Beschrijving
groep. Indien nodig kan de gebruiker handmatig een andere groep
instellen of de TeamTalk-functie op standby zetten.
AANWIJZING
i
i
Communicatie-eenheden
compatibel met communicatie-eenheden met firmware 4.X.
Om de eenheden gezamenlijk te gebruiken, is een update
nodig (zie hoofdstuk 5.2.5 op pagina 87).
2.2.4
Werkingsprincipe "Headset voor tactische portofoon"
De communicatie-eenheid kan worden gebruikt als headset voor een
aangesloten
tactische
portofoon.
aangesloten via een universele kabel, een directe kabel of een
bluetooth-verbinding.
Als de universele kabel wordt gebruikt, moet de Push-to-Talk-knop
van de betreffende extra aangesloten PTT/RSM-eenheid (bijv. Dräger
C-C 440 of Dräger C-C 550) worden ingedrukt om een radiobericht te
verzenden. In dit geval kan de in de communicatie-eenheid
geïntegreerde Push-to-Talk-knop worden gebruikt om bijvoorbeeld de
spraakversterker te dempen. De toewijzing kan worden ingesteld in de
configuratiesoftware C7.
Bij gebruik van een directe kabel of de bluetooth-verbinding moet de
geïntegreerde Push-to-Talk-knop ingedrukt worden gehouden om een
radiobericht te verzenden. De geïntegreerde Push-to-Talk-knop kan
bovendien worden geconfigureerd om de spraakversterker te dempen
door deze kort in te drukken.
De verstaanbaarheid van de radiografische verbinding kan door het
gebruikte type portofoon worden beïnvloed. Neem hiervoor de
specifieke instellingen de betreffende portofoon in acht.
Met behulp van de configuratiesoftware kan worden ingesteld dat
radioberichten van de commandoleiding automatisch aan alle
communicatie-eenheden van dezelfde groep worden doorgezonden
("Doorsturen van radioberichten", zie pagina 4, afbeelding A). De
tactische portofoon heeft voorrang op de TeamTalk-functie.
76
met
firmware
3.X
zijn
niet
De
portofoon
kan
worden
2.2.5
Beschikbare insteekmodules
De volgende insteekmodules zijn beschikbaar (zie pagina 5,
afbeelding D en E):
Dummy insteekmodule
Ter bescherming van de interface, als er geen andere
insteekmodule nodig is (bijv. tijdens reiniging).
Insteekmodule voor de universele kabel
Voor aansluiting van de communicatie-eenheid op een externe
portofoon via een PTT/RSM-eenheid (bijv. Dräger C-C 440 of
Dräger C-C 550) met QR4-stekker.
Insteekmodule voor de directe kabel
Voor het aansluiten van de communicatie-eenheid op een externe
portofoon.
Insteekmodule voor de bluetooth-verbinding (landspecifieke
beschikbaarheid)
Voor het tot stand brengen van een bluetooth-verbinding met een
portofoon.
Insteekmodule voor de configuratiekabel
Voor het tot stand brengen van een verbinding met de PC als de
communicatie-eenheid moet worden geconfigureerd met de
Dräger-Software C7 (zie hoofdstuk 5.2.5 op pagina 87).
2.3
Beoogd gebruik
De communicatie-eenheid wordt gebruikt in combinatie met de
volgelaatsmaskers van de Dräger FPS 7000 serie. De communicatie-
eenheid is bedoeld voor de volgende doeleinden:
stemversterker bij directe communicatie met een persoon in de
buurt
operationele communicatie (TeamTalk)
headset voor portofoons
Dräger FPS-COM 7000