• De borgschroef (22) losdraaien en met de hand-
greep (1) de machinekop (4) naar links, schuin plaat-
sen op 45°.
• De 45°-aanslaghoek (B) tussen zaagblad (6) en dra-
aitafel (14) plaatsen.
• Maak de contramoer (27a) los en verstel de stel-
schroef (27) tot de hoek tussen zaagblad (6) en dra-
aitafel (14) precies 45° bedraagt.
• Draai de contramoer (27a) weer vast.
• Controleer ten slotte de positie van de hoekweerga-
ve. Indien nodig, de aanwijzer(19) met een kruiskop-
schroevendraaier losdraaien, op de 45°-positie van
de schaalverdeling (18) zetten en de borgschroef
weer vastdraaien.
• Herhaal dit proces om de 45°-positie aan de rechter-
kant in te stellen.
9.
Bediening
9.1 Bedrijf laser (afb. 18)
• Inschakelen:Druk 1x op de aan/uit-schakelaar laser
(33). Op het te bewerken werkstuk wordt een la-
serlijn geprojecteerd die precies de plaats van de
zaagsnede aangeeft.
• Uitschakelen:Druk nogmaals op de aan/uit-schake-
laar laser (33).
9.2 Zaagdieptebegrenzing (groeven zagen)
(afb. 3/13)
m WAARSCHUWING
Gevaar voor terugslag! Bij het aanbrengen van
groeven is het zeer belangrijk dat er geen zijde-
lingse druk op het zaagblad wordt uitgeoefend. De
zaagkop kan anders plotseling omhoog slaan!
Gebruik bij het aanbrengen van groeven een kle-
minrichting. Vermijd zijdelingse druk op de zaag-
kop.
• Middels de schroef (24) kan de zaagdiepte traploos
ingesteld worden. Hiertoe moet de kartelmoer op
de schroef (24a) worden losgemaakt. De gewenste
zaagdiepte door het indraaien of uitdraaien van de
schroef (24) instellen. Aansluitend kartelmoer (24a)
weer op de schroef (24) vastmaken.
• Controleer de instelling aan de hand van een tests-
nede.
9.3 Seriële snede
Voor terugkerende snedes met dezelfde lengte kan
de lengteaanslag (37) worden opengeklapt. U kunt de
lengteaanslag (37) zowel aan de rechter- maar ook aan
de linkerzijde gebruiken.
84 | NL
• Klap de lengteaanslag (37) omhoog.
• Open de vergrendelhendel voor de werkstuksteun
(9).
• Trek de werkstuksteun (8) er uit.
• Stel de gewenste afstand tussen het zaagblad en de
lengteaanslag (37) in.
• Draai vergrendelhendel voor de werkstuksteun (9)
weer vast.
• Voer de snedes uit zoals onder 9.4 t/m 9.7 beschre-
ven.
9.4 Afkortsnede 90° en draaitafel 0° (afb. 1/2/7)
Bij zaagsnedes tot ca. 90 mm kan de trekfunctie van
de zaag met de borgschroef (20) in de achterste posi-
tie gefixeerd worden. In deze positie kan de machine
voor afkorten worden gebruikt. Mocht de zaagbreedte
boven 90 mm liggen, moet erop gelet worden, dat de
vastzetschroef (20) los is en de machinekop (4) be-
weegbaar is.
Let op!
De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten voor af-
kortbewerkingen van 90° op de binnenste positie wor-
den vastgezet.
• Open de vastzetschroeven (16b) van de verschuif-
bare aanslagrails (16a) en schuif de verschuifbare
aanslagrails (16a) naar binnen.
• De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten dusda-
nig worden geborgd dat de afstand tussen de aans-
lagrails (16a) en het zaagblad (6) maximaal 8 mm is.
• Controleer vóór de zaagsnede of de aanslagrails
(16a) en het zaagblad (6) niet met elkaar in botsing
kunnen komen.
• Draai de vastzetschroeven (16b) weer vast.
• De machinekop (4) in de bovenste positie brengen.
• Machinekop (4) op de handgreep (1) naar achteren
schuiven en evt. in deze positie fixeren (afhankelijk
van de zaagbreedte).
• Leg het te zagen hout tegen de aanslagrail (16) en
op de draaitafel (14).
• Het materiaal met de spaninrichtingen (7) op de
vaststaande zaagtafel (15) vastzetten, om verschui-
ven tijdens het zagen te voorkomen.
• Ontgrendel de blokkeerschakelaar (3) en druk op de
aan/uit-schakelaar (2) om de motor in te schakelen.
• Bij gefixeerde trekgeleiding (21):Machinekop (4)
met de handgreep (1) gelijkmatig en met lichte druk
omlaag bewegen, tot het zaagblad (6) het werkstuk
heeft doorgezaagd.
www.scheppach.com