NL
4.3.3 Aansluiting 1-fase motor met externe condensator
Voor 230V-pompen is een jumper tussen N - L2 vereist in de netaansluiting
Pomp
1
U1 U2
Z1
C
1~
P1
4.4 AANSLUITING VAN EXTERNE SENSOREN
De klemmenlijsten op de bovenste printplaat worden gebruikt om de externe sensoren en de potentiaalvrije signaaluitgangen
aan te sluiten.
De keuze van de actieve sensors gebeurt in het menu "niveau-sturing" en "therm. storing".
Stroomloos
geopend
Signaalcontacten
potentiaalvrij
Als de thermoschakelaars TH2 en TH4 niet nodig zijn, moeten aan deze klemplaatsen bruggen worden geplaatst. De ther-
moschakelaars TH1 en TH3 kunnen in het menu therm. storing gedeactiveerd worden. De vlotterschakelars moeten sluiten als
ze op het oppervlak drijven en moeten drijvend verbonden zijn. De vereiste signaalspanning wordt in de sturing gecreëerd en
bedraagt 5V.
Toewijzing van de vlotterschakelaars:
SWN1 = pompen 1 en 2 uit
SWN2 = pomp aan
SWN3 = pieklast. De 2e pomp start op.
SWHW = overstromingsalarm
GEVAAR
Voor gebruik in het EX-bereik zijn ofwel vlotterschakelaars met conforme toelating te gebruiken, of er
moeten intrinsiek veilige scheidingsrelais gebruikt worden.
De externe sensor moet een meetstroom tussen 4 en 20 mA leveren. De eindwaarde bij 20 mA kan in het
menu ingesteld worden, zodat de aanduiding in cm kan gebeuren.
Kleinverbruiker
Netaansluiting
Pomp
Pomp
Stroomloos
gesloten
U1 U2
1~
P2
Gebruik de 20 V-uitgang
alleen voor een externe
54
Pomp
2
Z1
C
4-20 mA-sensor