• De aanslagbalk (B) kan worden verschoven bij de
dwarsaanslag (C). Hiervoor de kartelschroeven (D)
losdraaien en de aanslagbalk (B) in de gewenste
stand zetten. De kartelschroeven (D) weer vast-
draaien.
m LET OP! Aanslagbalk (B) niet te ver in de richting
van de zaagband schuiven.
m LET OP! Bij werkzaamheden aan de machine
moeten alle veiligheidsinrichtingen en afdekkingen
zijn gemonteerd. Het bovenste en onderste bandwiel
is bekleed door een vast aangebrachte beveiliging en
een bewegende behuizingsdeksel. Bij het openen van
het deksel van de behuizing wordt de machine uitge-
schakeld. Het inschakelen is enkel mogelijk als het
deksel gesloten is.
9.
Bediening
9.1 AAN/UIT-schakelaar (15) (afb. 17)
• Door op de groene toets "I" te drukken, kan de zaag
worden ingeschakeld.
• Om de zaag weer uit te schakelen, moet de rode
knop "0" worden ingedrukt.
• De lintzaagmachine is voorzien van een onderspan-
ningsschakelaar. Bij stroomuitval moet de lintzaag-
machine opnieuw worden ingeschakeld.
9.2 Parallelaanslag (afb. 5 +18)
• Plaats de parallelaanslag (14) op de geleiderail (43)
rechts of links van het zaagblad.
• Spanbeugel (42) naar onderen drukken om de pa-
rallelaanslag (14) te bevestigen. Het klemvermogen
van de parallelaanslag kan met de achterste kartel-
moer (41) worden ingesteld.
• Er moet op gelet worden dat de parallelaanslag (14)
altijd parallel loopt ten opzichte van de zaagband
(26).
9.3 Uitvoeren van schuine zaagsnede (afb. 20)
Om schuine zaagsnedes parallel ten opzichte van de
zaagband (26) te kunnen uitvoeren, is het mogelijk om
de zaagtafel (7) van 0° - 45° naar voren te kantelen.
• Vaststelgreep (22) en vleugelmoer (21) losdraaien.
• Zaagtafel (7) naar voren kantelen, tot de gewenste
hoekafmeting op de hoekschaal (35) is ingesteld.
• Vaststelgreep (22) en vleugelmoer (21) weer aan-
halen.
m LET OP! Bij een gekantelde zaagtafel (7) moet de
parallelaanslag (14) in de werkrichting rechts van de
zaagband (26) worden aangebracht. Het wegglijden
van het werkstuk wordt zo verhinderd.
10. Werkinstructies
De volgende adviezen zijn voorbeelden voor een veilig
gebruik van lintzaagmachines.
De volgende veilige werkinstructies worden als bij-
dragen aan de veiligheid beschouwd, kunnen echter
niet voor elk gebruik geheel op maat zijn, volledig zijn
of worden toegepast. Deze adviezen kunnen niet alle
mogelijke, gevaarlijke omstandigheden behandelen en
moeten zorgvuldig worden geïnterpreteerd.
• Bij werkzaamheden in afgesloten ruimtes moet de
machine op een afzuiginstallatie worden aange-
sloten.
• Als de machine buiten bedrijf is, bijv. na afloop van
de werkzaamheden, moet u de zaagband losser
maken. Een overeenkomstige aanwijzing voor het
spannen van de zaagband moet voor de volgen-
de gebruiker op de machine worden aangebracht.
• Niet gebruikte zaagbanden moeten worden verza-
meld en op een droge plek veilig worden bewaard.
Voor gebruik de banden controleren op defecten
(tanden, scheuren).
Defecte zaagbanden niet gebruiken!
• Bij het bedienen van de zaagbanden moeten de
juiste veiligheidshandschoenen worden gedragen.
• Voor aanvang van de werkzaamheden moeten alle
beschermings- en veiligheidsvoorzieningen op de
machine zijn gemonteerd.
• Reinig de zaagband of de zaagbandgeleiding nooit
handmatig met een borstel of schraper in de hand
bij een draaiende zaagband. Ingedroogde zaagban-
den vormen een risico voor de werkveiligheid en
moeten regelmatig worden gereinigd.
• Voor uw persoonlijke veiligheid moeten tijdens de
werkzaamheden een veiligheidsbril en gehoorbe-
scherming worden gedragen. Bij lang haar een
haarnetje dragen. Losse mouwen moeten tot de el-
lebogen worden opgerold.
• Tijdens werkzaamheden de zaagbandgeleiding al-
tijd zo dicht mogelijk tegen het werkstuk plaatsen
• Zorg in de arbeids- en werkomgeving van de machi-
ne voor voldoende lichtomstandigheden.
• Gebruik voor rechte zaagsnedes altijd de leng-
te-aanslag om het kantelen of wegslippen van het
werkstuk te vermijden.
www.scheppach.com
NL | 83