Bediening
5.1
Tanken
Voor de eerste inbedrijfstelling met olie en benzi-
ne vullen.
Benzi-
Normale benzine loodvrij
ne:
Mo-
zie de gebruikershandleiding van de
torolie:
motorfabrikant olie: SAE 10W-30, vul-
hoeveelheid: max. 0,25 l bij een lege
olietank
5.2
Olie bijvullen (Fig. G)
1. Verticuteerder horizontaal uitlijnen:
■
Kantel de verticuteerder met de duw-
boom naar achteren.
■
Snijmechanisme neerlaten: Duw voor de
werkdiepte de draaischakelaar omlaag
en draai in stand "5".
2. Olie bijvullen:
■
Peilstok losdraaien en vulstomp insteken.
■
Olie bijvullen (max. 0,25 l bij lege olie-
tank).
■
Vulstomp verwijderen en peilstok weer
indraaien.
3. Snijmechanisme optillen: Duw voor de werk-
diepte de draaischakelaar omlaag en draai in
stand "1".
LET OP!
Gevaar voor beschadiging van het
apparaat
Het snijmechanisme wordt beschadigd
als het apparaat met neergelaten snij-
mechanisme over een vast oppervlak
wordt gereden.
■
Snijmechanisme optillen: Duw voor
de werkdiepte de draaischakelaar
omlaag en draai in stand "1".
6 BEDIENING
6.1
Algemene aanwijzingen voor het
gebruik
■
Om het apparaat te kunnen starten, moet het
messensysteem volledig vrij kunnen lopen
■
Manoeuvreer het apparaat uitsluitend met
behulp van de duwboom. Daardoor wordt au-
tomatisch een veilige afstand gehandhaafd
■
Uitlaat van de motor schoon houden
■
Zorg ervoor dat u veilig op hellingen staat
■
Verticuteer altijd dwars op de helling
474398_f
■
Verticuteer nooit op steile hellingen
■
Gebruik de verticuteerder uitsluitend in wan-
deltempo
■
Het apparaat nooit met lopende motor kante-
len of vervoeren
■
Controle door een vakman is nodig:
■
wanneer er tegen een obstakel is gere-
den
■
bij onmiddellijke stilstand van de motor
■
bij een verbogen mes
■
bij een verbogen messenbalk
■
bij een defecte V-snaar
6.2
Benzine bijvullen (Fig. H)
OPMERKING
De tankdop bevindt zich bovenop de
benzinetank en is voorzien van het sym-
bool "Benzinepomp".
6.3
Werkdiepte instellen (Fig. I)
LET OP!
Gevaar voor beschadiging van het
apparaat
Stel de werkdiepte uitsluitend in als de
motor uitstaat en de messenbalk stil-
staat.
Stel de werkdiepte van de messenbalk in met de
keuzeknop.
1. Kantel de verticuteerder met de duwboom
naar achteren.
2. Duw de draaischakelaar omlaag en draai in
stand "1".
Standen van de keuzeknop:
1 - 5 = instelling van de werkdiepte
OPMERKING
Zet bij nieuwe messen de keuzeknop
max. op stand 2!
De juiste werkdiepte wordt bepaald aan de hand
van:
■
de toestand van het gazon
■
de slijtage van de messen
Bij een onjuiste werkdiepte:
■
blijft de as staan
■
trekt de motor niet door
Zet de keuzeknop in dat geval op een minder la-
ge werkdiepte.
23