3.7.3 Gereedschapbalk
De gereedschapbalk wordt tijdens de meting weergege-
ven. Deze maakt het mogelijk om assistenten te acti-
veren, tussen de permanente laser en standaardlaser te
wisselen, de doelcamera in te schakelen en de referen-
tiepositie te wijzigen.
3.7.4 Navigatiebalk
In de onderste rand van het display bevindt zich altijd de
navigatiebalk met de volgende elementen:
•
: Functie beëindigen en naar de vorige weergave
of naar het laatst weergegeven menu terugkeren.
•
: Naar het beginscherm gaan.
•
: Alle actieve toepassingen weergeven en beëin-
digen of selecteren.
3.8 Toetsen en symbolen voor het activeren en beëindigen van metingen
Na het inschakelen van de laser kan met een van de drie rubberen meettoetsen een meting worden gestart.
Bij de meeste functies kunnen de metingen bovendien met het meettoetsensymbool op het display worden
gestart, zodra het apparaat is gepositioneerd en klaar is voor de meting.
Als een meting wordt uitgevoerd waarbij vóór het starten van de meting de afstand wordt weergegeven, kunt
u voor het starten de weergegeven afstand aantippen. Bij bereiksmetingen kunt u de meting ook beëindigen
door het aantippen van de weergegeven afstand.
Aanwijzing
Door het indrukken van een van de drie meettoetsen geraakt u direct bij de functie 'Direct'.
3.8.1 Beëindigen van metingen en functies
Met
kunt u elke meting of functie beëindigen.
3.9 Hellingshoeksensor
De in de PD-C geïntegreerde hellingshoeksensor ondersteunt berekeningen bij indirecte metingen. De
geïntegreerde hellingshoeksensor meet de horizontale hellingshoek. Om zo nauwkeurig mogelijke hellings-
metingen te krijgen, moet de hellingsensor regelmatig worden gekalibreerd. Neem de aanwijzingen in de
apparaatsoftware ten aanzien van het regelmatig afstellen in acht. Stel het apparaat bovendien af als het aan
een temperatuurverandering of een schok blootgesteld is geweest.
Het apparaat is niet bedoeld voor het uitvoeren van nauwkeurige hoekmetingen. Gebruik hiervoor een
waterpas of een geschikt precisiegereedschap.
3.10 Meethulpen
3.10.1 Meetverlenging PDA 72
De meetverlenging PDA 72 is gemaakt van aluminium en uitgerust met een niet-geleidende kunststofgreep.
Wanneer de meetverlenging PDA 72 (optie) aan de basis van het apparaat is vastgeschroefd, verschijnt er
een dialoog, waarin de selectie van de meetverlenging moet worden bevestigd. De meetverlenging PDA 72
kan ook aan de achterzijde van het apparaat worden vastgeschroefd.
3.10.2 Korte meetverlenging
Het productpakket bevat een korte meetverlenging (meetpunt). Het design van dit meetpunt is erop gericht
om referentiepunten mogelijk te maken op plaatsen die moeilijk bereikbaar zijn met de vlakke basis van het
apparaat.
Het meetpunt is handig als ruimtediagonalen moeten worden gemeten of als referentiepunten moeilijk
bereikbaar zijn. Neem de aanwijzing voor het optimaliseren van de meetnauwkeurigheid → Pagina 95 in acht.
▶ Gebruik de meetpunt ook regelmatig bij bepaalde indirecte en Pythagoras-metingen, zodat u voor alle
deelmetingen hetzelfde referentiepunt kunt aanhouden.
▶ Berg de meetpunt veilig op in de houder van de apparaathoes.
In oorspronkelijke staat is het uiteinde van de meetpunt afgerond. Daar langdurig gebruik van de meetpunt
kan het uiteinde afslijten.
80