Vf: Weergave Van De Stroming; Po: Weergave Van Het Afgegeven Vermogen; C1: Weergave Van De Fasestroom; Rs: Weergave Van De Draaisnelheid - DAB E.sybox Instrucciones Para La Instalación Y El Mantenimiento

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 560

7.4.4 - VF: weergave van de stroming

Geeft de stroming weer in de gekozen meeteenheid. De meeteenheid
kan [l/min] of [gal/min] zijn, zie par. 7.5.4 - MS: Matenstelsel.
7.4.5 - PO: weergave van het opgenomen vermogen
Vermogen dat wordt opgenomen door de elektropomp in [kW].
Onder het symbool van het gemeten vermogen PO kan een knipperende
cirkel verschijnen. Dit symbool geeft het pre-alarm aan voor overschrijd-
ing van het maximaal toegestane vermogen.

7.4.6 - C1: weergave van de fasestroom

Fasestroom van de motor in [A].
Onder het symbool van de fasestroom C1 kan een knipperende cirkel
verschijnen. Dit symbool geeft het pre-alarm aan voor overschrijding van
de maximaal toegestane elektrische stroom. Als het symbool knippert met
regelmatige tussenpozen wil dat zeggen dat de overstroombeveiliging op
de motor op het punt staat in werking te treden en dat hoogstwaarschijn-
lijk ook zal doen.

7.4.7 - RS: weergave van de draaisnelheid

Draaisnelheid die wordt aangedreven door de motor in tpm.
7.4.8 - TE: weergave dissipatortemperatuur

7.5 - Menu Installateur

Houd vanuit het hoofdmenu de toetsen "MODE" en "SET" en "-" tegeli-
jkertijd ingedrukt totdat op het display de eerste parameter van het instal-
latiemenu verschijnt (of gebruik het selectiemenu door op "+" of "-" te
drukken). Met het menu kunnen diverse configuratieparameters worden
weergegeven en gewijzigd: met de toets MODE kan door de menupa-
gina's worden gescrold, met de toetsen "+" en "-" kan de waarde van de
betreffende parameter respectievelijk worden verhoogd en verlaagd. Om
het huidige menu af te sluiten en terug te keren naar het hoofdmenu,
druk op SET.

7.5.1 - RP: instelling van de drukverlaging voor herstart

Drukt de drukverlaging ten opzichte van de SP-waarde uit die herstart
van de pomp veroorzaakt.
Als de setpointdruk bijvoorbeeld 3,0 [bar] bedraagt en RP is 0,5 [bar],
vindt de herstart plaats bij 2,5 [bar].
RP kan worden ingesteld van een minimum van 0,1 tot een maximum
van 1 [bar].
In bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld bij een setpoint dat lager is
dan RP zelf) kan hij automatisch worden beperkt.
Om het de gebruiker gemakkelijker te maken verschijnt op de instelling-
spagina van RP de effectieve herstartdruk ook onder het RP-symbool, zie
Afbeelding 18.
Afb. 18: Instelling van de herstartdruk

7.5.2 - OD: type installatie

Mogelijke waarden zijn 1 en 2, hetgeen staat voor een starre of een elast-
ische installatie.
Bij het verlaten van de fabriek is de waarde 1 ingesteld, die geschikt is
voor de meeste installaties. Als er sprake is van drukschommelingen die
niet gestabiliseerd kunnen worden aan de hand van de parameters GI en
GP, moet de waarde 2 worden ingesteld.
BELANGRIJK: in de twee configuraties veranderen ook de waarden
van de regelparameters GP en GI. Daarnaast zijn de waarden van
GP en GI die zijn ingesteld in modus 1 ondergebracht in een ander
geheugen dan de waarden van GP en GI die zijn ingesteld in modus 2.
De waarde van GP in modus 1 wordt derhalve bij overgang naar modus
2 vervangen door de waarde van GP in modus 2, maar wordt bewaard
en kan worden teruggevonden bij terugkeer in modus 1. Een zelfde
waarde die te zien is op het display heeft een ander gewicht in de ene
of de andere modus, aangezien het controle-algoritme verschilt.
7.5.3 - AD: configuratie van het adres
Dit is alleen van betekenis bij een aansluiting met meerdere pompen.
Deze parameter stelt het communicatie-adres in dat moet worden
toegewezen aan het apparaat. De mogelijke waarden zijn: automatisch
NL
NEDERLANDS
257
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido