.................................................................... 52
................................................................. 54
................................................................................... 54
................................................................................... 55
De Pomp Doorspuiten ..............................................................................55
.......................................................................................... 56
....................................................................................... 57
..................................................................................... 60
................................................................... 61
.............................................................................. 82
Diafragmapomp ..........................................................................................88
Pomphoofd ...................................................................................................90
...........................................................................................................92
voordat u het toestel gebruikt. Wanneer u bij een gedeelte aankomt
werk te gaan en de informatie te allen tijde op te volgen.
Let op
i
Let op
bescherming automatisch reset.
beginnen werken aan de uitrusting.
energietoevoer van de motor afsluit, verlaag de druk door de
NL
................................................... 54
........................................................55
........................................................................55
......................................................................55
............................................................ 56
......................................................................82
......................................................................84
NIET met een lichaamsdeel een eventuele lekkage in de
vloeistofslang proberen af te dichten.
geven geen bescherming tegen persoonlijk letsel door
injectie.
compressor uitschakelen en de druk laten ontsnappen
voordat u het apparaat een onderhoudsbeurt geeft, de
spuitmond of beschermkap daarvan schoonmaakt, de
spuitmond verwisselt of het apparaat onbeheerd achterlaat.
Uitschakelen van de compressormotor betekent niet
waarschuwingsmiddel.
te spoelen of te reinigen.
slijtage, knikken van de slang of verkeerd gebruik. Een
van de trekker niet werkt en de beschermkap van de trekker
spuitinstallatie. Dit geldt tevens voor de spuitmonden,
pistolen, verlengstukken en slang.
voor een goede toevoer van verse lucht om opeenhoping van
ontvlambare dampen in de spuitruimte te voorkomen.
elektrische apparaten, open vuur, waakvlammen, hete
objecten en vonkvorming die ontstaat bij het insteken
en uittrekken van elektriciteitssnoeren respectievelijk het
lucht. Het bereik direct boven het vloeroppervlak dient dan
onderdelen waarin vonkvorming kan optreden waardoor
dampen kunnen ontsteken.
52
© Wagner. Alle rechten voorbehouden.