- NL -
5.2.2
Niveauregistratie instellen
Stel voor de optimale werking van het filtersysteem de niveauregistratie in op het waterniveau in
het reservoir. Voor de instelling hebt u een 10 mm-steeksleutel nodig.
Zo gaat u te werk:
R
1. Haal het deksel van de behuizing.
– Bij opgetild reservoirdeksel staat de filtertrommel uit veiligheidsoverwegingen stil en in het
display van de besturing wordt Er11 getoond.
2. Filterpompen uitschakelen en waterniveau controleren.
– Het waterniveau moet zich ter hoogte van de max.-markering aan de binnenkant van de
reservoirwand bevinden maar absoluut ook boven de markering min.
– Evt. waterniveau in de vijver aanpassen.
3. Netspanning uitschakelen (besturing moet spanningsvrij zijn).
4. De beide schroeven van de niveauregistratie losdraaien, zodat deze gemakkelijk kan worden
verschoven.
5. Reservoirdeksel erop leggen.
6. Besturing en filterpompen inschakelen en een reinigingsprocedure starten.
7. Besturing spanningsvrij schakelen en reservoirdeksel eraf halen.
8. Niveauregistratie verschuiven, tot de markering op de behuizing congruent aan het waterni-
veau is.
9. De beide schroeven van de niveauregistratie vastdraaien.
10. Reservoirdeksel erop leggen en besturing inschakelen.
T I P
Voer de instelling zo spoedig mogelijk na het reinigen uit. De zeefelementen vangen
•
continu vuil op. Daardoor daalt het waterniveau in het reservoir.
•
Tenslotte opnieuw een reinigingsprocedure starten en de instelling controleren.
Eventueel de instelling corrigeren.
Instelling opnieuw controleren, wanneer de gewenste waterkwaliteit is bereikt.
•
5.2.3
Statusregistratie van de filterpomp; instellen
T I P
Alleen onder de volgende omstandigheden is een instelling nodig:
De opstellingshoogte van het filterhuis wijkt af van de systeemspecificaties.
•
•
De toegestane leidingwrijvingsverliezen in de toevoerleidingen wijken aanmerkelijk
af.
De statusregistratie van de filterpomp meldt via de systeemmelding Er88, of de filterpomp correct
werkt.
•
Wanneer de filterpompen worden ingeschakeld en soepel lopen, daalt het waterniveau in het
trommelfilter en hangt de vlotterschakelaar vrij.
Als het debiet daalt (bijv. bij een storing aan een filterpomp), stijgt het waterniveau en wordt
•
de systeemmelding Er88 geactiveerd.
– De systeemmelding Er88 wordt pas gegeven, wanneer de statusregistratie continu
10 minuten lang is geschakeld. Daardoor wordt voorkomen, dat kortstondige variaties in
het waterpeil de systeemmelding Er88 genereren.
Om te waarborgen dat de statusregistratie correct meldt, moet de instelling overeenkomstig het
waterniveau in het filterhuis worden gecontroleerd en eventueel worden gecorrigeerd. Bovendien
mogen de verliezen in de toevoerleidingen door de filterpompen maximaal 3,5 mbar (3,5 cm)
bedragen.
De statusregistratie kan indien gewenst worden uitgeschakeld. (→ Statusregistratie van de
•
filterpomp; instellen)
140