8.4 Fijnafstelling van de aanslag voor versteksne-
de 45° (afb. 1/2/5/9/10)
Benodigd gereedschap:
- Inbussleutel 6 mm
- Steeksleutel SW13 (niet bij de levering inbegrepen)
• Aanslaghoek niet bij de levering inbegrepen.
• De machinekop (4) naar beneden laten zakken en
met de borgpen (23) vastzetten.
• Zet de draaitafel (14) vast op de 0°-stand.
Let op!
De verschuifbare aanslagrail (16a) moet voor ver-
steksneden (schuin staande zaagkop) in de buiten-
ste positie gefixeerd worden. (linker kant).
• Open de vastzetschroef (16b) van de verschuifbare
aanslagrails (16a) en schuif de verschuifbare aan-
slagrails (16a) naar buiten.
• De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten zover
worden vastgezet, dat de afstand tussen de aan-
slagrails (16a) en het zaagblad (6) minste 8 mm be-
draagt.
• De verschuifbare aanslagrail (16a) moet zich in de
binnenste positie bevinden (rechter zijde).
• Controleer vóór de zaagsnede of de aanslagrails
(16a) en het zaagblad (6) niet met elkaar in botsing
kunnen komen.
• De borgschroef (22) losdraaien en met de hand-
greep (1) de machinekop (4) naar links, schuin plaat-
sen op 45°.
• De 45°-aanslaghoek (B) tussen zaagblad (6) en
draaitafel (14) plaatsen.
• Maak de contramoer (27a) los en verstel de stel-
schroef (27) tot de hoek tussen zaagblad (6) en
draaitafel (14) precies 45° bedraagt.
• Draai de contramoer (27a) weer vast.
• Controleer ten slotte de positie van de hoekweerga-
ve. Indien nodig, de aanwijzer (19) met een kruiskop-
schroevendraaier losdraaien, op de 45°-positie van
de schaalverdeling (18) zetten en de borgschroef
weer vastdraaien.
9.
Bediening
9.1 Bedrijf laser (afb. 18)
• Inschakelen: Druk 1x op de aan/uit-schakelaar
laser (33). Op het te bewerken werkstuk wordt een
laserlijn geprojecteerd die precies de plaats van de
zaagsnede aangeeft.
• Uitschakelen: Druk nogmaals op de aan/uit-scha-
kelaar laser (33).
9.2 Zaagdieptebegrenzing (groeven zagen)
(afb. 3/13)
m WAARSCHUWING
Gevaar voor terugslag! Bij het aanbrengen van
groeven is het zeer belangrijk dat er geen zijde-
lingse druk op het zaagblad wordt uitgeoefend.
De zaagkop kan anders plotseling omhoog slaan!
Gebruik een kleminrichting bij het maken van groe-
ven. Vermijd zijdelingse druk op de zaagkop.
• Middels de schroef (24) kan de zaagdiepte traploos
ingesteld worden. Hiertoe moet de kartelmoer op
de schroef (24a) worden losgemaakt. De gewenste
zaagdiepte door het indraaien of uitdraaien van de
schroef (24) instellen. Aansluitend kartelmoer (24a)
weer op de schroef (24) vastmaken.
• Controleer de instelling aan de hand van een test-
snede.
9.3 Seriële snede
Voor terugkerende snedes met dezelfde lengte kan
de lengteaanslag (37) worden opengeklapt. U kunt de
lengteaanslag (37) zowel aan de rechter- maar ook aan
de linkerzijde gebruiken.
• Klap de lengteaanslag (37) omhoog.
• Draai de vastzetschroef voor de werkstuksteun (9)
los.
• Trek de werkstuksteun (8) er uit.
• Stel de gewenste afstand tussen het zaagblad en de
lengteaanslag (37) in.
• Draai de vastzetschroef voor de werkstuksteun (9)
weer vast.
• Voer de snedes uit zoals onder 10.4 t/m 10.7 be-
schreven.
9.4 Afkortsnede 90° en draaitafel 0° (afb. 1/2/7)
Bij zaagsnedes tot ca. 100 mm kan de trekfunctie van
de zaag met de borgschroef (20) in de achterste posi-
tie gefixeerd worden. In deze positie kan de machine
voor afkorten worden gebruikt. Mocht de zaagbreedte
boven 100 mm liggen, moet erop gelet worden, dat de
vastzetschroef (20) los is en de machinekop (4) be-
weegbaar is.
Let op!
De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten voor af-
kortbewerkingen van 90° op de binnenste positie wor-
den vastgezet.
• Open de vastzetschroeven (16b) van de verschuif-
bare aanslagrails (16a) en schuif de verschuifbare
aanslagrails (16a) naar binnen.
www.scheppach.com
NL | 87