn volgende basisinstellingen vereist:
• Sturing aan een eenfasenet (aansluiting van N en L1) aansluiten,
• Stel de motorstroombegrenzingen voor de pomp in op 0,0 A,
• Draaiveld storing afschakelen,
• Thermocontacten TH2 en TH4 overbruggen,
• Thermische storing voor pomp 1 en pomp 2 deactiveren.
Zijn de overeenkomstige niveauvoelers aangesloten, kunnen nu alle programmafuncties getest worden zonder dat de pompen
aangesloten moeten worden.
6. BEDIENING VAN STURING
De niveausturing is met een toetsblokkering uitgerust. Om te deblokkeren graag 3 s de toets
quit) drukken. Er is ook een overeenkomstige tip in de aanduiding.
Ongeveer 1 minuut na de laatste druk op een toets, is het toetsenbord opnieuw geblokkeerd.
De automatische toetsblokkering na 1 minuut kan in het menu worden gedeactiveerd om instellingen te vereenvou-
digen, bijvoorbeeld tijdens onderhoudswerkzaamheden. De toetsblokkering is alleen actief als de servicemodus is
gedeactiveerd.
6.1 BEDIENINGSPANEEL EN BEDIENINGSELEMENTEN
LCD- display
(2 lijnen met 16
tekens)
AUTO
in werking genomen worden. Door enkele testruns kunnen de ingestel-
Signaal- LED ter aanduiding van
pompwerking :
- Groene: pomp aan
- Rood: fout
55
NL
WAHL/QUIT
(keuze/
Sneltoetsen
loading