5.
Dwarsaanslag (31) en werkstuk in de richting van
het zaagblad schuiven om de snede uit te voeren.
m WAARSCHUWING: Houd het geleidende ge-
deelte van het werkstuk vast, nooit het vrije ge-
deelte van het werkstuk, dat moet worden afge-
sneden.
6.
Dwarsaanslag (31) altijd zo ver naar voren schui-
ven tot het werkstuk volledig is doorgesneden.
7.
Schakel de zaag weer uit.
8.
Zaagafval pas verwijderen als het zaagblad stil-
staat.
10.5 Spaanplaten zagen
Om het uitbreken van de zaagranden bij het zagen van
spaanplaten te vermijden, moet het zaagblad (4) niet
hoger dan 5 mm boven de dikte van het werkstuk wor-
den ingesteld.
10.6 Na het zagen
1.
Schakel eerst de tafelcirkelzaag en daarna de af-
zuiginstallatie uit. Het zaagblad draait nog enige
tijd na.
2.
Verwijder het zaagafval van de zaagtafel pas als
het zaagblad zich weer in rustpositie bevindt.
3.
Koppel de tafelcirkelzaag los van het stroomnet,
door de voedingsstekker uit het stopcontact te
trekken.
4.
Laat de tafelcirkelzaag volledig afkoelen.
10.7 Vastgelopen materiaal verwijderen
m WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel!
Bij ondeskundig gebruik van de tafelcirkelzaag bestaat
er gevaar op ernstige verwondingen.
• Schakel de tafelcirkelzaag direct uit en trek de stek-
ker uit het stopcontact als het zaagblad zich in het
werkstuk heeft vastgeklemd of overige blokkades
optreden.
• Gebruik veiligheidshandschoenen, grijp het zaag-
blad niet vast met blote handen.
10.8 Zaagblad monteren/wisselen (afb. 13+16)
m WAARSCHUWING: Neem de stekker uit het
stopcontact en draag veiligheidshandschoenen.
1.
Zaagbladbescherming (2) demonteren (zie 8.4).
2.
Het tafelinzetstuk (5) door het losdraaien van de
twee schroeven met verzonken kop (25) verwijde-
ren.
3.
De inbussleutel (h) (HX 6) tegen de schroef aan-
zetten en met de ringsleutel (f) (SW 22) aan de
motoras tegenhouden.
LET OP: Schroef in de rotatierichting van het
zaagblad draaien. De losgehaalde schroef verwij-
deren.
4.
Buitenflens verwijderen en het oude zaagblad
schuin naar onderen van de binnenflens aftrekken.
5.
Maak de zaagbladflenzen voorzichtig schoon met
een staalborstel voordat u het nieuwe zaagblad
monteert.
6.
Plaats het nieuwe zaagblad in de omgekeerde
volgorde en draai het vast.
LET OP: Looprichting in acht nemen, de
versteksneden van de tanden moeten in de
looprichting, d.w.z. naar voren wijzen.
7.
Monteer het tafelinzetstuk (5) en de zaagbladbe-
scherming (2) weer en stel deze af (zie 8.4 + 12.2).
8.
Controleer of de veiligheidsvoorzieningen goed
functioneren voordat u weer met de zaag aan de
slag gaat.
11. Transport (afb. 28)
1.
Schakel het elektrisch apparaat altijd uit voor
transport en koppel het los van de voeding.
2.
Laat het zaagblad zo ver mogelijk zakken.
3.
Rol het netsnoer op.
4.
Draag het elektrisch apparaat minimaal met zijn
tweeën, pak deze niet vast aan de tafelverbre-
dingen, maar pak de machine alleen vast aan de
behuizing.
5.
Bescherm het elektrisch apparaat tegen schok-
ken, stoten en sterke trillingen, bijvoorbeeld tijdens
transport in voertuigen.
6.
Beveilig het elektrisch apparaat tegen kantelen en
wegglijden.
7.
Gebruik nooit de veiligheidsvoorzieningen om het
apparaat te hanteren of te transporteren.
12. Onderhoud
m Waarschuwing! Trek altijd de stekker uit het stop-
contact voordat u instellings-, instandhoudings- of re-
paratiewerkzaamheden uitvoert!
12.1 Algemene onderhoudsvoorschriften
• Zorg dat de veiligheidsinrichtingen, de ventilaties-
leuven en de motorbehuizing zo stof- en vuilvrij mo-
gelijk zijn. Wrijf het apparaat met een schone doek
schoon of blaas het met perslucht bij een lage druk
uit.
• Wij adviseren om het apparaat direct na elk gebruik
te reinigen.
www.scheppach.com
NL | 171