LET OP
De tanden van het zaagblad moeten altijd omlaag wij-
zen.
8.3
Voetplaat (2) instellen (afb. 4)
1. Verstel naar gelang snijdiepte de voetplaat (2).
2. Draai de beide inbusbouten (12) met de meegelever-
de inbussleutel (13) los en breng de voetplaat (2) in
de betreffende positie.
3. Vergrendel deze positie door de inbusbouten (12) met
de meegeleverde inbussleutel (13) aan te halen.
9
Bediening
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Neem de accu voor alle werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap (bijv. onderhoud, werktuigwissel
etc.) alsook bij het transport en het bewaren uit het
elektrische gereedschap. Bij onvoorzien indrukken van
de aan/uit-schakelaar bestaat gevaar voor letsel.
LET OP
Let op dat de omgevingstemperatuur, tijdens de werk-
zaamheden niet hoger is dan 50 °C en niet lager is dan
–20 °C.
LET OP
Het product maakt deel uit van de 20V IXES serie en
mag alleen met accu's uit deze serie worden gebruikt.
Accu's mogen alleen met opladers uit deze serie wor-
den opgeladen. Let hierbij op de specificaties van de fa-
brikant.
9.1
Aan/uit-schakelaar (6) (afb. 5)
LET OP
Controleer het geplaatste gereedschap voor gebruik of
alle bevestigingsdelen juist zijn aangebracht.
Inschakelen
1. Druk eerst de inschakelblokkering (7) in en vervolgens
de aan/uit-schakelaar (6). Laat aansluitend de inscha-
kelblokkering (7) weer los.
Uitschakelen
1. Voor het uitschakelen, laat u de aan/uit-schakelaar (6)
los.
Opmerking:
Wacht tot het product tot stilstand is gekomen, voordat u
deze neerlegt.
9.1.1
LED-werklamp (4) (afb. 1)
Dit product is voorzien van een LED-werklamp om het di-
recte werkbereik te verlichten en de zichtbaarheid in
slecht verlichte omgevingen te verbeteren.
VOORZICHTIG
Kijk niet direct in de LED-werklamp of de lichtbron.
1. De LED-werklamp (4) brandt automatisch, zodra het
product is ingeschakeld.
9.2
Toerental instellen
1. Lichte druk op de aan/uit-schakelaar (6) geeft een la-
ger toerental. Met toenemende druk verhoogt het toe-
rental.
Wij adviseren u dat u het toerental in de praktijk test om
deze vast te stellen.
Opmerking:
De geïntegreerde motorrem zorgt voor een snelle stil-
stand.
9.3
Afkortzaag veilig geleiden
De voetplaat kan gedraaid worden om zich aan te passen
aan het werkstuk en om een veilige steun te bieden. Deze
moet altijd in contact zijn met het werkstuk wanneer het
product in werking is.
10 Werkinstructies
• Controleer het te bewerken materiaal op vreemde
deeltjes zoals spijkers, bouten etc. en verwijder deze.
• Let erop dat de luchtsleuven niet worden afgedekt.
• Product inschakelen en pas daarna het te bewerken
materiaal toevoeren.
• Schakel het product direct uit als het zaagblad vast-
klemt. Spreid de reeds gezaagde spleet uit met een
geschikt gereedschap en trek het product eruit.
• Pas het zaagblad en de zaagsnelheid aan het te ver-
werken materiaal aan.
• Zaagbladen die geoptimaliseerd zijn voor elke toepas-
sing van uw product zijn in de handel verkrijgbaar in
verschillende lengtes.
• Zaag het materiaal met een gelijkmatige aanvoer.
• Probeer het niet om extreem kleine werkstukken te
zagen.
• Buig niet te ver naar voren. Zorg altijd voor een veilige
stand, met name op steigers en ladders.
10.1
Testrun
Opmerking:
Voer voorafgaande aan de eerste werkzaamheden en na
elke wisseling van het inzetstuk een onbelaste testrun uit.
Schakel het product onmiddellijk uit als het inzetstuk on-
gelijk loopt, als er aanzienlijke trillingen zijn of als u abnor-
male geluiden hoort.
10.2
Invalcirkelzaag (afb. 6)
VOORZICHTIG
Gevaar voor terugslag!
Invalzaagsnedes mogen alleen in zachte materialen
(hout e.d.) worden gemaakt.
• Gebruik uitsluitend zaagbladen die geschikt zijn voor
invalzaagsnedes.
Ga hierbij als volgt te werk:
1. Plaats de reciprozaag met de onderkant van de voet-
plaat (2) op het werkstuk. Schakel het product in.
www.scheppach.com
NL | 49