Hoofdstuk 3
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen
door te voeren of klik op Cancel Changes (Wijzigingen
annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Administration (Administratie) > Log (Logboek)
De router kan logboeken van al het verkeer van uw
internetverbinding bijhouden.
Administration (Administratie) > Log (Logboek)
Logboek
Log
(Logboek) Als u de logboekfunctie wilt uitschakelen,
selecteert u Disabled (Uitgeschakeld). Houd de standaardinstelling
Enabled (Ingeschakeld) aan als u toezicht wilt houden op het
verkeer tussen het netwerk en internet. Als u de logboekfunctie
hebt ingeschakeld, kunt u tijdelijke logboeken weergeven.
Logviewer IP Address
(IP-adres Logviewer) Als uw computer
gebruik maakt van Logviewer-software, kunt u het vaste
IP-adres van de computer waarop deze software wordt
uitgevoerd, invoeren. De router zal bijgewerkte logboeken
naar die computer sturen.
Klik op View Log (Logboek weergeven) als u de logboeken
wilt weergeven.
•
Save the Log
(Logboek opslaan) Klik hierop om deze
informatie op de harde schrijf van uw computer op te slaan.
•
Refresh
(Vernieuwen) Klik hierop om het logboek bij te werken.
•
Clear
(Wissen) Klik hierop om alle informatie die wordt
weergegeven te wissen.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen
door te voeren of klik op Cancel Changes (Wijzigingen
annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Administration (Administratie) >
Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Met de diagnostische tests (Ping en Traceroute) kunt u de
verbindingen van de netwerkapparatuur controleren, met
inbegrip van de internetverbinding.
Administration (Administratie) > Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Simultaneous Dual-Band Wireless-N Gigabit-router
Geavanceerde configuratie
Diagnostische gegevens
Ping-test
Met Ping wordt de status van een verbinding getest.
IP or URL Address
(IP- of URL-adres) Voer het adres in van de
computer waarvan u de verbinding wilt testen.
Packet Size
(Pakketgrootte) Voer de pakketgrootte in die u
wilt gebruiken. De standaardinstelling is 32 bytes.
Number to Ping
(Aantal keer pingen) Geef op hoe vaak u de
verbinding wilt testen. De standaardinstelling is 5.
Start Test
(Test starten) Klik op deze knop om de test te starten.
Op het scherm Ping wordt weergegeven of de test is geslaagd.
Klik op Close (Sluiten) als u wilt terugkeren naar het scherm
Diagnostics (Diagnostische gegevens). Klik op Stop (Stoppen)
als u het testen wilt stoppen.
Ping
Traceroute-test
Traceroute controleert de prestaties van een verbinding.
IP or URL Address
(IP- of URL-adres) Voer het adres in van
de computer waarvan u de verbinding wilt testen.
Start Test
(Test starten) Klik op deze knop om de test te starten.
Op het scherm Traceroute wordt weergegeven of de test is
geslaagd. Klik op Close (Sluiten) als u wilt terugkeren naar het
scherm Diagnostics (Diagnostische gegevens). Klik op Stop
(Stoppen) als u het testen wilt stoppen.
Traceroute
33