Achterkant
Aanslagpunt
Meetverlenging PDA 72 aan onderzijde van het apparaat
bevestigd.
6.4.3 Hoekeenheid
De eenheid voor de hoek, zoals die bij de functie Hellings-
hoek wordt gebruikt, kan worden uitgedrukt in graden,
procenten of in mm/m. De geselecteerde hoekeenheid
wordt weergegeven in een zwart vierkant.
6.4.4 Expertmodus aan/uit
Als de expertmodus is ingeschakeld, kunnen timer en
min/max evenals de meetreferentie in alle functies ge-
combineerd worden gebruikt. Bovendien wordt bij de
functies: Oppervlakte, volume, Pythagoras, trapezium,
indirecte horizontale afstand en indirecte verticale af-
stand aanvullende informatie weergegeven. Als in het
menu Instellingen een schaal is ingesteld, kan deze in de
expertmodus worden weergegeven. De keuzemogelijk-
heden bevinden zich bovenaan het display.
6.4.5 Favorietenbalk wijzigen
In deze instellingen kan de favorietenbalk worden aange-
past. De favorietenbalk maakt een snelle toegang tot de
meest gebruikte functies mogelijk.
1.
Selecteer met behulp van de links- resp. rechts-
toets de functie, die u wilt wijzigen.
2.
Bevestig dit met de meettoets.
3.
Selecteer de gewenste functie met de links- resp.
rechts-toets.
4.
Bevestig dit met de meettoets.
6.4.6 Schaal activeren
Hierbij kan een willekeurige schaal worden ingesteld.
1.
Gebruik de links- resp. rechts-toets om de gewenste
schaal in te stellen.
2.
Bevestig het betreffende getal met de meettoets.
3.
Selecteer het vinkje om de waarde te bevestigen.
AANWIJZING Om de schaalfunctie te gebruiken
moet de expertmodus ingeschakeld zijn.
6.4.7 Geluid in-/uitschakelen
Bij de instelling Geluid aan/uit kan het geluid worden in-
en uitgeschakeld.
1.
Selecteer de gewenste optie met de links- resp.
rechts-toets.
2.
Bevestig dit met de meettoets.
6.4.8 Permanente laser
In de permanente lasermodus wordt bij elke druk op
de meettoets een meting gestart. De laser wordt na de
meting niet uitgeschakeld. Met deze instelling kunnen
meerdere metingen zeer snel na elkaar en met slechts
enkele toetsbedieningen worden uitgevoerd. In de status-
balk van het startbeeldscherm verschijnt het betreffende
symbool.
6.4.9 Weergave van de hellingshoek op het display
aan/uit
In dit menu kan de weergave van de hellingshoek op het
hoofdscherm worden in- of uitgeschakeld.
6.4.10 Kalibratie van de hellingsensor
Om zo nauwkeurig mogelijke hellingmetingen te krijgen,
moet de hellingsensor regelmatig worden gekalibreerd.
Als het apparaat aan een temperatuurverandering of een
schok is blootgesteld, moet een kalibratie van de hel-
nl
115