2. Afstandsbedieningskabels
Netwerk afstandsbediening
Ongepantserde kabel voor tot en met 10 m; dezelfde spe-
Kabeltypes
cificatie als "1." Bedrading transmissiekabels voor meer
dan 10 m.
Kabeldiameter
Meer dan 0,5 tot 0,75 mm
Voeg een gedeelte van meer dan 10 m bij tot binnen de
Lengte
langst toegestane transmissiekabellengte van 200 m. (Ge-
pantserd gedeelte is meer dan 1,25 mm
8.1. Bedrading voedingskabel
•
De voedingskabels van de apparatuur mogen niet lichter zijn dan de 245 IEC
of 227 IEC norm.
•
Bij installatie moet er een schakelaar met een contactafstand van ten minste
3 mm tussen de polen worden opgenomen in het voedingscircuit van de air-
conditioning.
Dikte voedingskabel: meer dan 1,5 mm
[Fig. 8.1.1] (P.2)
A Schakelaar 16 A
B Overstroombeveiliging 16 A
C Binnenapparaat
D Totale stroomsterkte moet minder dan 16 A zijn
E Trekdoos
[Een stroombreker zonder zekering (NF) of een aardlekschakelaar (NV) se-
lecteren]
Om een NF of een NV in plaats van een combinatie van een Klasse B zekering
met schakelaar te selecteren, moet u het volgende gebruiken:
•
In het geval van een Klasse B zekering van 15 A of 20 A,
NF modelnaam (MITSUBISHI): NF30-CS (15 A) (20 A)
NV modelnaam (MITSUBISHI): NV30-CS (15 A) (20 A)
Gebruik een aardlekschakelaar met een gevoeligheid van maximaal 30 mA 0,1sec.
[Fig. 8.1.2] (P.3)
E Schakelaar 16 A
G Schakelaar 16 A
Voorzichtig:
Gebruik niets anders dan de correcte capaciteitsverbreker en zekering. Het
gebruik van een zekering, kabel of koperdraad met een te grote capaciteit
kan een defect of brand veroorzaken.
8.2. De
afstandsbediening
transmissiekabels voor het binnen- en
buitenapparaat aansluiten
(Afstandsbediening is beschikbaar als optie)
•
Sluit binnenapparaat TB5 en buitenapparaat TB3 aan. (Apolair 2-draads)
De "S" op binnenapparaat TB5 is een gepantserde kabelaansluiting. Zie voor
specificaties van de aansluitkabels de installatie-instructies van het buiten-
apparaat.
•
Monteer een afstandsbediening in overeenstemming met de aanwijzingen die
bij de afstandsbediening zitten.
•
Sluit de "1" en "2" op binnenapparaat TB15 aan op een MA-afstandbediening.
(Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
•
Sluit de "M1" en "M2" op binnenapparaat TB5 aan op een M-NET-afstand-
bediening. (Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
•
Sluit de transmissiekabel van de afstandsbediening aan binnen 10 m met ge-
bruik van een kabel van 0,75 mm
gebruik dan een 1,25 mm
2
aansluitkabel.
[Fig. 8.2.1] (P.4) MA-afstandbediening
[Fig. 8.2.2] (P.4) M-NET-afstandbediening
A Klemmenblok voor transmissiekabel binnenapparaat
B Klemmenblok voor transmissiekabel buitenapparaat
C Aafstandsbediening
•
DC 9 tot 13 V tussen 1 en 2 (MA-afstandbediening)
•
DC 24 tot 30 V tussen M1 en M2 (M-NET-afstandbediening)
[Fig. 8.2.3] (P.3) MA-afstandbediening
[Fig. 8.2.4] (P.3) M-NET-afstandbediening
A Niet-gepolariseerd
C Afstandbediening
•
De MA- en M-NET-afstandbediening kunnen niet tegelijkertijd of afwisselend
worden gebruikt.
