nl
11
Toets lock/alarm off
De toets dient voor het
uitschakelen van het
■
alarmsignaal (zie het hoofdstuk
Alarmfunctie)
in- en uitschakelen van de
■
toetsblokkering.
12
Insteltoetsen +/-
De toetsen dienen voor het
instellen van de temperaturen in
de koel- en diepvriesruimte.
13
°C-toets voor de
compartimentkeuze
Dient voor het selecteren van een
compartiment. Dat is noodzakelijk
om de temperatuur van dit
compartiment te wijzigen of om
bepaalde functies in te schakelen.
14
Super-toets
Wordt gebruikt om de functies
supercool (koelcompartiment) en
superfreeze (vriescompartiment)
in te schakelen.
15
Toets mode
Om speciale functies te kiezen.
92
Apparaat inschakelen
1. Steek eerst de stekker in de
aansluiting op de achterkant van het
apparaat. Controleer of de stekker
goed is aangesloten.
2. Steek dan het andere uiteinde van de
kabel in het stopcontact.
Het apparaat is nu ingeschakeld en er
klinkt een waarschuwingssignaal.
De alarmtoets indrukken om het
alarmsignaal uit te schakelen.
De indicatie "alarm" gaat uit als in het
apparaat de ingestelde temperatuur is
bereikt.
De vooraf ingestelde temperaturen
worden na enkele uren bereikt. Vóór die
tijd geen levensmiddelen in het apparaat
leggen.
De fabriek adviseert de volgende
temperaturen:
Diepvriesruimte: -18 °C
■
Koelruimte: +4 °C
■
Opmerkingen bij/voor het
gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
■
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Door het volledig automatische No
■
Frost systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
Als de deur na het sluiten niet direct
■
weer geopend kan worden, dient u
even te wachten tot de ontstane
onderdruk is opgeheven.
De voorzijden en zijwanden van de
■
behuizing worden deels licht
verwarmd. Dit voorkomt vorming van
condenswater.