Nederlands
8.2
Controleer of de pendelbeschermkap
vrij kan bewegen
De pendelbeschermkap moet altijd vrij
kunnen bewegen en zelfstandig kunnen sluiten.
► Stekker uit het stopcontact trekken.
► Pendelbeschermkap met de hand pakken
en als proef in het zaagaggregaat schuiven.
Pendelbeschermkap moet gemakkelijk te
bewegen zijn en bijna geheel in de pendel
kap kunnen zakken.
Reiniging van het zaagblad
► De ruimte om de pendelbeschermkap altijd
schoon houden
► Stof en spanen met behulp van perslucht uit
de beschermkap blazen of verwijderen met
een kwast.
8.3
Werkstuk spannen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
► Volgende instructies in acht nemen:
Goede bevestiging - Span de werkstukken
–
altijd met de werkstukklem vast. Daarbij
moet de neerdrukarm [17.2]goed op het
werkstuk liggen. (Opmerking: afhankelijk
van de contouren van het werkstuk, bijv.
ronde contouren, kunnen hier hulpmidde
len voor nodig zijn). Geen werkstukken be
werken die niet goed kunnen worden vast
gezet.
Grootte - Geen te kleine werkstukken be
–
werken. Afgesneden reststuk mag om vei
ligheidsredenen niet kleiner dan 30 mm
lang zijn. Kleine werkstukken kunnen door
het zaagblad naar achteren in de spleet
tussen zaagblad en aanslagliniaal getrok
ken worden.
–
Ga heel voorzichtig te werk, zodat geen
werkstukken door het zaagblad naar ach
teren in de spleet tussen het zaagblad en
de aanslagliniaal getrokken worden. Dit ge
vaar bestaat met name bij horizontale ver
steksneden.
Versterk zeer dunne werkstukken [24.1]
–
door deze samen met een extra lijst [24.2]
door te zagen. Dunne werkstukken kunnen
bij het zagen klapperen of breken.
Ga bij het inspannen als volgt te werk
► Leg het werkstuk op de zaagtafel en druk
het tegen de aanslaglinialen .
80
► Open de spanhendel [17.1] van de werk
stukklem.
► Draai aan de werkstukklem tot de neer
drukarm [17.2] boven het werkstuk staat.
► Laat de neerdrukarm op het werkstuk neer.
► Sluit de spanhendel[17.1].
8.4
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop [2.2] trap
loos tussen 1400 en 3600 min
steld. Daardoor kunt u de zaagsnelheid aan het
betreffende materiaal optimaal aanpassen.
Aanbevolen stand van de stelknop
Hout
Kunststof
Vezelmaterialen
Aluminium- en nonferro-profielen
8.5
Zaagsneden zonder trekbeweging
► Stel de machine naar wens in.
► Span het werkstuk vast.
► Schuif het zaagaggregaat tot de aanslag
naar achteren (richting werkstukaanslag)
en zet de draaiknop [1.5] voor de klemming
van de trekinrichting vast, of fixeer het zaa
gaggregaat in de speciale afkortstand (al
leen KS 120 REB).
► Schakel de machine in.
► Leid het zaagaggregaat aan de handgreep
[1.1] langzaam naar beneden en zaag het
werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse
beweging door.
► Schakel de machine uit en wacht tot het
zaagblad geheel tot stilstand is gekomen.
► Draai het zaagaggregaat weer omhoog.
8.6
Zaagsneden met trekbeweging
► Stel de machine naar wens in.
► Span het werkstuk vast.
► Trek het zaagaggregaat langs de trekstan
gen naar voren.
► Schakel de machine in.
► Leid het zaagaggregaat aan de handgreep
[1.1] langzaam naar beneden.
► Druk het zaagaggregaat met een gelijkmati
ge voorwaartse beweging naar achteren en
zaag het werkstuk.
► Schakel de machine uit.
► Wacht tot het zaagblad geheel tot stilstand
is gekomen en draai dan pas het zaagag
gregaat naar boven.
worden inge
‑1
3 - 6
3 - 5
1 - 3
3 - 6