50
2
2
)
2
F Overstroombeveiliging 16 A
H Overstroombeveiliging 16 A
en
2
ader. Als de afstand meer dan 10 m is,
B Bovenste niveau (TB15)
D Onderste niveau (TB5)
Opmerking:
Zorg dat er geen draden worden afgekneld als u het deksel van de aansluit-
doos weer terugplaatst. Dit kan leiden tot beschadiging van de bedrading.
Voorzichtig:
Leg de bedrading altijd zo aan dat de draden niet onder mechanische span-
ning staan of te strak worden getrokken. Als dit gebeurt, kunnen draden bre-
ken of oververhit raken en brand veroorzaken.
•
Sluit de voedingsdraden aan op de besturingsdoos met behulp van een buffer-
doorvoer voor trekbelasting (PG-aansluiting of vergelijkbaar). Sluit de
transmissiebedrading aan op het transmissie-aansluitblok via de (uitdruk) ope-
ning in de besturingsdoos, met een normale doorvoer.
•
Als alle bedrading is aangelegd, controleer dan nogmaals of alle verbindingen
goed zijn gemaakt en plaats hierna het deksel van de aansluitdoos weer terug.
Volg hiervoor de stappen voor het verwijderen, maar in omgekeerde volgorde.
Voorzichtig:
Let op dat de voedingsdraden nooit te strak staan. Dit kan leiden tot losra-
ken, oververhitting of brand.
[Fig. 8.2.5] (P.4)
<Beperkingen op de Transmissiekabels>
G Buitenapparaat
I BC-bedieningseenheid
K Afstandsbediening
Opmerkingen:
*1 Aard de transmissiekabel via de aardklem
*2 Als de afstandsbedieningskabel langer dan 10 m is, gebruik dan een 1,25
2
mm
-diameterkabel voor het gedeelte dat langer is dan 10 m, en voeg dat
gedeelte toe voor berekening van de 200 m.
*3 De BC-bedieningseenheid is alleen benodigd voor de R2-lijn van appara-
ten die zowel koelen als verwarmen.
8.3. De elektrische aansluitingen maken
(Zorg ervoor dat u de klemschroeven goed aandraait)
1. Verwijder met een schroevendraaier de 2 schroeven waarmee de afdekplaat
van de aansluitdoos bevestigd is. (1)
[Fig. 8.3.1] (P.4)
A Zijplaat
C Schroef waarmee afdekplaat bevestigd is (2 plaatsen).
2. Sluit de bedrading voor de voeding, transmissiekabel en afstandsbedienings-
eenheid aan, zoals getoond bij 2. Hiervoor hoeft u de aansluitdoos niet los te
maken.
[Fig. 8.3.2] (P.4)
de
<Gezien vanaf de onderkant van de aansluitdoos>
D Klemmenblok voor transmissiekabel
E Transmissiekabel
(Naar de klemmenblokken voor de afstandsbediening, het binnenapparaat en de
BC-bedieningseenheid)
F Naar de eenfase voeding
G Klemmenblok voor de voedingskabel
H Naar klemmenblok voor de transmissiekabel voor het buitenapparaat.
(gebruik gepantserde aardingskabel
I Apolair
J Netwerk afstandsbediening
K 24 tot 30 V gelijkstroom
•
Bevestig de bedrading van de stoombron aan de aansluitdoos m.b.v. een kabel-
doorvoer die spankrachten kan opvangen (een PG-aansluiting of iets derge-
lijks). Sluit de transmissiebedrading aan op het transmissie-aansluiting door
de doordrukopening van de aansluitdoos m.b.v. een gewone kabeldoorvoer.
3. Wanneer u klaar bent met de bedrading, dient u zich er nogmaals van te ver-
zekeren dat er geen speling in de aansluitingen is. Bevestig daarna de afdek-
plaat weer op de aansluitdoos in de omgekeerde volgorde van het verwijde-
ren.
Voorzichtig:
Leg de voedingskabel zo aan dat er geen spanning op staat, anders kan de
kabelaansluiting los gaan of kan er oververhitting of brand ontstaan.
H Aarding
J Binnenapparaat
L Apolair 2-draads
van het buitenapparaat.
B Deksel
aan de kant van het buitenapparaat.)