5. VOORBEREIDEN VAN HET WERK
Gebruik alleen brandstof en smeerolie
van goede kwaliteit om de prestaties in
stand te houden en de levensduur van
de mechanische componenten te waar-
borgen.
Eigenschappen van de benzine
Gebruik alleen loodvrije benzine (groen) met een
octaangehalte van minstens 90 N.O.
Loodvrije benzine zorgt altijd voor wat af-
zettingen in de recipiënt indien het langer
dan 2 maanden bewaard wordt. Gebruik
altijd verse benzine!
Eigenschappen van de olie
Gebruik alleen synthetische olie van uitstekende
kwaliteit, specifiek voor tweetaktmotoren.
Bij uw verkoper zijn oliën beschikbaar die speciaal
ontwikkeld werden voor dit type van motor en in
staat zijn om een hoge bescherming te geven.
Het gebruik van deze oliën leidt tot een mengsel
bij 2%, d.w.z. 1 deel olie op telkens 50 delen ben-
zine.
Bereiding en bewaring van het mengsel
GEVAAR!
De benzine en het mengsel zijn ontv-
lambaar!
–
Bewaar de benzine en het meng-
sel in speciale recipiënten voor
brandstof, op een veilige plaats,
uit de buurt van warmtebronnen
of open vuur.
De recipiënten moeten buiten het
–
bereik van kinderen bewaard wor-
den.
–
Niet roken tijdens de bereiding
van het mengsel en de benzine-
dampen niet inademen.
De tabel geeft de hoeveelheden benzine en olie
weer voor de bereiding van het mengsel, naarge-
lang het gebruikte type olie.
Benzine
Synthetische olie 2-takt
liter
1
2
3
5
469601_a
liter
cm
3
0,02
20
0,04
40
0,06
60
0,10
100
10
Voor de bereiding van het mengsel:
–
Doe ongeveer de helft van de benzine in een
geschikte tank.
–
Voeg er alle olie aan toe, volgens de tabel.
–
Voeg de rest van de benzine toe.
–
Sluit de dop en schud krachtig.
Het mengsel is onderhevig aan veroude-
ring. Bereid niet te veel van het mengsel
om afzettingen te voorkomen.
Zorg ervoor dat de recipiënten van de
benzine en het mengsel goed en herken-
baar van elkaar te onderscheiden zijn
om geen vergissing te begaan op het
moment van het gebruik
Reinig de recipiënten van de benzine en
het mengsel periodiek om eventuele af-
zettingen te verwijderen.
2. BIJVULLEN VAN BRANDSTOF
GEVAAR!
Niet roken tijdens het bijvullen en de
benzinedampen niet inademen.
GEVAAR!
Giet de brandstof in het reservoir
voordat u de motor aanzet. Als de mo-
tor aanstaat of warm is mag u geen
brandstof toevoegen of de dop van de
benzinetank afdraaien.
LET OP!
Open de dop van de tank voorzichtig
omdat er druk kan zijn ontstaan aan
de binnenkant.
Vooraleer bij te vullen:
–
Schud de tank van het mengsel krachtig.
–
Plaats de machine op een vlakke en stabiele
ondergrond, met de vuldop van het reservoir
naar boven.
–
Maak de dop van het reservoir en de zone
rond de dop schoon om te voorkomen dat ti-
jdens het bijvullen onzuiverheden terechtko-
men in het mengsel.
–
Open de dop van het reservoir voorzichtig om
de druk geleidelijk aan af te voeren. Vul altijd
bij met een trechter en vul het reservoir niet
tot aan de rand.
0,20
200
59