NL
BE
Toegestane filters en mondstuk-
ken
• Filter
• Vouwfilter (25)
• Filterzak
• Fijnstof-filterzak
• Mondstukken
• alle
Blazen
Blaasfunctie voorbereiden (Fig. E)
1. Verwijder filter en filterzak.
Zie Filter en filterzak monteren en de-
monteren, Pag. 62.
2. Steek de zuigslang (19) in de aanslui-
ting blazen (15).
zie Zuigslang monteren en demonte-
ren, Pag. 62.
In- en uitschakelen
Voorbereiding
1. Wikkel de zuigslang (19) volledig af.
2. Bereid het apparaat voor de gewenste
functie voor: Filter, filterzak, zuigslang,
zuigbuis, mondstuk
3. Steek de stekker van het apparaat in
een stopcontact.
Inschakelen
1. Breng de aan-/uitschakelaar (1) in
stand „I" (AAN).
Uitschakelen
1. Breng de aan-/uitschakelaar (1) in
stand „0" (UIT).
2. Tijdens werkpauzes kunt u de telesco-
pische zuigbuis (18) met de borglip
(17) aan de zuigbuishouder (8) han-
gen.
3. Haal de stekker van het apparaat uit
het stopcontact als u het apparaat on-
beheerd achterlaat of als u klaar bent
met werken.
64
Reiniging, onderhoud
en opslag
WAARSCHUWING! Elektrische
schok! Gevaar voor letsel door onbedoeld
aanlopen van het apparaat. Bescherm u
bij onderhouds- en reinigingswerkzaamhe-
den. Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Laat reparatiewerkzaamheden en onder-
houd, die niet zijn beschreven in deze
handleiding, uitvoeren door een gespecia-
liseerd service-center. Gebruik uitsluitend
originele onderdelen.
Reiniging
Reiniging
AANWIJZING! Beschadigingsgevaar!
Verkeerde reiniging kan het apparaat
beschadigen. Spuit het apparaat nooit
schoon met water. Gebruik geen bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen.
Algemene reiniging
1. Leeg de vuilopvangbak (10).
2. Reinig het vuilreservoir (10) met een
vochtige doek.
3. Klop het vouwfilter (25) uit en reinig
het met een penseel of handveger.
4. Was de schuimstoffilter (23) met lauw
water en zeep en laat hem drogen.
5. Vervang een papieren filterzak (26)
wanneer hij vol is (nabestelling zie
Reserveonderdelen en accessoires,
Pag. 68).
Leeg vloeistoffen uit het vuiltre-
servoir
1. Plaats het vuilreservoir (10) zo dat de
vloeistof in het vuilreservoir uit de af-
voeropening (13) kan wegvloeien.
2. Verwijder de dop van de afvoerope-
ning (13). Draai ⭯ .
3. Leeg de vuilopvangbak (10).