Bedrading Voedingskabel; De Afstandsbediening En De Transmissiekabels Voor Het Binnen- En Buitenapparaat Aansluiten; De Elektrische Aansluitingen Maken - Mitsubishi Electric PEFY-P-VMH-A-F Manual De Instalación

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 25
<Tabel 1>
Systeemconfiguratie
Lengte transmissiekabel
Gebouwen voorbeeld
Woonhuis of alleenstaande
(voor lawaaibeoordeling)
winkel zonder lawaai
VCTF, VCTFK, CVV, CVS, VVR,
Types transmissiekabel
VVF, VCT of gepantserde CVVS
of CPEVS kabel.
2. Afstandsbedieningskabels
Ongepantserde kabel voor tot en met 10 m; dezelfde speci-
Kabeltypes
ficatie als "1." Bedrading transmissiekabels voor meer dan
10 m.
Kabeldiameter
Meer dan 0,5 tot 0,75 mm
Voeg een gedeelte van meer dan 10 m bij tot binnen de
Lengte
langst toegestane transmissiekabellengte van 200 m. (Ge-
pantserd gedeelte is meer dan 1,25 mm

9.1. Bedrading voedingskabel

De voedingskabels van de apparatuur mogen niet lichter zijn dan de 245 IEC
of 227 IEC norm.
Bij installatie moet er een schakelaar met een contactafstand van ten minste
3 mm tussen de polen worden opgenomen in het voedingscircuit van de air-
conditioning.
Dikte voedingskabel: meer dan 1,5 mm
[Fig. 9.1.1] (P. 4)
A Schakelaar 16 A
C Binnenapparaat
D Totale stroomsterkte moet minder dan 16 A zijn
E Trekdoos
[Een stroombreker zonder zekering (NF) of een aardlekschakelaar (NV) se-
lecteren]
Om een NF of een NV in plaats van een combinatie van een Klasse B zekering
met schakelaar te selecteren, moet u het volgende gebruiken:
In het geval van een Klasse B zekering van 15 A of 20 A,
NF modelnaam (MITSUBISHI): NF30-CS (15 A) (20 A)
NV modelnaam (MITSUBISHI): NV30-CA (15 A) (20 A)
Gebruik een aardlekschakelaar met een gevoeligheid van maximaal
30 mA 0,1sec.
Voorzichtig:
Gebruik niets anders dan de correcte capaciteitsverbreker en zekering. Het
gebruik van een zekering, kabel of koperdraad met een te grote capaciteit
kan een defect of brand veroorzaken.
9.2. De afstandsbediening en de
transmissiekabels voor het binnen- en
buitenapparaat aansluiten
(Afstandsbediening is beschikbaar als optie)
Sluit binnenapparaat TB5 en buitenapparaat TB3 aan. (Apolair 2-draads)
De "S" op binnenapparaat TB5 is een gepantserde kabelaansluiting. Zie voor
specificaties van de aansluitkabels de installatie-instructies van het buiten-
apparaat.
Monteer een afstandsbediening in overeenstemming met de aanwijzingen die
bij de afstandsbediening zitten.
Sluit de "1" en "2" op binnenapparaat TB15 aan op een MA-afstandbediening.
(Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
Sluit de "M1" en "M2" op binnenapparaat TB5 aan op een M-NET-afstand-
bediening. (Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
Sluit de transmissiekabel van de afstandsbediening aan binnen 10 meter met
gebruik van een kabel van 0,75 mm
2
is, gebruik dan een 1,25 mm
aansluitkabel.
[Fig. 9.2.1] (P.4) MA-afstandbediening
[Fig. 9.2.2] (P.4) M-NET-afstandbediening
A Klemmenblok voor transmissiekabel binnenapparaat
B Klemmenblok voor transmissiekabel buitenapparaat
C Aafstandsbediening
44
Voor een enkelvoudig koelsysteem
Maximaal 120 m
Gebouw, kliniek, ziekenhuis of communicatie-
station zonder lawaai dat vermoedelijk ont-
wikkeld wordt door een gelijkstroom/wissel-
stroom-omzetter, een eigen stroomgenerator,
medische uitrusting met een hoge frequen-
tie, radiocommunicatie-uitrusting, enz.
Netwerk afstandsbediening
2
2
)
2
B Overstroombeveiliging 16 A
2
ader. Als de afstand meer dan 10 meter
Minimaal 120 m
Gepantserde CVVS of CPEVS kabel
DC 9 tot 13 V tussen 1 en 2 (MA-afstandbediening)
DC 24 tot 30 V tussen M1 en M2 (M-NET-afstandbediening)
[Fig. 9.2.3] (P.4) MA-afstandbediening
[Fig. 9.2.4] (P.4) M-NET-afstandbediening
A Niet-gepolariseerd
C Afstandbediening
De MA- en M-NET-afstandbediening kunnen niet tegelijkertijd of afwisselend
worden gebruikt.
Opmerking:
Zorg dat er geen draden worden afgekneld als u het deksel van de aansluit-
doos weer terugplaatst. Dit kan leiden tot beschadiging van de bedrading.
Voorzichtig:
Leg de bedrading altijd zo aan dat de draden niet onder mechanische span-
ning staan of te strak worden getrokken. Als dit gebeurt, kunnen draden
breken of oververhit raken en brand veroorzaken.
Sluit de voedingsdraden aan op de besturingsdoos met behulp van een buffer-
doorvoer voor trekbelasting (PG-aansluiting of vergelijkbaar). Sluit de
transmissiebedrading aan op het transmissie-aansluitblok via de (uitdruk) ope-
ning in de besturingsdoos, met een normale doorvoer.
Als alle bedrading is aangelegd, controleer dan nogmaals of alle verbindingen
goed zijn gemaakt en plaats hierna het deksel van de aansluitdoos weer te-
rug. Volg hiervoor de stappen voor het verwijderen, maar in omgekeerde volg-
orde.
Voorzichtig:
Let op dat de voedingsdraden nooit te strak staan. Dit kan leiden tot losra-
ken, oververhitting of brand.

