Nederlands
WAARSCHUWING
Pendelbeschermkap sluit niet
Gevaar voor letsel
► Zagen onderbreken.
► Aansluitkabel uit stopcontact trekken, zaa
gresten verwijderen. Bij beschadiging pen
delbeschermkap laten vervangen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
► Volgende instructies in acht nemen:
–
Correcte werkpositie:
–
vooraan aan de bedienerkant;
–
recht tegenover de zaag;
–
naast de zaagbladlijn.
–
Bij het werken het elektrisch gereedschap
altijd met de bedienende hand aan de
handgreep vasthouden. De vrije hand altijd
buiten het gevarenbereik houden.
–
Geleid de machine alleen in ingeschakelde
toestand tegen een werkstuk.
–
Aanzetsnelheid aanpassen om overbelas
ting van de machine of, bij het zagen van
kunststof, het smelten van kunststof te
voorkomen.
–
Niet bij een defecte elektronica van het
elektrisch gereedschap werken, omdat dit
tot te hoge toerentallen kan leiden.
–
Zorg er vóór de werkzaamheden voor dat
het zaagblad de aanslaglinialen, de werk
stuk- en schroefklemmen of andere machi
nedelen niet kan raken.
Wanneer het elektrische gereedschap
niet wordt gebruikt, de stekker uit het
stopcontact trekken. Dit optimaliseert
de levensduur van de elektronica.
8.1
Controleer of de pendelbeschermkap
vrij kan bewegen
De pendelbeschermkap moet altijd vrij
kunnen bewegen en zelfstandig kunnen sluiten.
► Stekker uit het stopcontact trekken.
► Pendelbeschermkap met de hand pakken
en als proef in het zaagaggregaat schuiven.
Pendelbeschermkap moet gemakkelijk te
bewegen zijn en bijna geheel in de pendel
kap kunnen zakken.
Reiniging van het zaagblad
► De ruimte om de pendelbeschermkap altijd
schoon houden.
58
► Stof en spanen met behulp van perslucht uit
de beschermkap blazen of verwijderen met
een kwast.
8.2
Werkstukklem
Voor bevestiging als volgt te werk gaan
► Trek vóór de montage van de werkstukklem
de stekker uit het stopcontact.
► Plaats de werkstukklem [5-7] in een van de
boorgaten [5-9]. De werkstukklem moet
zich vóór het werkstuk bevinden.
8.3
Werkstuk spannen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
► Volgende instructies in acht nemen:
Goede bevestiging door meegeleverde
–
werkstukklem - Span werkstukken altijd
met de werkstukklem vast. Daarbij moet de
neerdrukarm goed op het werkstuk liggen.
(Opmerking: afhankelijk van de contouren
van het werkstuk, bijv. ronde contouren,
kunnen hier hulpmiddelen voor nodig zijn).
Geen werkstukken bewerken die niet goed
kunnen worden vastgezet.
–
Grootte - Geen te kleine werkstukken be
werken. Afgesneden reststuk mag om vei
ligheidsredenen niet kleiner dan 30 mm
lang zijn. Kleine werkstukken kunnen door
het zaagblad naar achteren in de spleet
tussen zaagblad en aanslagliniaal getrok
ken worden. Het afgezaagde reststuk moet
om veiligheidsredenen nog veilig vast te
spannen zijn met de werkstukklem.
–
Ga heel voorzichtig te werk, zodat geen
werkstukken door het zaagblad naar ach
teren in de spleet tussen het zaagblad en
de aanslagliniaal getrokken worden. Dit ge
vaar bestaat met name bij horizontale ver
steksneden.
Lange werkstukken
Werkstukken die over het zaagvlak uitsteken,
extra ondersteunen.
► Systainer als vergroot steunvlak gebruiken.
► Werkstuk door meegeleverde werkstuk
klem vastzetten.
Dunne werkstukken
Dunne werkstukken kunnen bij het zagen klap
peren of breken.
► Werkstuk verstevigen: Samen met sloop
hout inspannen.