Bestanden in het flashgeheugen kunnen niet vanuit de PD-C worden bekeken: De actuele software biedt geen
bestandsbeheer waarmee de bestanden in het flashgeheugen kunnen worden bekeken, bewerkt of gewist.
Zodra de PD-C via een micro-usb-kabel met een PC is verbonden, moet de rootdirectory van de PD-C in
het bestandssysteem van Windows onder "Computer" verschijnen. Deze heeft de naam pdc_export. Deze
directory bevat subdirectory's voor alle exporten, chronologisch geordend naar datum en tijd van de export
en de project- en resultaatnaam.
▶ Kopieer de map of het bestand in de directory pdc_export op uw PC.
4.4 Puntmeting en bereiksmeting
Afstandsmetingen kunnen als punt- of bereiksmeting worden uitgevoerd.
Puntmeting
Bij de puntmeting wordt voor het punt waarop wordt gericht de afstand gemeten.
Bereiksmeting
Bij de bereiksmeting wordt voor het bestreken bereik een minimum- of een maximumwaarde bepaald. De
bereiksmeting wordt ingezet bij het registreren van bepaalde afstanden of lengtes en bij moeilijk te meten
afstanden, bijv. bij hoeken, randen, nissen, etc..
Tijdens een bereiksmeting wordt de afstand nagenoeg in realtime weergegeven. De snelheid van de
weergave hangt af van het reflectievermogen van het doeloppervlak.
Na het einde van de meting wordt de resultatenpagina in de projectmap weergegeven.
4.5 Meetbereik
De helderheid van de omgeving is van invloed op het meetbereik.
4.5.1 Bereik vergroten
Metingen in het donker, bij schemering, op verduisterde doelen of bij een verduisterd apparaat leiden in de
regel tot een vergroting van het meetbereik.
Het gebruik van de meetverlenging PDA 72 of een statief vergroot bij grote afstanden de waarschijnlijkheid
van een meetresultaat, omdat de ontvangst van reflecterende stralen wordt vergemakkelijkt.
Ook door het gebruik van doelplaten kan het bereik van het apparaat worden vergroot ( → Pagina 81).
4.5.2 Verminderd bereik
Metingen bij veel omgevingslicht, bijvoorbeeld in het licht van de zon of bij extreem sterke schijnwerpers,
kunnen het bereik verminderen.
Metingen op matte, groene, blauwe of zwarte oppervlakken kunnen het bereik net zo verminderen als natte
of glanzende oppervlakken.
Het bereik kan kleiner worden of het resultaat kan vervalst worden als objecten zich in het optische pad
bevinden of als door glas wordt gemeten.
4.6 Meetdoel registreren met camera-ondersteuning
1. Tip het symbool "camera" aan.
2. Leg het doel met de camera vast en laat het samenvallen met het richtkruis.
3. Activeer de meting.
4. Tip opnieuw het symbool "camera" aan als u de camera-ondersteuning wilt beëindigen.
5 Voorbereiding en instellingen
5.1 Opladen van de geïntegreerde accu
▶ Laad de geïntegreerde accu volledig op voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt (zie → Pagina 76).
5.2 In-/uitschakelen, standby en ontsluiten
5.2.1 Inschakelen
1. Druk kort de Aan/Uit-schakelaar in.
◁ Na 15 tot 20 seconden is het product klaar voor gebruik. Het geblokkeerde display is zichtbaar.
2. Veeg om het slotsymbool te ontsluiten voorbij de rechter displayrand.
◁ De meetresultaten van het actieve project worden weergegeven en u kunt met
functies selecteren.
89