9.3. De elektrische aansluitingen maken

Controleer of de modelnaam op de gebruiksaanwijzingen op het deksel van de
besturingsdoos dezelfde is als de modelnaam op het naamplaatje.
Stap 1
Verwijder de schroeven waarmee het deksel van de besturingsdoos vast zit.
(2 schroeven)
[Fig. 9.3.1] (P. 4)
A Schroeven
Opmerking:
Zorg dat er geen draden worden afgekneld als u het deksel van de aansluit-
doos weer terugplaatst. Dit kan leiden tot beschadiging van de bedrading.
Voorzichtig:
Leg de bedrading altijd zo aan dat de draden niet onder mechanische span-
ning staan of te strak worden getrokken. Als dit gebeurt, kunnen draden
breken of oververhit raken en brand veroorzaken.
Sluit de voedingsdraden aan op de besturingsdoos met behulp van een buffer-
doorvoer voor trekbelasting (PG-aansluiting of vergelijkbaar). Sluit de
transmissiebedrading aan op het transmissie-aansluitblok via de (uitdruk) ope-
ning in de besturingsdoos, met een normale doorvoer.
Als alle bedrading is aangelegd, controleer dan nogmaals of alle verbindingen
goed zijn gemaakt en plaats hierna het deksel van de aansluitdoos weer te-
rug. Volg hiervoor de stappen voor het verwijderen, maar in omgekeerde volg-
orde.
[Fig. 9.3.2] (P. 4)
A Om ervoor te zorgen dat er geen trekkracht van buitenaf mechanische spanning
kan veroorzaken op de aansluitingen op het stroomtoevoer-aansluitblok, dient u
een bufferdoorvoer voor trekbelasting (PG-aansluiting of vergelijkbaar) te ge-
bruiken.
B Voedingsdraden
D Gebruik een normale doorvoer
Voorzichtig:
Let op dat de voedingsdraden nooit te strak staan. Dit kan leiden tot losra-
ken, oververhitting of brand.
Voor een meervoudig koel-
systeem
Onafhankelijk van de lengte
Alle gebouwen
B Bovenste niveau (TB15)
D Onderste niveau (TB5)
B Deksel van aansluitdoos
C Trekkracht
E Transmissiebedrading
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido