Veiligheidsaanwijzingen
contact komt wanneer hij een
lasstroombron van klasse I ge-
bruikt, waarvan de behuizing
door een beschermleiding is
geaard.
z Beschermende kledij
Tijdens de werkzaamheden
moet de lasser over heel zijn
lichaam beschermd zijn tegen
straling en verbranding door
de juiste kledij en gezichtsbe-
scherming. Volgende stappen
dienen in acht te worden ge-
nomen:
– Trek de beschermende kledij
aan voor de laswerkzaamhe-
den.
– Trek handschoenen aan.
– Open vensters, om de lucht-
aanvoer te garanderen.
– Draag een veiligheidsbril.
Aan beide handen moeten
kaphandschoenen van ge-
schikt materiaal (leer) worden
gedragen. Zij dienen in een
perfecte staat te zijn.
Om de kledij te beschermen
tegen vonken en verbranding,
dienen geschikte schorten te
worden gedragen. Wanneer
de aard van de werkzaam-
heden, bijv. lassen boven het
hoofd, dat eist, moet een be-
82
NL/BE
schermend pak worden ge-
dragen en, indien nodig, een
hoofdbescherming.
z Bescherming tegen stralen
en verbrandingen
Wijs op de werkplek met een
affiche "Voorzichtig! Niet in
de vlammen staan!" op het ge-
vaar voor de ogen. De werk-
plekken dienen mogelijk zo te
worden afgeschermd dat per-
sonen in de buurt beschermd
zijn. Onbevoegden moeten uit
de buurt van laswerkzaamhe-
den blijven.
In de onmiddellijke omgeving
van vaste werkplekken mo-
gen de wanden noch licht van
kleur zijn, noch glanzend. Ven-
sters moeten minstens tot op
hoofdhoogte worden beveiligd
tegen doorlaten of weerkaat-
sing van stralen, bijv. door ge-
schikte verf.
z EMC-apparaatclassificatie
Conform de norm IEC 60974- 10
gaat het hier om een lasappa-
raat met de elektromagnetische
compatibiliteit van de klasse A.
Apparaten van de klasse A zijn