Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Bediening
Duwboom uitklappen
Ga in de omgekeerde volgorde te werk.
6.2
Klep openen (10)
De machine kan met of zonder grasvanger ge-
bruikt worden.
Voor verticuteren zonder grasvanger
OPMERKING In uitleveringstoestand is de
klep gesloten. Open de klep altijd eerst, voordat u
gaat verticuteren. Zo kan het verticuteergoed
langs de kap omlaag stromen.
1. Klap de klep (10/1) naar achteren toe open,
tot deze onder een hoek van ong. 30° hoor-
baar vastklikt.
Voor verticuteren met grasvanger
De kap wordt helemaal naar boven geklapt. Grasvan-
ger gebruiken: zie Hoofdstuk 6.3 "Grasvanger plaat-
sen en verwijderen [optioneel] (11)", pagina 39.
6.3
Grasvanger plaatsen en verwijderen
[optioneel] (11)
Grasvanger vasthaken
1. Klep (11/1) optillen (11/a).
2. Grasvanger (11/2) vanaf de achterkant in de
houders plaatsen (11/b).
3. Klep loslaten.
Grasvanger loshaken en leegmaken
1. Apparaat stoppen en wachten tot het snijme-
chanisme stilstaat.
2. Klep (11/1) optillen.
3. Grasvanger (11/2) uit de houders tillen en
naar achteren toe wegnemen.
4. Grasvanger leegmaken.
5. Grasvanger vasthaken (zie boven).
6.4
Werkdiepte instellen (12)
VOORZICHTIG! Gevaar voor snijletsel.
Als er in het nadraaiende of stilstaande snijwerk
wordt gegrepen is er gevaar voor snijletsel.
■
Stop het apparaat en wacht tot het snijwerk
stilstaat.
■
Trek de voedingskabel uit het stopcontact om
het apparaat stroomloos te schakelen.
■
Draag veiligheidshandschoenen.
De instelling van de werkdiepte wordt bepaald
aan de hand van:
■
Hoedanigheid gazon:
■
verzorgd: kleine werkdiepte
443683_a
■
verwilderd: grote werkdiepte
■
Verticuteergoed:
■
In het begin 2 – 3 mm indringdiepte in het
gazonoppervlak.
■
Werkdiepte stapsgewijs lager instellen tot
er voldoende verticuteergoed uit de
grond wordt gehaald.
■
Messlijtage:
■
nieuwe messen: kleine werkdiepte
■
versleten messen: grote werkdiepte
Bij een te grote werkdiepte: Apparaat blijft staan
en de motor trekt niet aan.
LET OP! Gevaar voor beschadiging van het
apparaat. Stel de werkdiepte uitsluitend in als de
motor uitstaat en de messenbalk stilstaat.
1. Instelwielje (12/1) voor verticuteren met een
kleine diepte (12/2) naar rechts draaien. Het
snijmechanisme wordt opgetild.
2. Werkdiepte controleren:
■
Apparaat starten (zie Hoofdstuk 6.6 "Motor
starten en stoppen (16, 17)", pagina 39).
■
Een stukje op het gazon rijden en het re-
sultaat beoordelen. Als het gazon te wei-
nig of onregelmatig wordt geverticuteerd,
moet het snijmechanisme lager worden
ingesteld.
3. Apparaat stoppen en wachten tot het snijme-
chanisme stilstaat.
4. Instelwielje (12/1) voor verticuteren met een
grote diepte (12/3) iets naar links draaien.
Het snijmechanisme wordt omlaag gezet.
5. Herhaal de beschreven stappen totdat het
gazon gelijkmatig wordt geverticuteerd.
6.5
Stroomverbinding maken (13, 14, 15)
1. Insteekbus (13/1, 14/1) van de netkabel ste-
vig in de stekker (13/2, 14/2) aan de motor-
schakelaar steken.
2. Stroomkabel (13/3, 14/3) in de kabeltrekont-
lasting (13/4, 14/4) klemmen (15/a) en (15/b),
dat hij niet door de motorschakelaar losge-
trokken kan worden.
6.6
Motor starten en stoppen (16, 17)
LET OP! Gevaar voor beschadiging van het
apparaat. Door kort na elkaar in- en uit te scha-
kelen worden motor en snijmechanisme bescha-
digd.
■
Schakel de motor alleen in als het snijmecha-
nisme stilstaat.
39
