5.
Schermconfiguraties
De
schermconfiguratie
ondersteunt geen duiken met meer dan
één gasmengsel. Als u de configuratie
LiGhT heeft geselecteerd en meer dan
één gasmengsel heeft ingesteld, schakelt
de schermconfiguratie tijdens de duik
automatisch over naar cLaSSic.
6.
Duiken met meer dan
één gasmengsel
F
OPMERKING:
U moet PMG instellen op ON als
u met de Galileo met meer dan één
gasmengsel wilt duiken.
De Galileo is voorzien van het ZH-L8 ADT MB
PMG-algoritme. PMG staat voor Predictive
Multi Gas. Dit wil zeggen dat als u meer dan
één gasmengsel programmeert, de Galileo
de overschakeling op een gas/gassen met
een hoger zuurstofpercentage voorspelt
op de diepte(n) die u heeft opgegeven.
De computer voorziet u continu van een
decompressieschema waarbij rekening is
gehouden met alle gasmengsels die u heeft
geprogrammeerd. In andere woorden,
u krijgt gedurende de gehele duik credit
voor de extra gassen die u bij u heeft.
Tegelijkertijd kan de Galileo u laten zien wat
het decompressieschema zou zijn als u de
duik voltooit met het gasmengsel dat u op
dat moment ademt, zodat u voorbereid
bent op onvoorziene situaties.
! WaaRSchUWiNG
- Duiken met meer dan één gas brengt een
hoger risico met zich mee dan duiken
met een enkel gas. Als u als duiker fouten
maakt, kan dit ernstig letsel of de dood tot
gevolg hebben.
- Let op dat u tijdens een duik met meer dan
één gasmengsel altijd ademt uit de cilinder
waaruit u verondersteld wordt te ademen.
Als u op diepte een mengsel met een hoog
zuurstofpercentage ademt, kan u dit direct
fataal worden.
- Markeer al uw ademautomaten en cilinders
LiGhT
zodat u ze nooit door elkaar kunt halen.
- Voorafgaand aan iedere duik en na iedere
cilinderwissel dient u te controleren of
ieder gasmengsel is ingesteld op de juiste
waarde voor de desbetreffende cilinder.
Met de Galileo kunt u maximaal drie
gasmengsels tijdens de duik gebruiken
(uitsluitend lucht en nitrox). De drie mengsels
worden aangeduid met T1, T2 en TD. Het
zuurstofpercentage moet oplopend zijn: T1
heeft het laagste zuurstofpercentage, T2
een waarde die hoger ligt, en TD heeft van
de drie het hoogste zuurstofpercentage.
Twee of meer cilinders kunnen ook
hetzelfde percentage zuurstof bevatten. Als
u met twee mengsels duikt, gebruikt u de
cilinders T1 en TD.
De Galileo kan de druk in iedere cilinder
weergeven mits de desbetreffende eerste
trap is uitgerust met een UWATEC Smart-
zender die gekoppeld is zoals beschreven in
hoofdstuk 2. De Galileo kan, ongeacht of u
zenders gebruikt, worden geprogrammeerd
3