Olie Verversen; Controle Van Isolatie; Storingen Verhelpen - Grindex Primo Serie Manual De Instalación, Operación

5 Onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
Zorg dat u voor aanvang van de werkzaamheden de
veiligheidsinstructies in het hoofdstuk
veiligheid (pagina 28) heeft gelezen en begrepen.
GEVAAR: Inademingsgevaar
Zorg voor het betreden van het werkge-
bied dat de atmosfeer voldoende zuur-
stof bevat en vrij is van giftige gassen.
GEVAAR: Verpletteringsgevaar
Bewegende onderdelen kunnen verstrik-
ken of verpletteren. Schakel altijd de net-
voeding uit voordat u onderhoudswerk
verricht om onvoorzien opstarten te voor-
komen. Wanneer u dat niet doet, kan dit
leiden tot de dood of ernstig lichamelijk
letsel.
WAARSCHUWING: Biologisch gevaar
Infectiegevaar Spoel het apparaat gron-
dig af onder schoon water voordat u er-
mee aan het werk gaat.
VOORZICHTIG: Gevaar voor snijwon-
den
Scherpe randen. Draag beschermende
kleding.
VOORZICHTIG: Verpletteringsgevaar
Zorg dat het unit niet kan wegrollen of
omvallen, met mogelijk letsel of materië-
le schade als gevolg.
VOORZICHTIG: Thermisch gevaar
Laat oppervlakken afkoelen voordat u
daarop te werk gaat of draag hittebe-
schermende kleding.
Zorg ervoor dat u deze eisen opvolgt:
• Open geen ontluchtings- of drainagekleppen en
verwijder geen pluggen zolang het systeem on-
der druk staat. Zorg dat de pomp is afgescheiden
van het systeem en dat de druk is ontlast voordat
u de pomp demonteert, pluggen verwijdert of lei-
dingen ontkoppelt.
Controle van de aardegeleiding
Na servicewerkzaamheden moet de aardegeleiding
(massa) altijd getest worden.

5.1 Olie verversen

Olie controleren
Olie verversen
De olie en de aspakking
vervangen
Inleiding en
Elke 1.000 uur of elke
drie maanden.
Elke 2.000 uur of elke
zes maanden.
Als de olie te veel water
bevat, vervang dan de
olie en de aspakking.
nl - Vertaling vanuit het origineel
1. Draai de olieplug los.
2. Leg de pomp op de zijkant en voer de olie af in
een geschikt vat.
3. Vul de pomp met turbineolie nummer 32.
– Hoeveelheid, Primo D: 0,14 L (0.15 qt)
– Hoeveelheid, Primo S: 0,15 L (0.16 qt)
4. Plaats de pakking en de olieschroef terug en
schroef deze vast.
Zie Afbeelding 2 (pagina 115) en
(pagina 116).

5.2 Controle van isolatie

De isolatieweerstand van de motor moet één keer
per maand gecontroleerd worden.
Controleer de weerstand tussen de fasen en
tussen de fase en de aarde (massa).
Boven 20 MΩ
1–20 MΩ
< 1 MΩ

6 Storingen verhelpen

Inleiding
GEVAAR: Verpletteringsgevaar
Bewegende onderdelen kunnen verstrik-
ken of verpletteren. Schakel altijd de net-
voeding uit voordat u onderhoudswerk
verricht om onvoorzien opstarten te voor-
komen. Wanneer u dat niet doet, kan dit
leiden tot de dood of ernstig lichamelijk
letsel.
De pomp werkt niet of start-stopt-start in snelle
volgorde
Oorzaak Oplossing
De installatie Controleer of:
ontvangt geen
• De stroomschakelaar is inge-
spanning.
schakeld.
• De zekeringen zijn intact.
• Alle zekeringen hebben voe-
ding en zijn stevig aan de ze-
keringhouders bevestigd.
• De motorkabel is niet bescha-
digd.
• De motorkabel is aan beide
uiteinden goed aangesloten.
• De condensator van de enkel-
fasige motor is intact.
Het rotorblad zit • Maak het rotorblad en het in-
vast. laatrooster schoon.
• Maak de pompput schoon.
• Controleer of het rotorblad
goed is afgesteld.
• Plaats een scherm of een op-
vangbak aan de buitenkant
van het inlaatrooster.
Afbeelding 3
Voldoende
De pomp is nog steeds
functioneel, maar de
stroomkabel moet ge-
controleerd worden.
Onderhoud is nodig
31