Werking
2.2
Functiebeschrijving
De alarmversterker Dräger X-zone 5000 (hierna X-zone 5000
genoemd) is bedoeld voor gebruik in een industriële omgeving
in een bepaald temperatuurbereik voor een continue werking
van maximaal 5 dagen. Meerdere X-zone 5000 kunnen
draadloos en/of via een datakabel worden gegroepeerd tot een
seriegeschakelde alarmlijn. Bij alarm wordt het alarm door alle
verbonden
X-zone
gasmeetinstrument Dräger X-am 5000 of Dräger X-am 5600
(beide gasmeetinstrumenten worden hierna X-am 5000/5600
genoemd) dient voor het genereren van het alarm. Het X-am
5000/5600 is via een infrarood interface aan de X-zone 5000
gekoppeld. Naast het genereren van alarmen dient X-am
5000/5600 als gebruikersinterface voor X-zone 5000.
Genereert X-am 5000/5600 een gasalarm, dan wordt dit naar
X-zone 5000 gestuurd en zowel akoestisch als optisch
versterkt.
2.3
Doelmatig gebruik
De
X-zone 5000
is
alarmversterker voor quasi-stationaire bewaking in zones met
explosiegevaar.
X-zone 5000 kan in combinatie met de gasmeetinstrumenten
X-am 5000/5600 worden gebruikt (certificaten DEMKO 07
ATEX 143500X, IECEx ULD 07.0004x, BVS 10 ATEX E 080 X
en IECEx BVS 10.0053X).
Gebruik onder de volgende
toelatingsvoorwaarden:
ATEX, IECEx
CSA
Het apparaat mag uitsluitend in gebieden worden gebruikt met
laag risico voor mechanische trillingen. Meerdere X-zone 5000
kunnen in een automatisch netwerk functioneren.
De X-zone 5000 is binnen een temperatuurbereik van –20 °C
tot +50 °C geschikt om in explosiegevaarlijke omgevingen van
zone 0, zone 1 of zone 2 te worden gebruikt, waarin gassen
van explosieklassen IIA, IIB, of IIC en van temperatuurklasse
T3/T4 kunnen voorkomen.
WAARSCHUWING
!
Bij de toepassing in explosiegevaarlijke gebieden van
groep I mag het apparaat alleen in gebieden worden
gebruikt waarin een gering gevaar door mechanische
invloeden bestaat. Na een slag of val moet het
apparaat
aan
onderworpen en bij beschadiging moet deze uit het
Ex-gebied worden verwijderd.
In toepassingen waarbij apparaten van de categorie
1G/M1, resp. EPL Ga/Ma vereist zijn (zone 0), moeten
intensieve elektrostatische oplaadprocessen worden
vermeden!
166
5000
weergegeven.
een
explosieveilige,
draagbare
Te gebruiken
gasmeetinstrumenten:
Dräger X-am 5000 (MQG 0000)
Dräger X-am 5000 (MQG 001*)
Dräger X-am 5600 (MQG 01**)
Dräger X-am 5000 (MQG 0000)
Dräger X-am 5000 (MQG 001*)
Dräger X-am 5600 (MQG 01*1)
een
visuele
inspectie
AANWIJZING
i
i
De Dräger X-zone 5000 is bedoeld voor de detectie in
de omgevingslucht. Een verhoogde expositie van
bepaalde koolwaterstoffen kan bij de sensoren leiden
tot beperkingen van de detectiekwaliteit.
Het
De communicatie tussen meerdere apparaten werd
niet
overeenkomstig
Combustible Gas Detection Instruments" getest en is
daarom niet afgedekt.
3
Werking
WAARSCHUWING
!
De X-am 5000 (MQG 0000) moet met een NiMH T4
voorzieningseenheid (type HBT 0000, bestelnr.
83 18 704) zijn uitgerust.
De X-am 5000/5600 (MQG 001*/MQG 01**/MQG
01*1) moet ofwel met een NiMH-batterijpak T4 (type
HBT 0000, bestelnr. 83 18 704) of T4 HC (type HBT
0100, bestelnr. 83 22 244) uitgerust zijn, anders
verliest het toestel zijn explosiebeveiliging. Het gebruik
van een andere voeding is niet toegestaan.
AANWIJZING
i
i
Alleen X-am 5000/5600 vanaf softwareversie 6.6 zijn
compatibel met de X-zone 5000.
3.1
Apparaat inschakelen
3.1.1
STANDBY-modus
1. Sluitbeugel op de houder
losmaken.
2. Houder verwijderen.
3. Apparaathouder controleren en zo nodig reinigen:
a. Voedingscontacten op vervuiling en vocht controleren,
zo nodig reinigen en drogen.
b. Beweeglijkheid van de voedingscontacten controleren
door op iedere pen te drukken. Alle pennen moeten tot
worden
aan dezelfde hoogte uitveren.
c. IR-interface op vervuiling controleren en zo nodig
reinigen.
4. Voedingscontacten op de X-am 5000/5600 op vervuiling,
corrosie en verkleuring controleren en zo nodig reinigen.
„CSA
C22.2
No.
152
00433112.eps
Dräger X-zone 5000
-