- NL -
4.2.2
Inloop vervolgens de gepompt systeem
H, I
De trommelfiltermodule beschikt over twee aansluitingen DN 110 en drie aansluitingen 50 mm
(G2). Bij voorkeur moeten de aansluitingen DN 110 worden gebruikt.
•
Op elke DN 110 aansluiting kan een UVC-zuiveringunit of Bitron Premium een filterpomp
(met OASE toebehoren 77191, 73751) worden aangesloten.
Voor meer circulatiecapaciteit kunnen tot drie filterpompen worden aangesloten op de
•
50 mm (G2) aansluitingen.
Constant bedrijf van de filterpompen is zonder terugslagkleppen mogelijk. Daardoor wordt
•
het drukverlies verminderd.
•
Door de ingebouwde terugslagkleppen is een intermitterend bedrijf van de filterpompen ook
mogelijk bij de 50 mm (G2) aansluitingen.
UVC-zuiveringsunit monteren
Zo gaat u te werk:
UVC-zuiveringsunit aansluiten. (→ gebruiksaanwijzing Bitron Premium)
•
H
Bitron Premium met de driehoeksplaat op het reservoir fixeren.
•
Aansluiting 50 mm (G2)
Zo gaat u te werk:
I
1. Schroefkap met vlakke afdichting van de doorvoering afschroeven.
2. Wartelmoer met slangaansluiting 50 mm (G2) en vlakke afdichting op de doorvoer schroe-
ven. Wartelmoer handvast aandraaien.
3. Slang 50 mm (G2) van de filterpomp op de slangaansluiting schuiven en met een slangklem
borgen.
4.2.3
Inloop aansluiten gravitatiesysteem
J
De trommelfiltermodule beschikt over zeven aansluitingen DN 110 waarmee via de pijpleidingen
de toevoer van de vijver wordt aangesloten.
Advies: Het debiet per inloop DN 110 beperken tot een waarde van 10000 l/h.
•
•
Geschikte pijpleidingen DN 110 voor de verbinding van de bodemuitloop en/of afschuimer en
inloop gebruiken.
Montagemateriaal voor het aansluiten van de pijpleiding DN 110: OASE-accessoire 73751.
•
•
Scherm de pijpleidingen af zodat er geen vissen in kunnen zwemmen.
134