Dräger X-plore 8000 Instrucciones De Uso página 69

Ocultar thumbs Ver también para X-plore 8000:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 40
3.3
Werkingsbeschrijving
De aanblaasfilterunit is een omgevingsluchtafhankelijk
ademluchttoestel. Het filtert omgevingslucht en stelt die
beschikbaar als ademlucht. Het apparaat zuigt permanent
omgevingslucht aan door het filter. In het filter worden,
afhankelijk van het filtertype, bepaalde schadelijke stoffen
vastgehouden. Op die manier wordt de omgevingslucht
voorbereid en komt deze uiteindelijk in de
ademluchtaansluiting. Daar is de lucht beschikbaar als
ademlucht.
Een permanente overdruk in de ademluchtaansluiting
voorkomt het binnendringen van omgevingslucht.
3.4
Beoogd gebruik
Al naar gelang het gebruikte filtertype beschermt het apparaat
tegen deeltjes, gassen en dampen of combinaties hiervan.
Voor gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving is
uitsluitend de aanblaasfilterunit X-plore 8700 bestemd.
Zie voor een overzicht van de apparaatcombinaties en de
bijbehorende beschermingsklassen de configuratiematrix
(Configuration Matrix) aan het eind van deze
gebruiksaanwijzing.
De cijfers op de bovenste regel van de configuratiematrix
staan voor de posities in de componentenlijst.
De opgevoerde componenten zijn bestemd voor gebruik met
de X-plore 8000 aanblaasfilterunits (componentenlijst pos. 1
en 2) en de accu's (pos. 3 t/m 6).
Neem bij vragen over de configuratie van het apparaat
contact op met Dräger.
3.5
Beperking van het beoogde gebruik
Het apparaat is niet geschikt voor gebruik:
– bij schadelijke stoffen met geringe
waarschuwingseigenschappen (reuk, smaak, irritatie van
ogen en luchtwegen)
– voor gebruik in ongeventileerde ruimtes, groeven, kanalen
enz.
– bij concentraties van schadelijke stoffen, die een
onmiddellijk gevaar voor leven en gezondheid vormen –
zogeheten IDLH (Immediately Dangerous to Life and
Health)-concentraties
De aanblaasfilterunit X-plore 8700 mag in
explosiegevaarlijke ruimten niet met het lasbeschermvizier
(componentenlijst pos. 19), de standaardkap, lang (pos. 10 en
11) en de slanghoes, voor eenmalig gebruik (pos. 41) worden
gebruikt.
Als de X-plore 8700 aanblaasfilterunit wordt gebruikt in
combinatie met de helm met vizier (3710775, 3710780,
3710785, 3710790, 3710795) en de beschermingsfolie
(3710779), wordt het apparaat m.b.t. het gebruik in
gasexplosiegevaarlijke omgevingen ingedeeld in
apparaatgroep IIA. Zonder beschermfolie (3710779) wordt het
ingedeeld in apparaatgroep IIB.
Indien het systeem wordt gebruikt in combinatie met de helm-
kap-combinatie of de stootkap-hoofdkap-combinatie zonder
beschermfolie, wordt het systeem m.b.t. het gebruik in
gasexplosiegevaarlijke omgevingen ingedeeld in
apparaatgroep IIA. In combinatie met de beschermfolie
(3710778) wordt het apparaat ingedeeld in apparaatgroep IIB.
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger X-plore
®
8000
3.6
Toelatingen
Conformiteitsverklaring: zie inlegblad 9031316 of
www.draeger.com/product-certificates
Zie voor informatie over vergunningen inlegblad 9031316.
3.7
Verklaring van de symbolen
3.7.1 Typeplaatje
Symbool
Verklaring
China RoHS-aanduiding
Gebruik alleen binnenshuis, niet in de bui-
tenlucht
Pin-bezetting
Recyclingsymbool
3.7.2 Verpakking
Symbool
Verklaring
Gebruiksaanwijzing in acht nemen
Maximale opslagluchtvochtigheid ≤ 95 %
≤95
%
Bereik van de opslagtemperatuur -20 °C
+60°C
-20°C
tot +60 °C
4
Gebruik
4.1
Voorwaarden voor het gebruik
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vonken of vloeibare metaalspatten
► Aanblaasfilterunit uitsluitend met deeltjes- of
combinatiefilter met extra voorfilter gebruiken, als tijdens
het gebruik vonken of vloeibare metaalspatten kunnen
optreden.
► Verwissel het voorfilter regelmatig; minstens één keer per
shift, op zijn laatst bij zichtbare belading.
► Verwissel het deeltjes- of combinatiefilter, zodra een
stofophoping zichtbaar wordt, ook als de weergave van de
restcapaciteit op de aanblaasfilterunt nog voldoende
restcapaciteit aangeeft.
► Vermijd rechtstreeks op de aanblaasfilterunit gerichte
vonken of vloeibare metaalspatten: Blootstelling van een
zwaar beladen voor-, deeltjes of combinatiefilter aan
vonken of vloeibare metaalspatten kan tot beschadiging
van het filter of ontvlamming van de opgehoopte deeltjes
leiden.
– De omgevingsomstandigheden (met name de soort en
concentratie van de schadelijke stoffen) moeten bekend
zijn!
– Het zuurstofgehalte van de omgevingslucht mag niet
beneden de volgende grenswaarde dalen:
– Minstens 17 vol.-% zuurstof in alle Europese landen,
met uitzondering van Nederland, België en Groot-
Brittannië
– Minstens 19 vol.-% zuurstof in Nederland, België,
Groot-Brittannië, Australië en Nieuw-Zeeland
– Minstens 19,5 vol.-% zuurstof in de VS
In overige landen de nationale richtlijnen in acht nemen.
|
nl
Gebruik
69
loading